Dieuwertje was weduwe en bracht uit haar eerste huwelijk drie kinderen mee, waaronder Maartje Dirks. Toen Maartje Dirks 17 jaar was gebeurde het. Zij was met haar stiefvader bezig op de boerderij het ‘stro te verleggen’ en werd door hem enkele malen ‘vleselyck gebruyckt’. Een paar maanden later meldde Maartje Dirks dat zij zwanger was. Tegen Dieuwer zei Wabe dat dat een gevolg was van een bezoek dat Maartje Dirks had gebracht aan Amsterdam. Toen haar moeder erachter kwam wat er werkelijk was gebeurd wilde ze dat voor de dorpsgenoten geheimhouden. Wabe beloofde dat alles goed zou komen en dacht een probaat middel te hebben om de zwangerschap af te breken. Hij had rattenkruid gekocht in Medemblik. Aangelengd met bier dronk Maartje ervan. Ze werd er beroerd van. Het bleef bij die ene keer.
Op een zondagochtend in mei 1752 kwamen de weeën. Maartje Dirks zou geroepen hebben ‘Godt, ik ben soo benaut’. Haar stiefvader was bij de bevalling, terwijl Dieuwertje bij de andere kinderen bleef. Maartje Dirks heeft van de bevalling niets gemerkt. Ze raakte buiten kennis. Toen ze bijkwam was het kind verdwenen. Wabe lichtte haar niet in of het een jongen of een meisje was. Tegen zijn vrouw zei Wabe dat er een kind geboren was, ‘een ontijdig kint, waervan het hooft altemael verdorven was…’”
De zwangerschap van Maartje Dirks was op Wieringen niet onopgemerkt gebleven. Was ze bevallen en zo ja, waar was het kind? De geruchten bereikten ook de baljuw en de schout in Hippolytushoef. Ze stuurden twee vroedvrouwen naar de boerderij op de Akkerweg. Beiden constateerden dat Maartje Dirks ‘korte dagen geleden van een kint verlost was, als sijnde de borsten vol sog’. Bovendien zagen de twee vroedvrouwen dat ze het lichaam van een kraamvrouw had.
Maartje biechtte op dat Wabe Douwes de vader van haar kind was. Hij had haar verleid. Waar haar kind was wist ze niet. Hij zou het naar het kerkhof brengen. Ook Dieuwertje was ervan op de hoogte. De regenten van het eiland lieten in de omgeving van het huis onderzoek doen. Het graf werd gevonden in een hoek van de tuin achter het huis. De baby was gewikkeld in een doek. In Hippolytushoef vertelden de twee chirurgijns van het eiland, die de opdracht hadden gekregen het kind te onderzoeken, dat het een meisje was en dat het levend ter wereld gekomen was.
Wabe Douwes werd gearresteerd. Hij gaf toe, na veelvuldig te zijn verhoord, dat hij had geholpen bij de bevalling. Hij had de navelstreng doorgesneden en het kind op zolder in een mand gelegd. Na zesendertig uur was het kind ‘door versuym’ gestorven. Eerst had hij de nageboorte in de tuin begraven en daarna ook het kind.
De aanklacht was fors. Wabe Douwes werd beschuldigd van maagdenroof, overspel en van bloedschande. In de 18e eeuwse rechtspraak gold een stiefdochter als een biologische dochter. Ook werden hem twee moorden ten laste gelegd. Niet alleen had hij het kind gedood, maar ook had hij zijn stiefdochter blootgesteld aan de dood door haar niet behoorlijk te assisteren bij de bevalling.
Het gerechtelijk vooronderzoek duurde een half jaar. Het vonnis was dood door ophanging. Op 6 januari 1753 was het zover. Hij werd ter dood gebracht ‘door scherpregtershanden.’ Zijn lichaam werd daarna op het galgenveld op een rad gezet en was daarna ‘ten spijse van gevogelte gelaten’
Dieuwertje werd ook veroordeeld. Zij werd gegeseld en voor vijf jaar verbannen. Maartje Dirks ten slotte werd eveneens gestraft. Ze had gezwegen en middelen ingenomen ‘tot afdrijving van de vrugt’. Haar verbanning duurde zeven jaar. Toen ze terug op Wieringen was trouwde ze in 1778 met een weduwnaar van Texel. Ze kreeg vier kinderen.
Auteur: Stef Lokin
Aan de Akkerweg in Oosterland ligt schuin tegenover de eeuwenoude Michaëlskerk de Wabe Douwesweid, waarvan de naam herinnert aan dit verhaal.
Bronnen:
- Sytse Jan van der Molen, Het gruwelijke verhaal van Wabe Douwes. Leeuwarder Courant 3-10-1986
- Jan T. Bremer, Het gruwelijke verhaal van Wabe Douwes. In: Wieringen, het Wad en het water. Schoorl 2003
Publicatiedatum: 10/10/2020
Vul deze informatie aan of geef een reactie.