De sporen van de Tweede Wereldoorlog zijn overal terug te vinden in Noord-Holland. De verdedigingswerken van de Atlantikwall, de historische panden die door de Duitsers gevorderd werden, de beelden en monumenten die de slachtoffers herdenken en de archeologische vondsten die herinneren aan deze donkere periode. Maar de Tweede Wereldoorlog heeft niet alleen fysiek haar sporen nagelaten. De gebeurtenissen van de oorlog staan bij de ooggetuigen in het geheugen gegrift. Die verborgen verhalen bewaart Oneindig Noord-Holland, opdat ze nooit verloren gaan.
Fotograaf Bob Wielaard uit Heemstede vindt het helemaal niet erg als je zijn foto’s van bunkers in de Kennemerduinen ‘unheimlich’ noemt. Op zijn foto’s zien deze ‘fremdkörpers’ er vaak donker en duister uit.
Hendriek Verburg wordt in 1905 geboren in het Noord-Hollandse dorpje Noord-Scharwoude. Ze is de dochter van Peter Verburg, de eigenaar van de conservenfabriek in het dorp. Als haar vader op jonge leeftijd sterft in 1924 neemt zij samen met een andere vrouw, mevrouw Edel, het roer over. Dat twee vrouwen een dergelijk bedrijf runnen is voor die tijd vrij uniek, en het zorgt ervoor dat Hendriek al op jonge leeftijd weet hoe ze een organisatie moet leiden. Als haar zus Grieke in 1930 overlijdt, trouwt Hendriek met Grieke’s weduwe, Harry, zoals wel vaker gebeurt in die tijd. Zo komt Hendriek in Haarlem terecht.
Annick (Germaine Mathilde) van Hardeveld wordt in 1923 geboren in Amsterdam. Ze is het eerste kind van haar vader Jan van Hardeveld en haar Franse moeder Germaine Bertin. Een paar jaar later wordt nog een jongetje geboren: Yann Emile. Als de oorlog in mei 1940 uitbreekt is Annick zestien jaar en net begonnen aan de opleiding tot verpleegster bij het Rode Kruis.
Vlak na de Tweede Wereldoorlog waren de bunkers en versperringen van de Atlantikwall voor velen een pijnlijke herinnering. Wat gebeurde er met dit verdedigingserfgoed in de jaren erna? Je komt er meer over te weten in de tentoonstelling ‘Van schuilplaats tot schatkamer. Atlantikwall-bunkers sinds de oorlog’. Oneindig Noord-Holland sprak met samensteller Anna Lakmaker over de veelzijdige geschiedenis van de bunkers in het Noord-Hollandse landschap.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Noordzeekust een belangrijke schakel in de Atlantikwall. Dat was een keten van Duitse verdedigingswerken langs de West-Europese kust, bedoeld om een invasie vanuit zee te voorkomen. In de Noord-Hollandse kustplaatsjes werd een lang lint van bunkers, kanonnen en mijnenvelden opgetrokken. Zo ook in Egmond, Bergen en Camperduin, die van oudsher met elkaar verbonden zijn door de Herenweg.
Aaf Dell en Dieuw van Vliet zijn beide geboren Horenaren. Dieuw wordt geboren 1887 en Aaf volgt zes jaar later, in 1893. Aaf en Dieuw ontmoeten elkaar op de openbare basisschool in Hoorn waar ze beide werken als onderwijzeres. De twee zijn ondernemende, zelfstandige vrouwen: ze staan voor de klas en wonen met elkaar, niet met een echtgenoot, in de conciërgewoning van het Waterschapshuis in de binnenstad van Hoorn. Als de oorlog in mei 1940 uitbreekt besluiten Aaf en Dieuw om onderduikers in huis te nemen.
In een tijd waarin de wereld werd verscheurd door conflict en onderdrukking, was er een groep helden die standhield te midden van de chaos. De tentoonstelling, 'Who Cares?', in Museum Van De Geest werpt licht op de vaak vergeten verhalen van moed in de Nederlandse psychiatrie en zorg voor verstandelijk gehandicapten tijdens de grimmige jaren van de Tweede Wereldoorlog.
‘Nero moet er zo in z’n huiselijkste momenten uitgezien hebben’, schreef Etty Hillesum over Julius Spier. De charismatische therapeut maakte rond 1940 furore in joodse kringen in Amsterdam. Terwijl de Tweede Wereldoorlog om zich heen greep, kon de ‘Spierclub’ haar zorgen even vergeten tijdens avonden bij hem thuis.
Het boek over het verzetswerk dat Jan Brasser in de Zaanstreek pleegde, kon verschijnen dankzij een financiële bijdrage van Tata Steel, de huidige eigenaar van Hoogovens, waar Brasser voor en tijdens de oorlog als smelter werkte. Auteur Filip Bloem vertelt over zijn speurtocht.
Jan Brasser (1908-1991), die in de Tweede Wereldoorlog onder de schuilnaam Witte Ko opereerde, was een van de bekendste verzetsmensen uit de Zaanstreek. Filip Bloem, die bij het Verzetsmuseum werkt, schreef er een boek over.
Op 10 mei 1940 dacht Gré Timmerman (meisjesnaam Jonker) dat ze treinen buiten hoorde rijden, maar het waren de Duitsers die een luchtaanval uitvoerden op het militaire vliegveld in Bergen. Dit was voor haar het begin van de Tweede Wereldoorlog. Jaren na de oorlog heeft haar gezin een Yad Vashem onderscheiding ontvangen voor het helpen van joodse onderduikers. Oneindig Noord-Holland sprak met Gré Timmerman (88 jaar) over haar herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog.
Dat de Tweede Wereldoorlog niet alleen een ding is van senioren, bewijst de 22-jarige Robin Gouwswaard uit Nieuw-Loosdrecht. Hij bezit al 5.000 voorwerpen over Hilversum en omgeving in de oorlog.
Voor veel Joodse Amsterdammers was Kamp Westerbork op de Drentse hei hun laatste verblijfplaats in Nederland. Het doorgangskamp was door de nazi’s ingericht als een stad, waar het normale leven zoveel mogelijk door kon gaan. De gevangenen hoopten er zo lang mogelijk te blijven, want wie op het wekelijkse transport naar het oosten werd gezet, wachtte een inktzwarte toekomst.
‘Kruipend door nauwe gangen vol met zand duurt het niet lang voor je omgeven bent door absolute duisternis. Metersdiep onder de grond hoor je slechts de echo van je eigen ademhaling, de buitenwereld is stil. Het signaal van je telefoon is weggevallen. Je schijnt met een zaklamp in het duister, waar sinds de oorlog geen licht meer is geweest.’
Stadsarchief Amsterdam besteedt aandacht aan veertien componisten die in de Tweede Wereldoorlog werden vervolgd of vermoord. 'Die componisten krijgen we niet meer terug, maar hun muziek moet klinken,' vindt samensteller Eleonore Pameijer.
Al vroeg in de oorlog ontstaat in Naarden één van de eerste verzetsgroepen van Nederland. Onder leiding van Marinus Dubelaar stelen zij in de zomer van 1940 explosieven, wapens en munitie onder de neus van de Duitse bezetter uit een wapendepot in de vesting. Maar als er verraad in het spel komt, zijn de consequenties groot.
De nieuwe tentoonstelling Revolusi! In het Rijksmuseum heeft de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) weer volop onder de aandacht gebracht. Het was een ongelijke strijd, waarbij vooral aan Indonesische zijde veel slachtoffers vielen. Niet voor niets heeft deze periode bij hen soms diepe wonden achtergelaten. Hoog tijd om eens te kijken naar wat er nu écht gebeurde in deze chaotische naoorlogse situatie.
Gerrit van Schaik, een Amsterdamse ‘maandvlieger’, werd in de meidagen van 1940 gemobiliseerd in de strijd tegen de Duitsers. Vanuit vliegbasis Soesterberg vloog hij onder meer naar de Grebbelinie, waar hij deelnam aan luchtgevechten.
Je hoeft alleen maar te kijken naar een verkiezingsstrijd in Amerika of corrupte leiders in China en je begrijpt dat er middelen worden ingezet om de massa in het gareel te houden. Zelfs in ons kleine kikkerlandje is er ‘false news’ in omloop. Maar nog veel misleidender dan nepnieuws is propaganda. In de Tweede Wereldoorlog verspreidde de bezetter op grote schaal propaganda affiches door heel Nederland, om het volk te beïnvloeden. Één ding is zeker: neem niet alles aan wat je leest.
Bij twee razzia’s, op 22 en 23 februari 1941, worden 400 willekeurige Joodse jongemannen in de toenmalige Amsterdamse Jodenbuurt opgepakt. Het vormt de directe aanleiding tot de Februaristaking, die een paar dagen later uitbreekt.