Noord-Holland staat bekend om zijn molens. Toeristen komen van heinde en verre voor de molens van de Zaanse Schans. Sommige molens zijn eeuwenoud en nog steeds in gebruik als duurzame manier om de polders droog te houden. Andere zijn bewoond of herbestemd tot horeca, landwinkel of bed & breakfast. Maar allemaal zijn ze bepalend voor het landschap van Laag Holland.
In 1719 verrees hier op een weiland aan de Amstel 'Buskruitmolen nr. 3' of 'De Oude Molen'. Aanvankelijk was dit een rosmolen. Een paard zorgde voor de aandrijving van de machines. Er werd zwart buskruit geproduceerd, later ook schietkatoen. Af en toe ging er echter iets mis in de buskruitmolen.
Malende wieken. Vanaf de Amsteldijk zag je in de tijd dat de Bovenkerkerpolder droog werd gelegd tientallen wieken draaien. De klus was zo immens dat steeds meer molens nodig waren.
Al eeuwen staat watermolen De Zwaan aan de Amstel, tussen Amsterdam en Ouderkerk. Een symbool van de onvermoeibare strijd tegen wateroverlast. Deze poldermolen is gebouwd in 1638. Tot 1909 bleef De Zwaan malen om het waterniveau in de Klein Duivendrechtse Polder op peil te houden. Een door de molenwieken aangedreven draaiend scheprad bracht het polderwater omhoog naar de Amstel.
Manus was een gezonde jongen, maar toch had hij een groot gemis in zijn jeugd. Zijn moeder heeft hij eigenlijk niet gekend, want die is gestorven toen hij drie jaar was. Zijn vader heeft hij wel goed gekend, maar die overleed toen hij acht jaar was. Manus werd opgenomen in het weeshuis te Westzaan. De ouders van het weeshuis, die de wezen, jongens en meisjes, verzorgden tot ze op eigen benen konden staan, waren mevrouw en meneer Drost. De Hervormde Kerk speelde een belangrijke rol in het bestaan van het weeshuis. De gelden voor het eten en kleding werden opgebracht door de kerkgangers.
Op een voorjaarsdag in 1928 arriveerde prins Hendrik, gemaal van koningin Wilhelmina, in Koog aan de Zaan om persoonlijk het Molenmuseum aan de Museumlaan te openen. Na afloop schoof hij aan tafel bij de familie Duyvis om een vorkje mee te prikken.
Alleen in de Schermer aan de Noordervaart kunnen we ons nog een beeld vormen van hoe het eens was: een grote polder droog gehouden door tientallen molens. In de Schermer stonden er maar liefst vijftig. De molen was meteen de woning van de molenaar. Dat was een krappe en vochtige bedoening. En de woonomgeving was voor kinderen vol gevaren.
Romances, avontuurtjes, geflikflooi, kalverliefdes, buitenechtelijke uitstapjes en ongewenste intimiteiten op en rond de werkvloer zijn van alle tijden. In de papiermolens was dat niet anders. Het kon er soms heftig aan toe gaan, zoals blijkt uit Zaanse notariële stukken uit de achttiende eeuw.
Je staat nu bij de molen die er vroeger in de tijd van Dik Trom ook al stond. Maar niet precies deze, want de oude molen is tot twee keer toe in de vlammen opgegaan! Wanneer een molen bij te sterke wind op hol slaat, bestaat de kans dat de molen in brand vliegt. Dat was een ramp voor de molenaar, omdat hij dan voor langere periode zonder werk en geld zat. Er moest dan zo snel mogelijk een nieuwe molen gebouwd worden. Aangezien een molen vaak het hoogste punt in de omgeving was, kon hij ook door de bliksem getroffen worden en in brand vliegen. Tijdens windstille periodes waren er geen inkomsten en werd de tijd nuttig gevuld met bijvoorbeeld onderhoud of reparaties aan de molen of de maalstenen.
Op 27 augustus 1799 landde een groot Engels leger op het strand bij Callantsoog. Wat later arriveerde er ook nog een grote Russische strijdmacht. Doel van deze invasie was het herstel van het bewind van de oude bondgenoot prins Willem V.
Impressionistische taferelen, overgoten met een vleug romantische nostalgie. Dat was het handelsmerk van autodidact Frans Mars (1903-1975), geboren en getogen Zaankanter.
In 1931 kreeg kunstschilder Colnot uit Bergen een bijzondere opdracht. Het polderbestuur van de Schermer droeg hem op twee grote doeken van de Schermermolens te maken. Die stonden op het punt gesloopt te worden nadat de polder op elektrische gemalen was overgestapt.
De Eersteling. Zo heette de eerste windmolen in de Haarlemmermeer, gebouwd in 1856. Hij maalt na een ‘verhuizing’ in 1977 nog steeds in Hoofddorp. In de boeken van Dik Trom speelt de molenaar een belangrijke rol: wanneer Dik Trom trouwt, steekt de molenaar de vlag uit.
Dit is een verhaal van het Verhalenpaviljoen, een initiatief van de kustgemeenten en Provincie Noord-Holland. In de zomer van 2010 en 2011 ging het Verhalenpaviljoen in verschillende kustplaatsen op zoek naar de lokale identiteit. Dit heeft geresulteerd in tientallen prachtige persoonlijke verhalen van bewoners, bezoekers en ondernemers uit Den Helder, Bergen, Zandvoort, IJmuiden, Wijk aan Zee, Castricum en Callantsoog. Verhalen over vroeger en nu, over de zee, het strand, de samenleving, monumenten en gebouwen. Hier lees je een van deze bijzondere verhalen, die het karakter van de kustplaatsen versterken en onze kust aantrekkelijker maken voor bewoners, ondernemers en bezoekers.
In 1574 werd onder bevel van de gouverneur van het Noorderkwartier Diederik Sonoy (1529-1597) aan de Zaanoever de Zaanse Schans opgeworpen, iets ten zuiden van de huidige Zaanse Schans, als bolwerk tegen de Spaanse troepen. Het was een roerige periode sinds het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog in 1568. Ook nadat vele steden zich achter Willem van Oranje (1533-1584) schaarden, duurde het nog tot februari 1578 tot het nabijgelegen en Spaansgezinde Amsterdam zich overgaf en onder invloed van de hervormde Oranjegezinden kwam te staan.