Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Kastelen en buitenplaatsen

Noord-Holland was lange tijd rijk aan buitenplaatsen. De welvaart van de stedelijke elite gaf in de zeventiende en achttiende eeuw een enorme impuls aan de aanleg van buitenhuizen, tuinen, parken en bossen. De buitenplaatsen die de tand des tijds overleefden, worden nu bijna allemaal beschermd door de monumentenstatus. Een aantal is bezit geworden van natuurorganisaties als Staatsbosbeheer of Natuurmonumenten, maar een groot deel van de buitenplaatsen is (weer) in privébezit gekomen.

Meer informatie over bestaande buitenplaatsen is te vinden op de website van stichting Kastelen Buitenplaatsen Landgoederen (sKBL).

Verhalen

Leyduin

Leyduin is gelegen in de binnenduinrand op de grens van strandwal en weilanden. Het landgoed is lange tijd in handen geweest van de familie Van Lennep en heeft een belangrijke rol gespeeld in de watervoorziening van Amsterdam. Nu is het een bos met wandel- en fietsroutes waar je en grote kans hebt een groep reeën tegen te komen.

>

Koekoeksduin: jachthuisje met schuilkerk

In de 17e eeuw gebruiken de bewoners van de buitenplaatsen langs de Herenweg in Aerdenhout een grote strook binnenduinbos en weilanden als hun jachtgebied. Als in 1657 de Leidsevaart wordt gegraven worden op de jachtdomeinen zelfstandige buitenplaatsen aangelegd. Eén van die buitenplaatsen is Koekoeksduin. Op de buitenplaats staat een 17eeeuws jachthuis dat ooit nog in gebruik is geweest als schuilkerk.

>

Hoogergeest

Een paar elementen van de achttiende-eeuwse buitenplaats Hoogergeest resteren nog: de hekpijlers, de toegangsweg en een hele oude taxusboom. Hoogergeest is nu een openbaar toegankelijk bosgebied grenzend aan de buitenplaatsen Beeckestijn en Waterland en Schoonenberg.

>

Bennebroekbos was ooit Huis te Bennebroek

Het Bennebroekbos is een restant van de buitenplaats Het Huis te Bennebroek. Op de plek van het huis zelf is een serviceflat verrezen. In het bos, waar in het voorjaar vooral de vele stinzenplanten te bewonderen zijn, is de aanleg van het bos in landschapsstijl deels nog goed herkenbaar en ook de structuur van het park is nog grotendeels aanwezig.

>

Buitenplaats Ananas

Buitenplaats Ananas is, samen met Het Wildrijk één van de twee laatste buitenplaatsen in de Zijpe. Eens was het zomerverblijf van de bekende familie Van Strijen. Nu is het een natuurbos en is er een zuivelboerderij en minicamping gevestigd.

>

Strandvliet: hoeve met chique sfeer

Rond boerderij Strandvlied hangt nog de chique sfeer van de buitenplaats die hier ooit stond. De geschiedenis van de hoeve gaat terug tot 1682. Gijsbert de David Strantwijk, regent van het aalmoezeniershuis in Amsterdam, kocht toen aan de Amstel een stuk grond en een boerderij. Hij noemde de hoeve naar zichzelf: Strandvlied. Wijk betekent hetzelfde als vlied, namelijk een plaats om toevlucht te zoeken.

>

Karssenhof: buitenplaats met grafmonumenten

Karssenhof en Zorgvlied hebben een verleden gemeen. Beide begraafplaatsen waren in een vorig bestaan namelijk fraaie buitenplaatsen. Van Karssenhof is een kleurrijke prent bewaard gebleven uit 1793. Je ziet een imposant gebouw, half verscholen achter een groene haag. Aan de Amstel prijkt een elegante theekoepel met veranda. Terwijl de hoge heren en hun dames daar aan hun thee nipten, zagen ze de trekschuiten passeren.

>

Tulpenburg trok hoge gasten

Tulpenburg was de naam van een nu niet meer bestaande buitenplaats aan de Amstel. In het begin van de 17e eeuw bouwden veel rijke kooplieden uit Amsterdam een fraai buiten aan de Amstel. Volgens de overlevering verbleef Benedictus de Spinoza hier enige tijd, nadat hij 1656 uit Amsterdam was verbannen. Iets voorbij de banpaal en buiten het rechtsgebied van de stad Amsterdam: dat mocht nog net.

>

Oostermeer: juweel aan de Amstel

Een juweeltje om te zien is de buitenplaats Oostermeer. Het statige gebouw is nu bijna 300 jaar oud. De tuin is begin 1900 gereconstrueerd door tuinarchitect Leonard Springer. Hij combineerde daarbij symmetrische Franse elementen met landschappelijke Engelse stijlkenmerken.

>

Hofstede Beemsterlust

Voor 1612 stroomde er water door de Beemster. De kleine rivier de Bamestra groeide in de Middeleeuwen uit tot een ware binnenzee die in verbinding lag met de toenmalige Zuiderzee. Aan het begin van de Gouden Eeuw vatte de rijke koopman Dirk van Os, samen met zijn broer Hendrik, het plan op om de Beemster droog te leggen, om deze vruchtbare grond te bebouwen. Hiervoor was toestemming nodig van een aantal burgemeesters en kooplieden. In 1607 gaven de Staten van Holland en West-Friesland groen ligt voor de inpoldering. Ook een aantal rijke kooplieden waren hierbij betrokken, waaronder Jacob Poppen. In totaal bestond de groep uit vijftien man uit Amsterdam en Den Haag.

>

Streven naar een Hollands Arcadië

Dertien jaar lang, van 1777 tot 1790, hielden Johann Goll van Franckenstein en zijn zoon bij wat er groeide en bloeide in de tuinen van hun landgoed Velserbeek te Velsen. Niet alleen de flora had een plaats in het schriftje, ook de fauna kwam aan bod. Daarnaast beschreven deze heren de weersomstandigheden op hun landgoed, tot de temperatuur aan toe.

>

Kostverloren: ‘kasteel’ aan de Amstel

Reizigers zullen op de Amsteldijk, iets ten zuiden van de Kalfjeslaan, vol ontzag hebben staan kijken. Huis Kostverloren stond er namelijk imposant bij. Deze buitenplaats leek wel een kasteel. Je ziet er niets meer van terug in het landschap, maar schetsen van Rembrandt leveren het bewijs dat Kostverloren bestond.

>

Landgoed Duin en Kruidberg

Het landgoed Duin en Kruidberg, dat beheerd wordt door Natuurmonumenten, kent een geschiedenis van splitsing en samenvoeging. De dubbele naam dateert van het begin van de twintigste eeuw en is een combinatie van namen van de oude hofsteden Duin en Berg en De Kruidberg.

>

De historie van Landgoed Elswout

Één van Nederlands mooiste en best bewaarde buitenplaatsen is Elswout, tegenwoordig beheerd door Staatsbosbeheer. Op deze 400 jaar oude buitenplaats zijn overal sporen uit het verleden te zien. De verschillende landschapsstijlen zijn tekenend voor afzonderlijke periodes en stijlopvattingen en de gebouwen herinneren aan de vele eigenaren die Elswout heeft gekend.  De statige oude bomen geven onderdak aan verschillende holenbroeders zoals de specht, boomklever en bosuil. Op de velden en onder de bomen bloeien in het voorjaar veel stinsenplanten. In de oude ijskelder huizen vleermuizen en op het landgoed groeien bijzonder veel paddenstoelen, waaronder zeer grote tonderzwammen.

>

Buitenplaats Swaenenburgh in ’s-Graveland

Het buiten is elf hectare groot en omvat naast een door d.r P.J.H. Cuypers (architect van Rijksmuseum en Centraal Station in Amsterdam) gebouwde villa met koetshuis, onder meer een aantal bijgebouwen, tuinen met daarbij behorende tuinhuisjes, weide, bos en vijvers.  

De hoofdstructuur van het buiten wordt gevormd door een deel van een lanenstelsel dat hoofdzakelijk dateert uit de vorige eeuw.

>

Het verdwenen kasteel bij Wijdenes

Ook Wijdenes draagt de sporen van Floris V. Op 25 juni 1282 verbleef hij op het kasteel ter plaatse. Dat weten we, omdat hij op die datum vanuit Wijdenes een oorkonde uitvaardigde.

>

Medemblik: de handelsterp en het kasteel

Waar nu de binnenstad van Medemblik ligt, bevond zich al in de vroege middeleeuwen een belangrijke nederzetting. De inwoners richtten zich op handel en scheepvaart: Medemblik was een echte handelsplaats. Toch verleende Floris V het plaatsje pas in 1289 stadsrechten.

>

Drie kastelen bij Alkmaar

Graaf Floris V bouwde tussen 1282 en 1287 bij Alkmaar twee kastelen om de West-Friezen in bedwang te houden. De kastelen Torenburg (gebouwd door zijn vader graaf Willem II), Middelburg en Nieuwburg vormden een militaire eenheid. Ze waren precies zo dicht op elkaar gebouwd, dat men geen van deze burchten zonder problemen zou kunnen innemen. Vanaf elk kasteel konden de verdedigers grote pijlen schieten over tweederde van de tussenafstand.

>

De tuinmanswoning van buitenplaats Kareol

Kareol werd tussen 1907 en 1912 gebouwd in opdracht van J.C. Bunge door de Zweede architect Anders Lunberg, in samenwerking met een andere Zweedse architect en een Nederlandse collega. In 1977 werd het op de rijksmonumentenlijst geplaatst, maar door leegstand is het in 1979 gesloopt. Van de buitenplaats zijn alleen nog enkele onderdelen in de tuin, de portierswoning (Van Lennepweg 14) en de tuinmanswoning over.

>