Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Tweede Wereldoorlog

De sporen van de Tweede Wereldoorlog zijn overal terug te vinden in Noord-Holland. De verdedigingswerken van de Atlantikwall, de historische panden die door de Duitsers gevorderd werden, de beelden en monumenten die de slachtoffers herdenken en de archeologische vondsten die herinneren aan deze donkere periode. Maar de Tweede Wereldoorlog heeft niet alleen fysiek haar sporen nagelaten. De gebeurtenissen van de oorlog staan bij de ooggetuigen in het geheugen gegrift. Die verborgen verhalen bewaart Oneindig Noord-Holland, opdat ze nooit verloren gaan.

Verhalen

Bij weduwe rolt verzetsblad van de pers

Aan de Ouderkerkerlaan, vlakbij de Diemerbrug, had weduwe De Wild haar boekhandel-drukkerij. In een onopvallend buurtje met een sigarenzaak en een winkel waar je duimdrop kocht. Hier rolde het verzetsblad Vrij Nederland van de pers.

>

Van rood naar groen en oranje

Bruggen praten niet. Jammer, want anders had de Diemerbrug kunnen vertellen over de oorlogsjaren. Bijvoorbeeld over de wagens van Saan die toen ze 's nachts over de brug reden nog rood waren en de volgende ochtend ineens fris groen en oranje oogden.

>

Kinderen op reis naar Holwerd

Er staat een monument van Diemen in Holwerd (Friesland). Als dank voor het opvangen en laten aansterken van ondervoede jongeren. Eind 1944 was er vrijwel niets meer te eten. Suikerbieten en tulpenbollen kwamen op het menu. Een predikant in Diemen zocht contact met een kennis in Holwerd. Of er aan aardappelen was te komen en konden op de heenweg ondervoede kinderen mee?

>

Juichen op de ringspoorbrug

Op de brug van de ringspoorbaan waren ze geklommen. Dolblije inwoners van Diemen die op de stralende ochtend van 8 mei 1945 hun bevrijders begroetten. De Seafort Highlanders, Canadezen, kwamen over de Muiderstraatweg aanrijden. Een machtige colonne van honderden trucks, motorfietsen, pantserwagens en jeeps. Op weg naar Amsterdam.

>

De klok die de oorlog overleefde

Diemen was in 1939 een dorp met nog geen zesduizend inwoners. De meeste woningen stonden rond de Diemerbrug. Waar nu het gemeentehuis staat, liepen koeien. Diemen stroomde in 1939 vol met Nederlandse militairen, keukenwagens, paarden en geschut. Het vaderlandse leger was paraat. Maar het kon niet op tegen de Duitse troepen. In mei 1940 reden Duitse soldaten door Diemen. Dat was het begin van vijf moeilijke jaren.

>

De trein naar Westerbork

Het transport van duizenden joden uit Amsterdam naar het doorgangskamp Westerbork ging per spoor. Overvolle treinen reden over de spoorwegovergang van de Ouddiemerlaan. Wandelaars die het Westerborkpad lopen, eindigen hun eerste etappe in Diemen. Deze herdenkingsroute begint bij de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam, want daar brachten de Duitse bezetters opgepakte joden heen.

>

Urnen uit Westerbork rusten in Diemen

De hoofdingang tot de joodse begraafplaats ligt aan de Ouddiemerlaan 146. Pal naast de spoorbaan. Hier reden joden langs die van Amsterdam naar Westerbork moesten. Op deze begraafplaats liggen de urnen van ongeveer 400 van hen.

>

Landfront Festung IJmuiden en de Atlantikwall

In het duingebied van Kennemerland ligt nog een groot aantal verdedigingswerken uit de Tweede Wereldoorlog. De Atlantikwall is een kustverdedigingslijn die loopt van Noorwegen tot aan Spanje. Hij is gebouwd tussen 1942 en 1945 en bestaat uit een samenhangend geheel van gewapend betonnen bunkers, batterijen, schuilplaatsen etc. Bovendien zijn er onderkomens voor de manschappen en alles wat daarmee samenhangt. Enkele onderdelen van de Atlantikwall zijn tegenwoordig beschermd als rijksmonument, zoals de luchtafweerbatterij Olmen en de kustbatterij Heerenduin.

>

Georgische Erebegraafplaats Loladse op Texel

Op de Georgische Erebegraafplaats Loladse bij de Hoge Berg tussen Den Burg en Oude Schild liggen sinds 1945 militairen begraven die deel uitmaakten van het 822ste Georgische bataljon in de Wehrmacht. Het zijn in totaal 476 personen.

>

Voormalig vliegveld Bergen

Het voormalige militaire vliegveld Bergen is aangelegd in de jaren 1937-'39. Op 10 mei 1940 werd het vliegveld door de Duitsers gebombardeerd. Daarna werd het door de Duitse luchtmacht ingericht en werden er vele bunkers en hangars gebouwd. Na de oorlog nam Defensie het terrein in gebruik.

>

Rivier vol historie

In 2011 is een deel van de Vecht gesaneerd. Hier hebben archeologen bij geholpen. De Vecht is al eeuwenlang een belangrijke route voor handel en verkeer. De rivier was deel van de voornaamste binnenlandse vaarroute vanuit de Rijn richting het noorden. Vanaf de Romeinse tijd tot en met vandaag hebben mensen er hun sporen nagelaten. Sporen die te maken hebben met scheepvaart, dorpjes, afval, bruggen, sluizen, beschoeiingen, visserij, werkplaatsen en nog veel meer. Eigenlijk is een deel van een rivier opgegraven, wat heel bijzonder is.

>

Varen in oorlogstijd

Bertus Fockens, zeeman-bakker bij de Amsterdamse rederij Stoomvaart Maatschappij Nederland, zijn reizen op het m.s. Oranje en Johan van Oldenbarnevelt, 17 januari 1940 tot 19 januari 1946, en een bijzondere vondst.

>

Prins Bernhardbrug krijgt anti-monarchistische naamgeving

De Prins Bernhardbrug is de meest noordelijk gelegen brug van Zaandam en kende een lange aanloopfase. Dat is op zich niet zo uitzonderlijk voor grote infrastructurele bouwwerken. Opmerkelijker is echter de totstandkoming van de naamgeving ervan. Hoewel men in 1938 was begonnen met de aanleg, kon de brug pas in 1941, midden in de Tweede Wereldoorlog, geopend worden. Hierdoor kwam de geplande naamgeving te vervallen, omdat de Duitsers weinig op hadden met het Koninklijk Huis. Een situatie die zich tijdens de oorlogsjaren overigens op meer plaatsen in het Koninkrijk voordeed.

>

Kenaupark: monument voor vrouwelijk symbool van verzet

De jaren 1940-1945 behoren zonder twijfel tot de donkerste uit de 200-jarige geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden. Met de invoering van steeds meer vrijheid berovende maatregelen voor Joden, studenten, kunstenaars en de arbeitseinsatz, nam het verzet tegen de Duitse bezetters toe. In eerste instantie beperkte dit verzet zich tot kleinschalige sabotagepraktijken. Naarmate het aantal onderduikers steeg, nam ook de organisatiegraad van het verzet toe. Een klein groepje Nederlands vluchtte naar Engeland om zich daar aan te sluiten bij de Geallieerde Strijdkrachten en de regering in ballingschap. Een van de bekendste verzetshelden die in eigen land bleef, is Hannie Schaft, beter bekend als het ‘meisje met het rode haar’. In het Kenaupark  is een monument aan Schaft gewijd. Op deze plek pleegde zij samen met Jan Bonekamp op 21 juni 1944 een aanslag op de Zaanse politieman Ragut. Dit moest zij uiteindelijk met de dood bekopen. Na de oorlog groeide zij uit tot ‘een symbool van verzet’, zoals Koningin Wilhelmina haar noemde. 

>

De IJsselmeerdijk opgeblazen (1945)

Op deze plek, enkele kilometers ten zuidoosten van Den Oever, herinneren twee wielen ofwel binnenmeertjes en een kronkel in de dijk aan de ramp die hier op 17 april 1945 plaatsvindt. Duizenden mensen moeten vluchten voor het water.

>

Het Joodsche Werkdorp Nieuwe Sluis

In de polder Wieringermeer ligt het voormalige ‘Joodsche Werkdorp Nieuwe Sluis’. Het bestaat uit twee rijksmonumenten, zowel het voormalige gemeenschapsgebouw als het bijbehorende terrein zijn beschermd. Het werkdorp ligt aan de westelijke rand van de Wieringermeer op enige kilometers ten oosten van de kern Wieringerwaard.

>

Joodse markt tijdens de bezetting

Tijdens de Tweede Wereldoorlog stelde de Duitse bezetter allerhande verboden in aangaande spijs en drank, die raakten aan de identiteit en de bewegingsvrijheid van de joden in Nederland. Bepaalde cafés, restaurants, winkels en markten werden ‘voor joden verboden’. De rituele slacht werd al in augustus 1940 verboden en in november 1941 werden er zelfs aparte ‘joodse markten’ opgericht, zoals in Amsterdam in de Gaaspstraat en op het Minervaplein, omdat joden de toegang tot andere markten was ontzegd. Via deze en andere maatregelen wilden de Duitsers de joden afzonderen van de rest van de samenleving, zodat hun volledige verwijdering daaruit efficiënter kon verlopen.

>

Artis in de Hongerwinter

De grootste zorg van dierentuin Artis in oorlogstijd was de voedselvoorziening voor de dieren. Pas tijdens de Hongerwinter werd de situatie echt nijpend. Toen ging het ook wringen dat de dieren soms beter af waren dan de mensen. Sommige Amsterdammers hadden in de hongerwinter zo'n honger dat ze voedsel voor de dieren van Artis gingen stelen. Een varken uit de kinderboerderij werd ‘s nachts geslacht en meegenomen. Het andere varken werd uit voorzorg ook maar geslacht en verdeeld onder het personeel van de dierentuin. Een van de oppassers kwam thuis met het vlees van een dode wisent, naar eigen zeggen vreselijk taai. Tot welke bizarre tegenstrijdigheden en dilemma’s voedselschaarste kan leiden, blijkt uit de verhalen van oud-Artispersoneel die door het Verzetsmuseum zijn opgetekend.

>

Koken in oorlogstijd

Tijdens de Duitse bezetting neemt de schaarste toe: er komt gebrek aan van alles en nog wat. Dat komt doordat landbouwproducten, levensmiddelen en grondstoffen naar Duitsland worden vervoerd. Bovendien mag Nederland zelf niets meer over zee invoeren.

>

Eten en voedselvoorziening in oorlogstijd

Net als overdaad en welvaart horen schaarste en hongersnood ook tot de culinaire geschiedenis van Noord-Holland. In extreme vorm vond dit voor het laatst plaats tijdens de Hongerwinter aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. In de winter van 1944-1945 werd de Nederlandse bevolking zwaar op de proef gesteld. Maar liefst 20.000 mensen kwamen om van de honger en de kou, met name in West-Nederland. In deze barre tijd probeerde men met de grootste inventiviteit te overleven, vooral in het vinden en bereiden van voedsel. Het Verzetsmuseum in Amsterdam beschikt over indrukwekkend materiaal waarmee de overlevingsstrijd van de Nederlandse bevolking verteld kan worden.    

>