Nieuwe eigenaar, nieuw huis
In de 17e en 18e eeuw is Ter Coulster in handen van de familie Van Cats. In 1784 overlijdt de laatste mannelijke Van Cats en breekt er een onrustige tijd aan voor het landgoed. In 1788 worden de gronden van Ter Coulster gesplitst en geveild. De Alkmaarse meester-steenhouwer Willem Bekker koopt het perceel met het huis en laat het gedeeltelijk slopen. Na hem verwerft Louis Anthony van Oyen, schepen te Alkmaar, het geheel in 1791. Hij laat in het bos een nieuwe woning bouwen. Dit huis wordt in 1801 overgenomen door Daniel Carel de Dieu, die het huis verplaatst naar een ander terrein en het ‘Mariënstein’ noemt. Zes jaar later komt de Alkmaarse magistraat jhr. Gijsbert Fontein Verschuir in het bezit van de grond van het voormalige huis Ter Coulster. Hij laat daar omstreeks 1808 een nieuw houten buitenhuis op bouwen. De nazaten van deze familie zijn nog altijd eigenaar van landgoed.
“Een nieuwerwetsch, riant landhuis”
Nicolaas Beets schrijft in 1836 over het huis ter Coulster als “een nieuwerwetsch, riant landhuis (…) wit gepleisterd, met koepelkamers, en vensters ten voeten uit en stores en persiennes (luiken) en tralies.” Het huis raakte echter nadien in verval en werd rond 1850 afgebroken. Het landschappelijke park, waarvan de structuur nog bestaat, is aangelegd in de eerste decennia van de 19e eeuw. Het bestaat uit slingerende paden door hakhoutbos en een lange oprijlaan. Het ontwerp van het park lijkt gebaseerd op plattegronden uit het ‘Magazijn van Tuinsieraaden’, een voorbeeldenboek van tuinarchitect Gijsbert van Laar die van 1799 tot 1803 in Alkmaar woont.
Boerderij op oude fundamenten
Op de fundamenten van het oorspronkelijk kasteel Ter Coulster is aan het begin van de 19e eeuw een boerderij gebouwd. Deze werd in 1887 echter weer vervangen door een nieuwe boerderij op dezelfde plek. De vijver en sloot naast deze boerderij ‘Ter Coulster Hof’ zijn nog restanten van de oude slotgracht met verbindingsvaart naar het riviertje De Die. In het park staat een markante theekoepel die in 1891 is gebouwd door jonkvrouwe Frederica Fontein Verschuir en Bartout van der Feen de Lille. Vanuit de theekoepel had men uitzicht op de Grote Kerk in Alkmaar. De familie woonde daarnaast in Huize De Dieu in de Langestraat.
Oehoe
Op het terrein van Landgoed Ter Coulster is in 2011 regelmatig een oehoe gespot. Dat is bijzonder omdat deze grote uilensoort in het wild in Noord-Holland voorheen niet voorkwam. De particuliere eigenaren doen veel aan het bosonderhoud. Met hulp van vrijwilligers worden takkenwallen en takkenhopen aangelegd. Hierin schuilen muizen, egels en vogels. Mede hierdoor neemt het aantal (roof)vogels op Ter Coulster de laatste jaren aanzienlijk toe.
Het parkgedeelte van het landgoed is dagelijks opengesteld. De boerderij Betsy’s Hof wordt door een van de eigenaren bewoond en is niet toegankelijk. De andere boerderij is in gebruik als melkveehouderij. Betsy’s Hof is vernoemd naar de jongste dochter van het echtpaar Frederica en Bartout van der Feen de Lille – Fontein Verschuir.
Landschap Noord-Holland / Cultuur Compagnie
Literatuur:
- Bertram, Christian. Noord-Hollands Arcadia, 2005.
- Oldenburger-Ebbers, Carla S., Anne Mieke Backer en Eric Blok. Gids voor de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur, Deel West.
- Rombach, J.H. Het huis Ter Coulster bij Heiloo, 1983.
Publicatiedatum: 30/04/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.