Herehuizinge en beek met cascade
De oudste vermelding van Leyduin vinden we in 1596. Leyduin was toen een hofstede. Opeenvolgende eigenaars hebben het landgoed uitgebreid en verfraaid. In de loop der tijd zijn er bijvoorbeeld meerdere vinkenbanen aangelegd voor het vangen van kleine vogels. Hiervan is er nu nog één aanwezig. De familie Van Loon laat in het midden van de achttiende eeuw de uit de Franse barokstijl stammende Patte d’oie (eendenpoot: driepoot van lanen) aanleggen en er wordt een grote heuvel opgeworpen met een neogotisch bouwsel erop, vermoedelijk een hermitage. Vanuit dit bouwsel, de Belvedere, lopen lange zichtassen in westelijke en oostelijke richting
Vermoedelijk stamt ook uit deze tijd de waterval die werd aangelegd in het dwars door het gebied stromende duinbeekje. Met de verkoop van de buitenplaats in 1797 wordt het complex omschreven als “een heerenhuizing met koetshuis, stalling, tuinmanswoning, wagenhuis, billiard, coepels, sallon, menagerie, vinkehuis, hermitage, beek en cascade”. Het toenmalige herenhuis is gesloopt in 1803. Het huidige herenhuis is gebouwd in 1920 in opdracht van eigenaar Dorhout Mees.
Schoon water voor Amsterdam
In steden zoals Amsterdam werd vanouds het drinkwater uit grachten en sloten gehaald. Dit water was echter zwaar vervuild, temeer omdat ook de riolering erop uit kwam. Er braken regelmatig epidemieën uit van cholera en tyfus. Men ontdekte dat deze ziekten voortkwamen uit het drinken van besmet water. Zo ontstonden er plannen om een drinkwaternet aan te leggen. Het was Jacob van Lennep die het denkbeeld opperde om zoet water uit de duinen te betrekken en dit naar Amsterdam te vervoeren. Met behulp van Engelse geldschieters kon men in 1851 een aanvang met de werkzaamheden maken. Aldus kwam er een pompstation bij Vogelenzang waar water uit de duinen werd opgepompt en door gietijzeren leidingen naar de Willemspoort te Amsterdam werd geleid. Daar verkocht men het water aanvankelijk voor een cent per emmer. De werken waren gereed in 1853. Het wingebied werd herhaaldelijk uitgebreid en zou uitgroeien tot de Amsterdamse Waterleidingduinen.
De tijd van Van Lennep
De familie Van Lennep, die in1808 inhet bezit was gekomen van Leyduin, liet een nieuw huis bouwen bij de cascade (dat honderd jaar later gesloopt wordt door Dorhout Mees). Tot die tijd woonden ze in het houten zomerhuis, dat dan bekend staat als het Juffershuis. Het koetshuis dat nu door Landschap Noord Holland in gebruik is stamt uit dezelfde tijd. Ook de aardappelakkers werden toen aangelegd maar verdwenen weer in 1930. Verder treffen we rond 1900 een ommuurde moestuin aan, waarvan twee schuren en een muur nog aanwezig zijn en deels gerestaureerd worden. De moestuin is opnieuw in gebruik genomen door de kleinschalige biologisch-dynamische tuinderij de “Nieuwe Akker”.
Splitsing
In 1919/1920 wordt het terrein van Leyduin in drieën gesplitst in het huidige Leyduin, Vinkenduin en Koekoeksduin. Tuinarchitect Leonard Springer ontwerpt dan de tuinen bij de nieuwe huizen van Leyduin en Vinkenduin. Hiervan is weinig meer over. Het hoofdhuis van Leyduin doet sinds de Tweede Wereldoorlog niet langer dienst als woonhuis. Het heeft onder andere als meisjesinternaat en opleidingsinstituut gefunctioneerd. Tegenwoordig is het in gebruik als woonhuis.
Het wandelbos is vrij toegankelijk. Het landhuis, de bijgebouwen, de moestuin zijn niet toegankelijk.
Landschap Noord-Holland / Cultuur Compagnie
Literatuur:
- Albers, L.H., Landgoederen van Zuid-Kennemerland, 1984
- Bertram, Christian, Noordholland Arcadia, 2005
- Oldenburger-Ebbers, Carla S., Anne Mieke Backer en Eric Blok, Gids voor de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur, Deel West
- Sterck-Proot, J.M., Leyduin, 1940
Publicatiedatum: 30/04/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
2 reactiesIk wil heel graag weten waar de naam ‘Leyduin’ vandaan komt, en dan met name het voorvoegsel ‘Ley’.
Hartelijk dank voor uw vraag. Volgens het boek ‘Plaatsnamen in Noord-Holland’ (blz. 72) is ‘De Leyen’ een verzamelnaam die oorspronkelijk duidde op een aantal stukken zeer laaggelegen en door het water versnipperd land. Dus ‘ley’ zou laag of laaggelegen betekenen.