Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

In Holland staat een huis

"In Holland staat een huis, in Holland staat een huis, in Holland staat een huis, ja, ja, van je singela singela hopsasa, in Holland staat een huis, in Holland staat een huis. In dat huis daar woont een heer, in dat huis daar woont een heer, in dat huis daar woont een heer, ja, ja, van je singela singela hopsasa (...)" Je hebt dit liedje zo vaak op school gezongen dat je bij het lezen van de eerste regel direct het volledige kinderliedje in je hoofd hoort. Het is een echte klassieker, waarbij al zingend de familie in het Hollandse huis groeit. De heer kiest een vrouw, de vrouw een kind, het kind een kat of hond. En zo kan het eindeloos doorgaan. De variaties op 'In Holland staat een huis' zijn dan ook ontelbaar. Maar welke versie is het oudste?

Oneindig

In de bekendste versie worden de regels ‘In Holland staat en huis’ en ‘In dat huis daar woont een heer’ herhaald en vervolgd door het betekenisloze ‘singela, singela hopsasa’. Na de eerste twee verzen kiest de heer een vrouw: “En die heer die kiest een vrouw, en die heer die kiest een vrouw, en die heer die kiest een vrouw, ja, ja, van je singela, singela hopsasa”. Vervolgens kiest de vrouw een kind, dat kind kiest een hond, die hond kiest een kat en die kat kiest een muis. Het liedje houdt daar echter niet op en resulteert in een soort levenscyclus, waarbij iedereen achtereenvolgens het huis uit wordt gejaagd. Het huis wordt vervolgens in de brand gestoken, omver geschopt en weer opgebouwd. “Nu staat het huis weer klaar”, is de laatste regel. Het zou echter meteen het begin kunnen vormen van een nieuw ‘In Holland staat een huis’, wat het liedje daadwerkelijk oneindig maakt.

Bij veel volks- en kinderliedjes hoort een spel of dans en dan meestal een kringdans, ook hier. Je loopt hand in hand in een kring en bij het tweede couplet, ‘In dat huis daar woont een heer’, stapt één iemand in de kring. Dan kiest diegene een vrouw die de heer volgt en ook in de kring gaat staan. Dit gaat door tot de familie compleet is. Bij het wegjagen gaat de familie achtereenvolgens buiten de kring staat en bij het in brand steken strijkt iedereen denkbeeldige lucifers af en vormt iedereen weer met de andere kinderen de kring van het begin. Bij het opbouwen van het huis stapel je vervolgens je vuisten opeen.

In Holland staat een huis Pen- en potloodtekening van het klassieke kinderliedje ‘In Holland staat een huis’.

Falderie, faldera, falderopsasa

De oorsprong van ‘In Holland staat een huis’ is onbekend. Waarschijnlijk gaat het om een mondeling doorgegeven liedje, waardoor de schrijver en componist in nevelen zijn gehuld. De oudst bekende bron van het kinderliedje is volgens de Liederenbank van het Meertens Instituut de handschriftencollectie van het Bureau van het Nederlandse Volkseigen uit 1850. Hier staat niet ‘in’ maar ‘op’ Holland een huis.

De tekst van het kinderliedje is ook door wetenschapper en liedjesverzamelaar Johannes van Vloten opgenomen in zijn ‘Nederlandsche baker- en kinderrijmen’ (vierde druk, 1894). In de twee versies die Van Vloten heeft opgeschreven zijn er geen hond, kat en muis in het spel, maar kiest de heer bijvoorbeeld een knecht en de vrouw een meid. Wat meteen opvalt, is het begin van een van de versies van het liedje, waar een lindelaan in verschijnt en het betekenisloze ‘Singela, singela hopsasa’ plaats heeft gemaakt voor: ‘falderie, faldera, falderopsasa’. Hierdoor is het even zoeken naar de bekende melodie. Bovendien kent de verhalende tekst geen ‘levenscyclus’. In deze versie eindigt de tekst bij het in brand steken van het huis:

“In Holland staat een huis, ja huis, En in Holland staat een lindelaan; Falderie, faldera, Falderopsasa, En in Holland staat een huis. Wie woont daar in dat huis, ja huis? En wie woont daar in die lindelaan? (…) Daar woont een rijke heer, ja heer, Al in die rijke lindelaan; Falderie faldera, Falderopsasa (…)Nu krijgt die heer een vrouw, ja vrouw (…) Nu krijgt die vrouw een kind, ja kind (…) Nu krijgt die heer een knecht, ja knecht (…) Nu krijgt die vrouw een meid, ja meid (…) Nu jaagt de heer den knecht, ja knecht (…) Nu jaagt de heer den knecht, ja knecht (…) Nu jaagt de vrouw de meid, ja meid (…) Nu gaat die heer in ’t bosch, ja Bosch (…) Nu gaat die vrouw van ’t huis, ja huis (…) Nu is dat kind alleen, alleen (…) Zeg, kind, waar is je vaâr, je vaar (…) Mijn vaâr die is in ’t bosch, ja Bosch (…) Wat doet hij in dat bosch, ja Bosch (…) Daar klooft hij een goed hout, ja hout (…) Nu steekt men ’t huis in brand, ja brand(…)”

Steigerde, weigerde, wipmanshuis

In de tweede versie die Van Vloten had verzameld, verdwijnt ‘Holland’ en staat ‘daar ginder’ een huis. ‘Falderie, faldera, falderopsasa’ wordt vervangen door ‘Steigerde, weigerde, wipmanshuis’ en de heer door een boer. Het huis wordt niet verbrand, maar het de tekst in het liedje krijgt wel een trieste wending als de karakters achter elkaar sterven, op de boer na:

“Daar ginder staat een huis, Steigerde, weigerde, wipmanshuis; Daar ginder staat een huis. Wie woont daar in dat huis, Steigerde, weigerde, wipmanshuis (…) Daar woont alleen een boer, Steigerde, weigerde, wipmansboer. Die boer, die kreeg een vrouw, Steigerde, weigerde, wipmansvrouw. Toen loeg hij om die vrouw, Steigerde, (…) Toen kreeg die boer een kind, Steigerde, (…) Toen loeg hij om dat kind, Steigerde, (…) Toen kreeg die boer een knecht, (…) Toen kreeg die boer een meid, (…) Toen stierf die boer zijn vrouw, Toen kreet hij om zijn vrouw. Steigerde, (…) Toen stierf die boer zijn kind, Toen kreet hij om zijn kind. (…) Toen stierf die boer zijn knecht (…) Toen stierf die boer zijn meid, ( )Toen stond hij weêr alleen.”

Singelingenhuis

Een derde bron die rijk is vertegenwoordigd in de Liederenbank van het Meertens Instituut, is het boek ‘Kinderspel en kinderlust’ van A. de Cock en Is. Terlinck uit 1902 à 1908. Hier is er geen sprake van een lindelaan, ‘falderie, faldera, falderopsasa’ of ‘steigerde weigerde wipmanshuis’, maar van een ‘In Holland staat een singelingenhuis’ in de tweede regel van het liedje.

Als een van de bekendste oude volks- en kinderliedjes staat ‘In Holland staat een huis’ als titel op menig boek met verzamelde kinderliedjes, versjes en verhalen. De titel van het liedje verscheen ook op televisie bij een woonprogramma waarin buren elkaars woning een soms grootscheepse metamorfose gaven. Het zal nog lang duren voordat dit liedje uit menig herinnering is verdwenen. Misschien verdwijnt het wel nooit en wordt het nog eindeloze keren gezonden. Welke versie zing jij het meest? Heb jij huisdieren rondlopen in het Hollandse huis en krijgt het kind nog broers en zusjes? En maak jij de denkbeeldige ‘levenscyclus’ rond?

Auteur: Liza Koppenrade

Bronnen

  • Johannes van Vloten, ‘In Holland staat een huis’, http://www.dbnl.org/tekst/vlot002nede11_01/vlot002nede11_01_0006.php?q=Holland#hl2
  • Meertens Instituut, Nederlandse Liederenbank, http://www.liederenbank.nl/resultaatlijst.php?zoek=27953&actie=incipitnorm&lan=nl

Publicatiedatum: 28/04/2016

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.