Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Huize Sperwershof

Een buitenplaats is van oudsher een plek waar welgestelde families uit de stad kunnen ontsnappen aan de stank en de drukte van de grote stad. Op landgoed Sperwershof wordt die mogelijkheid nu geschapen voor een groter publiek. In de ommuurde moestuin vinden we een theetuin, bloembinderij en een natuurvoedingswinkel. Op het achterste gedeelte van de buitenplaats zijn volkstuinen gekomen en de eigenaresse van Huize Sperwershof biedt Bed and Breakfast aan.

De beginjaren

In 1634 worden de kavels van de nieuw ontgonnen ’s Gravelandse polder verloot. Benedictus Schaeck krijgt twee kavels toegewezen, waarvan hij twee jaar later twintig morgen verkoopt aan Adriaan Dircksz. Sperwer. Aan hem ontleent de buitenplaats haar naam. Na hem komt het in 1702 in handen van de heer van Ankeveen: de Amsterdammer Adrianus Godefridus de Wael.

Huize Sperwershof. Bron: Noord-Hollands Archief, Provinciale Atlas.

Moestuin

Uit de zeventiende eeuw stamt de moestuin op de zuidwestelijke hoek van de kavel. Aan drie zijden wordt de moestuin omgeven door smalle sloten en aan de noordzijde staat nog een tuinmuur. De moestuin is nog altijd in gebruik als tuinderij met een theetuin, een bloembinderij en een natuurvoedingswinkel.

De buitenplaats krijgt vorm

In de negentiende eeuw koopt jonkheer Pieter Samuel Dedel de Sperwershof. Na zijn overlijden komt de buitenplaats toe aan de familie Roëll. Het oude huis wordt dan vervangen door een nieuwe villa ten noorden van het oude huis met een bijbehorend koetshuis. Het hoofdhuis heeft de tand des tijds niet doorstaan, maar een paar bijgebouwen uit deze tijd zijn er nog wel. Het gaat om de koetsierswoning, een tuinderwoning en een dienstwoning, die allen aan de buitenste rand van de buitenplaats liggen.

Sperwershof, ontwerp tekening H.Copijn, 1888, particuliere Collectie Groenekan. Via RCE.

De tuinen van Copijn

Baron Roëll geeft in 1888 opdracht aan de tuinarchitect Hendrik Copijn om de tuinen te ontwerpen in Engelse landschapsstijl. Deze parkaanleg is grotendeels nog aanwezig. Copijn legt een stelsel aan van slingerende paden, besloten beplanting en vergezichten over de open weidegronden. Van alle zijden van het oude woonhuis lopen slingerpaden over open gazons met boomgroepen bestaande uit coniferen, beuken, eiken, esdoorns, kastanjes, acacia’s en rododendrons. De familie Roëll laat in 1946 en 1947 de twee huidige huizen bouwen op de plaats van het negentiende-eeuwse huis met koetshuis. Van de tuin die Mien Ruys aanlegt rond het oostelijke huis in 1951 is weinig meer over. Toch hebben de moderne huizen, omdat zij op de plek van het oude huis staan, hun functie als belangrijk oriëntatiepunt in de aanleg van de buitenplaats behouden.

Toegangshek van de Sperwershof te ‘s-Graveland. Foto: Peter van der Wielen, via Wikimedia.

De moestuin is dagelijks geopend. In een van de woningen (Noordereinde 52) is een bed & breakfast gevestigd. De huizen en terreinen zijn niet openbaar toegankelijk.

Cultuur Compagnie

Literatuur:

  • Bertram, Christian, Noordholland Arcadia, 2005
  • Tromp, H. en J. Six. De buitenplaatsen van ’s Graveland: een verkenning (1975)
  • Zijlstra, B. Nederlandse tuinarchitectuur 1850-1940

Publicatiedatum: 30/04/2012

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.