Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Sterke verhalen

Noord-Holland barst van de sterke verhalen: legenden, griezelverhalen en onverklaarbare mysteriën. Sommigen te mooi zijn om waar te zijn en sommigen te waar om mooi te zijn.

Verhalen

Levend begraven in Hilversum

Hoe zou het zijn om 56 uur levend begraven te zijn in een put van 12 meter diepte? Het overkwam Toon Tilburgs in Hilversum in 1892. Hij groef op de Trompenberg in Hilversum een zogenaamde welput. In zo’n put werd een pomp geplaatst die het grondwater naar boven water haalde. De put werd gemaakt van in elkaar sluitende duigen, gebogen houten planken. Die werden bij elkaar gehouden door een houten of ijzeren band. Zo ontstond een kuip. Het werk was niet zonder risico, zeker niet in de zanderige en hooggelegen Trompenberg waar diep gegraven moest worden om het grondwater te bereiken.

>

Beeld Paaseiland spoelt aan op strand Zandvoort

1 april 1962: een beeld van anderhalve meter lang is aangespoeld op het strand van Zandvoort. Burgemeester Venema staat voor een raadsel. Een paar dagen later blijkt het een geslaagde 1-aprilgrap te zijn.

>

Vondels droeve laatste jaren

De ´Prins der dichters´, dat is de bijnaam van de grote Nederlandse dichter en schrijver Joost van den Vondel. Zijn oeuvre bestaat uit meer dan 33 treurspelen, leer-, lof- en hekeldichten en vertalingen van klassieke literatuur. De laatste jaren van het rijke leven van de schrijver die ook nog handelde in zijde, zullen niet al te prettig zijn geweest. Zijn zoon, Joost junior, moet Van den Vondel flink wat rimpels en grijze haren hebben bezorgd. In ieder geval brachten de problemen van zijn enige mannelijke nageslacht Joost senior aan de rand van de financiële afgrond.

>

Claes Compaen uit Oostzaan

"De Rover Klaas Compaen, heeft op den Oceaan, zich zelven rijk gestolen; Maar in zijn ouderdom, behoeftig, mank en krom, moest hij om brood noch doolen. Gestolen goed gedijd niet, Een goed gemoed benijd niet", werd na het overlijden van de beruchte zeevaarder, Claes Compaen, gerijmd. Hij was al jong als volwaardig bemanningslid op een schip te vinden en maakte succes als koopman en later Kaapvaarder. Verontwaardigd over een oneerlijke opbrengst van een veroverde prijs, besloot de Zaanse schipper alleen nog voor eigen rekening de zee op te gaan.

>

Praten als Brugman

"Ze kon praten als Brugman, maar niemand luisterde." 'Praten als Brugman' betekent dat je met grote overtuigingskracht spreekt. Tegenwoordig betekent deze welbespraaktheid in de uitdrukking niet automatisch dat je anderen weet te overtuigen: "Hij kon praten als Brugman, maar de receptioniste zei dat ze hem niet kon helpen." Anders dan uitdrukkingen als 'nieuwsgierig aagje' en 'brave hendrik', blijft de hoofdletter van de eigennaam Brugman staan. Er wordt namelijk een directe als-vergelijking gemaakt met een historisch figuur. Maar waar komt de uitdrukking 'praten als Brugman' vandaan? En wie was deze Brugman?

>

Brave Hendrik

"Kent gij Hendrik niet, die altijd zoo beleefd zijnen hoed afneemt als hij voorbij gaat? Vele menschen noemen hem de brave Hendrik, omdat hij zoo gehoorzaam is, en omdat hij zich zoo vriendelijk jegens ieder gedraagt", opent Nicolaas Anslijn zijn 'De brave Hendrik', een negentiende-eeuws leesboekje voor jonge kinderen. Tegenwoordig heeft 'brave hendrik' een negatievere toon en wordt de uitdrukking veelal in verband gebracht met een slap en bangig persoon of iemand die op overdreven wijze de regeltjes volgt, die nooit kattenkwaad zal uithalen of ergens tegenin zal gaan. Wanneer is iemand volgens jou een brave hendrik?

>

Nieuwsgierig aagje

"Hé, niet zo nieuwsgierig, nieuwsgierig aagje!" Heb je vast wel eens gehoord wanneer je als kind de kledingkast van je ouders in dook om te kijken wat ze voor je verjaardag hadden gekocht. Of als je 's avonds laat al naar beneden sloop om vóór het opstaan al in je schoen te kijken om te zien wat Sinterklaas er in had gestopt. Bij de uitdrukking 'nieuwsgierig aagje', wordt Aagje niet meer als eigennaam gebruikt, maar als een soortaanduiding om mensen te karakteriseren. Ook wel een 'eponiem' genoemd. Iedereen kan een nieuwsgierig aagje zijn. Nieuwsgierig zijn wordt veelal geassocieerd met het zoeken en vinden van het onbekende. Je weet niet zeker waar je uit komt als je nieuwsgierig bent naar iets. Over het algemeen worden nieuwe kennis en ervaringen als weldadig beschouwd, maar niet altijd. Genomen risico's kunnen ook verkeerd uitpakken. Zo ervoer 'Nieuwsgierigh Aeghje van Enckhuysen' het in een klucht van Abraham Bormeester.

>

In Holland staat een huis

"In Holland staat een huis, in Holland staat een huis, in Holland staat een huis, ja, ja, van je singela singela hopsasa, in Holland staat een huis, in Holland staat een huis. In dat huis daar woont een heer, in dat huis daar woont een heer, in dat huis daar woont een heer, ja, ja, van je singela singela hopsasa (...)" Je hebt dit liedje zo vaak op school gezongen dat je bij het lezen van de eerste regel direct het volledige kinderliedje in je hoofd hoort. Het is een echte klassieker, waarbij al zingend de familie in het Hollandse huis groeit. De heer kiest een vrouw, de vrouw een kind, het kind een kat of hond. En zo kan het eindeloos doorgaan. De variaties op 'In Holland staat een huis' zijn dan ook ontelbaar. Maar welke versie is het oudste?

>

Holle Bolle Gijs

"Heb je wel gehoord van de holle bolle wagen, waar die holle bolle Gijs op zat? Hij kon schrokken, grote brokken: Een koe en een kalf en een heel paard half, een os en een stier en zeven tonnen bier, een schip vol rapen en een kerk vol schapen, en nog kon Gijs van de honger niet slapen!" Het gezongen rijm over de hongerige veelvraat vind je tegenwoordig nauwelijks nog in liederenbundels. Bij Holle Bolle Gijs denk je al snel aan de kindvriendelijke prullenbak die met een 'papier hier!' de Efteling schoon houdt, maar dat is een modern idee en ontwerp van Anton Pieck en het pretpark. Over het oorspronkelijke verhaal achter 'Holle Bolle Gijs' is weinig bekend, al bestaat er wel een fascinerende mogelijke verklaring.

>

Daar zaten zeven kikkertjes

"Daar zaten zeven kikkertjes, al in een boerensloot. De sloot was toegevroren, ze lagen hallef dood. Ze kwekten niet, ze kwaakten niet, van honger en verdriet." Je hebt vast ergens een boekje met oude rijmpjes en versjes of kinderliedjes liggen waar deze negentiende-eeuwse klassieker in staat. Het is een vrij triest kinderliedje, waar de 'zeven kikkertjes' flink te lijden hebben in de koude winter en van de honger niet meer kwaakten. Echter, anders dan je in de meeste 'Ben je boos? Pluk een roos'- boekjes leest, is 'Van honger en verdriet' niet de laatste regel. Ken jij de volledige tekst nog?

>

Luilak, beddezak

"Luilak, beddezak, staat om negen uren op, negen uren, half tien, dan kan men de luilak zien!" De ene keer slaap je er doorheen, de andere keer wordt je gedwongen een speltje die tussen de drukker van de elektrische deurbel is gestopt, weg te halen. 'Luilak' is een typisch Nederlands liedje dat traditioneel bij het gelijknamige volksgebruik of kwajongensfeest wordt gezongen om langslapers op de zaterdagochtend voor Pinksteren te bespotten en uit hun schoonheidsslaap te wekken.

>

Jan Huygen in de ton

"Jan Huygen in de ton, met een hoepeltje erom, Jan Huygen, Jan Huygen, en de ton die viel in duigen." Kinderen staan hand in hand in een kring en vormen zo als het ware een ton. Tijdens het zingen van het traditionele Hollandse kinderliedje blijven ze met enige vaart doorhuppelen tot de ton in duigen valt. De handen worden losgelaten en iedereen laat zich als duigen op de grond vallen, "In duigen, in duigen, en de ton die viel kapot". Misschien ken je het kringdansje nog wel van vroeger, maar weet je ook waarover je zong? Wie is die Jan Huygen eigenlijk en waarom zit hij in een ton?

>

Schuitje varen, theetje drinken

"Schuitje varen, theetje drinken, varen we naar de overtoom, drinken we zoete melk met room, zoete melk met brokken, kindje mag niet jokken." Wie kent dit deuntje niet? 'Schuitje varen', is een van de vele (bijna 800!) klassieke, anonieme kinderliedjes en bakerrijmpjes die in de negentiende eeuw door de Nederlandse wetenschapper, Johannes van Vloten, in een kinderliedboek werden verzameld. Maar wat is een overtoom? En wat hebben het schuitje, de thee en de zoete melk met room ermee te maken?

>

Boter op je hoofd hebben

"Die in een glazen huisje woont, moet met geen steenen gooien of geen steen op zijn buurmans dak werpen, wie lijdt aan het een of ander gebrek, heeft geen recht het een ander te verwijten", schreef spreekwoordenexpert F. A. Stoett in zijn 'Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden'. Wie boter op zijn hoofd heeft, kan behoorlijk wat aan te merken hebben op anderen, maar is zelf bepaald niet onschuldig. Wat is de overeenkomst tussen 'boter op je hoofd' en schuldig zijn? En waar komt de uitdrukking vandaan?

>

De kogel is door de kerk

Na lang twijfelen is een besluit genomen, met andere woorden: 'de kogel is door de kerk'. Een uitdrukking die al sinds de achttiende eeuw bekend is. De eerste vermelding kun je vinden in het spreekwoordenboek van theoloog en letterkundige Carolus Tuinman, maar waar de uitdrukking exact vandaan komt, is onzeker.

>

Een oogje in het zeil houden en een bezem in de mast voeren

Voorzichtige schippers houden geregeld een oogje in het zeil en zeevaarder en luitenant-admiraal Maarten Harpertszoon Tromp zou een bezem aan de mast hebben gebonden na een overwinning op de Engelsen in 1652. Veel spreekwoorden en gezegden vinden hun oorsprong in de Nederlandse zeegeschiedenis. Het is dan ook geen wonder dat de zeventiende-eeuwse schrijver Carolus Tuinman in zijn boek over de oorsprong van spreekwoorden een groot hoofdstuk besteed aan enkel de gezegdes die te maken hebben met schepen, zeeslagen, piraten, zeilen en masten.

>

Ieder huisje heeft zijn kruisje

Noord-Holland kent vele 'huisjes' in allerlei unieke bouwstijlen. De markante gevels van steden als Haarlem en Amsterdam, de kenmerkende houten huisjes uit Zaandam en de typisch Noord-Hollandse stolpboerderijen geven het landschap al eeuwenlang kleur. Er hebben zich door de geschiedenis heen vele levensverhalen in afgespeeld. Elk huis heeft zijn verhaal en elk huis kent zijn lijden; overal mankeert wel iets. Oftewel, ieder huisje heeft zijn kruisje.

>

Door de mand vallen

De waarheid is anders dan gedacht. Miljoenenjuffouw Jaantje Struik, een van de beroemdste oplichtsters uit de Nederlandse geschiedenis, viel door de mand na een conflict met een juwelier. Ze wist vele miljoenen af te troggelen, maar eindigde als bedelaarster. Als iemand 'door de mand valt', betekend dat hij of zij is ontmaskerd als leugenaar, bedrieger, dief, domoor etc. Diegene blijkt dan als het ware 'van lager niveau' te zijn dan de buitenwereld tot dan toe had verwacht. Maar waar komt deze uitdrukking vandaan? En wat heeft die mand ermee te maken?

>