Grafheuvel
De Sommeltjesberg werd in 1777 afgegraven door de eigenaar van het land, Simon de Breker. Uit de berg kwamen Romeinse importgoederen zoals keukengerei en voorwerpen uit de streek. Rond die tijd bezocht Pieter van Cuyck (1720-1787) Texel. Hij was geïnteresseerd in het verhaal van de heuvel en tekende de afgraving op. Hij kwam tot de conclusie dat het hier ging om een grafheuvel waarin de as van een voorname streekbewoner samen met een keur aan voorwerpen was begraven.
Texel was in de Romeinse tijd deel van het vasteland. Men kon lopend naar Wieringen en Huisduinen. Er zijn in de afgelopen 10 jaar een groot aantal nederzettingen uit de Romeinse Tijd op Texel ontdekt. Sommige vindplaatsen, zoals bij de Sommeltjesberg, hebben vondsten van Romeinse import opgeleverd. Dit lijkt zich te beperken tot de grotere nederzettingen. Dit zou kunnen wijzen op verschillen in rijkdom onder de Texelse bevolking. Enkele van die welvarende woonplaatsen liggen direct ten noordwesten van het Sommeltjesbergje, op de hogere gronden boven de Waal. Het is mogelijk dat de begraving van hieruit heeft plaatsgevonden.
Op de prent van Cornelis Bogerts (naar Pieter van Cuyck) is de afgraving in volle gang. Op de achtergrond is een dorp op Texel te zien. Langs de weg naar het dorp staat de half afgegraven heuvel, de zogenaamde Sommeltjesberg. Een man is bezig de binnenkant van de heuvel te onderzoeken. Twee gravers staan naast de heuvel te wachten.
Tijdens zijn leven tekende Van Cuyck vooral gravures, die hij niet zelf vervaardigde. Hij schreef een verslag van de archeologische opgravingen bij De Waal, dat in 1777 werd uitgegeven als Beschryving van eenige oudheden, gevonden in een tumulus, of begraafplaats, op het eiland Texel.
Pieter Van Cuyck is vooral bekend van zijn beschrijvingen van Texel, Wieringen, Vlieland en Terschelling, die na zijn dood in 1789, in drukvorm verschenen onder de titel Brieven over Texel en de naby-gelegen eilanden.
Archeologische vondsten
Beschrijving van de Romeinse oudheden door Pieter van Cuyck. Naar facsimile:
“Wat nu aangaat het einde, waar toe deeze Meubelen en Vercierzelen gediend, en aan wien ze toebehoord hebben, zulks is niet gemaklyk na te gaan. Zeker is het ondertusschen, dat de Romeinen hier een vasten Zetel gehad hebben. (…)
Ter deezer oorzake denkt men in dit geval gereedlyk aan de Romeinen; en men helt ‘er te ligter toe over, als men ’t oog slaat op de Romeinsche Letters en Naamen, op de zo genoemde Lepels; (…).
‘Ter ophelderinge deezer Oudheden’ beschreef Pieter van Cuyck soortgelijke vondsten in diverse boeken. In 1727 waren bij Montepulciano net zulke lepels gevonden.
“De Schryver houdt ze voor twee Lek- of Zijgvaten, daar de Ouden zig van bedienden, om hunne Wyn te zuiveren. By de Romeinen was ’t meer of min noodzaaklyk de wynen door te laaten zypelen; zo wel om dat ze die lang bewaarden, waardoor ze dik wierden; als om dat zy ‘er Kruiden, Bloemen, Specerijen, enz. in mengden. De gemeene Luiden bedienden zich van een Zak, om ’er hunnen drank door te laaten loopen.”
Kabouters op Texel
Het woord kabouter (ook wel klabber, klabouter, of kaboutermanneke) is etymologisch verwant aan de Duitse Kobold, de Engelse Goblin en de Franse Gobelin. In de 14e eeuw worden de ‘Coubouten’ al genoemd als boze geest. Dit wezen heeft ook andersoortige namen. Het wordt in Friesland ierdmântsje (aardmannetje) genoemd en in Groningen aulk, in Texel kent men het als sommeltje en in Limburg noemt men hem ook wel alvermannetje. Sommeltje kan een verbastering zijn van het Friese woord voor verzamelen: sommelje. Op het voormalige schiereiland Wieringen heten ze Sammeltjes.
De sommeltjes op Texel zijn een soort aardgeesten van slechts zestig tot negentig centimeter hoog. Zij wonen in de duinen en op de Sommeltjesberg en dansen daar in het maanlicht. Je vindt ze ook in een kuil bij Stroe op het voormalige eiland Wieringen, die de Sammeltjeskuil wordt genoemd. In die kuil zijn vele ‘sammeltjespiipkes’ gevonden. Dit zijn kleine, aarden pijpjes waaruit zij rookten. De sommeltjes leven ’s-nachts omdat ze niet tegen het zonlicht kunnen. De zonnestralen zouden ze doen verstenen. Ze kunnen zich onzichtbaar maken en door alle openingen van een huis naar binnen komen. Ze hielden van glimmende dingen. Ze stalen koperen ketels, zilveren munten en ander kostbaars. Toch gaven ze ook wel eens een ketel glanzend opgepoetst en met inhoud terug.
Kinderen kregen te horen dat de nieuwgeboren kindjes door de sommeltjes werden gebracht. Al in 1755 worden de sommeltjes van de Sommeltjesberg in Texel genoemd. Het zouden geesten zijn en de lokale kinderen werden voor hen bang gemaakt door te zeggen: ‘de Sommeltjes zullen by u uit het Bergje komen’ (Blécourt 371, Franke 4, Sinninghe – Hollandsch 22-23)
Wandelen op het sommeltjespad
Op Texel is in het Nationaal Park Duinen door Staatsbosbeheer een Sommeltjespad gemaakt in het bos. Het pad is speciaal gemaakt voor kinderen van ongeveer 3 tot 8 jaar.
Volgens de website van de ANWB valt er voor kinderen langs de route van alles te ontdekken. Van een uil in een boom tot sommeltjes die onder de boomwortels wonen. Langs de route gaan de kinderen op zoek naar de versteende sommeltjes, ‘dieren’ die op Texel leven en andere leuke dingen. Het Sommeltjespad is 1,5 km en start bij de Pelikaanweg in De Koog. Het beginpunt van het wandelpad is bij afslag 14, weg afrijden, einde links. Het pad is aangegeven met een wegwijzer aan de weg.
Met dank aan Abe de Verteller.
Bronnen:
- Wikipedia
- Website van Abe de Verteller
- Nationaal Park Duinen van Texel
- ‘Wieringer legendes – de Sammelkes’ op de website www.pagowirense.nl
- ‘Sommeltjes’ op de website van Irene Maas.
Publicatiedatum: 30/10/2020
Vul deze informatie aan of geef een reactie.