Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Molens

Noord-Holland staat bekend om zijn molens. Toeristen komen van heinde en verre voor de molens van de Zaanse Schans. Sommige molens zijn eeuwenoud en nog steeds in gebruik als duurzame manier om de polders droog te houden. Andere zijn bewoond of herbestemd tot horeca, landwinkel of bed & breakfast. Maar allemaal zijn ze bepalend voor het landschap van Laag Holland.

Verhalen

Tsaar Peter de Grote bezoekt Zaandam

De Russische tsaar Peter (1672-1725) kreeg op zeventienjarige leeftijd de macht overhandigd. De jonge tsaar bleek een leergierige en bevlogen leider die het land wilde moderniseren. De handelsvloot van de Republiek stond destijds bekend als een van de beste ter wereld. Dat ontging de tsaar niet. Tweemaal bezocht de leergierige Peter de Grote Noord-Holland: in 1697 en in 1717. Tijdens beide bezoeken deed de tsaar Zaandam aan om de fijne kneepjes van de scheepsbouw te leren.

>

Verdwenen molens achter de Hondsbossche Zeewering

Op kaarten uit de 16e eeuw is achter de Hondsbossche Zeewering bij Petten een meertje te zien, de Laij of Lei. Dit meertje werd na 1600 drooggemaakt met een wipmolentje. Tijdens de Engels-Russische invasie ging het molentje in vlammen op. Na veel geharrewar verrezen er begin 19e eeuw zelfs twee molens pal achter de dijk. Helaas zijn die nu verdwenen.

>

De Viaanse molen

Het werk van de in 1952 te Wormerveer geboren Jan Groenhart is heel geliefd. Het door en door Noord-Hollandse karakter heeft daar veel mee te maken. Deze aquarel uit 1985 van de Viaanse molen van de Bergermeer bij Alkmaar vormt een mooi voorbeeld van Groenharts gevoel voor het landschap. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft een hele serie molenaquarellen van Groenhart in de collectie.

>

C & J Honig Breet: papier van wereldfaam

Het papier van de firma C & J Honig Breet vergaarde in de achttiende en negentiende eeuw wereldfaam. Beroemde kunstenaars uit die dagen maakten graag gebruik van het Zaanse 'velijnpapier'. Halverwege de negentiende eeuw werden de meeste bankbiljetten in Nederland gedrukt op papier van C & J Honig Breet. Internationale erkenning kreeg het papierbedrijf in 1852 op de Great Exhibition in het Londense Crystal Palace.

>

Molen de Gooyer draait nog steeds

Een markante verschijning in het straatbeeld bij de Zeeburgerdijk is Molen de Gooyer, gelegen naast Brouwerij ’t IJ. De molen is geplaatst op twee op elkaar geplaatste houten achtkanten, waardoor de molen vrij hoog staat. Deze molen zou dé hoogste van Nederland zijn geweest als men de roeden niet een vol hek te kort had gemaakt.

>

Nessermolen bewaakte polderpeil

Fietsend of wandelend over de Rondehoep West langs de rivier zie je in de buurt van Nes aan de Amstel een molenstomp. Niet tegen de dijk aangeplakt, maar wat bescheiden teruggetrokken in de polder. De Nessermolen staat op 120 meter van de Amstel aan het eind van een (nu gedempte) opvaart.

>

Riekermolen trekt busladingen toeristen

Bij busladingen tegelijk komen buitenlandse toeristen kijken naar de Riekermolen. Het is een populair plaatje: deze windmolen met op de achtergrond de Amstel. En met, wie weet, ook de schilder Rembrandt voor de lens. Als het meezit, ontbreken tulpen niet in dit karakteristieke beeld van Holland.

>

Macht aan molenwieken

Malende wieken. Vanaf de Amsteldijk zag je in de tijd dat de Bovenkerkerpolder droog werd gelegd tientallen wieken draaien. De klus was zo immens dat steeds meer molens nodig waren.

>

Molen De Zwaan: symbool van strijd tegen wateroverlast

Al eeuwen staat watermolen De Zwaan aan de Amstel, tussen Amsterdam en Ouderkerk. Een symbool van de onvermoeibare strijd tegen wateroverlast. Deze poldermolen is gebouwd in 1638. Tot 1909 bleef De Zwaan malen om het waterniveau in de Klein Duivendrechtse Polder op peil te houden. Een door de molenwieken aangedreven draaiend scheprad bracht het polderwater omhoog naar de Amstel.

>

Het wel en wee van een molenaarsfamilie

Manus was een gezonde jongen, maar toch had hij een groot gemis in zijn jeugd. Zijn moeder heeft hij eigenlijk niet gekend, want die is gestorven toen hij drie jaar was. Zijn vader heeft hij wel goed gekend, maar die overleed toen hij acht jaar was. Manus werd opgenomen in het weeshuis te Westzaan. De ouders van het weeshuis, die de wezen, jongens en meisjes, verzorgden tot ze op eigen benen konden staan, waren mevrouw en meneer Drost. De Hervormde Kerk speelde een belangrijke rol in het bestaan van het weeshuis. De gelden voor het eten en kleding werden opgebracht door de kerkgangers.

>

1928: Opening Nederlands eerste Molenmuseum

Op een voorjaarsdag in 1928 arriveerde prins Hendrik, gemaal van koningin Wilhelmina, in Koog aan de Zaan om persoonlijk het Molenmuseum aan de Museumlaan te openen. Na afloop schoof hij aan tafel bij de familie Duyvis om een vorkje mee te prikken.

>

Klap van de molenwiek

Alleen in de Schermer aan de Noordervaart kunnen we ons nog een beeld vormen van hoe het eens was: een grote polder droog gehouden door tientallen molens. In de Schermer stonden er maar liefst vijftig. De molen was meteen de woning van de molenaar. Dat was een krappe en vochtige bedoening. En de woonomgeving was voor kinderen vol gevaren.

>

Vrijpartijen in de molens

Romances, avontuurtjes, geflikflooi, kalverliefdes, buitenechtelijke uitstapjes en ongewenste intimiteiten op en rond de werkvloer zijn van alle tijden. In de papiermolens was dat niet anders. Het kon er soms heftig aan toe gaan, zoals blijkt uit Zaanse notariële stukken uit de achttiende eeuw.

>

Dik Trom en de Etersheimerbraakmolen

Je staat nu bij de molen die er vroeger in de tijd van Dik Trom ook al stond. Maar niet precies deze, want de oude molen is tot twee keer toe in de vlammen opgegaan! Wanneer een molen bij te sterke wind op hol slaat, bestaat de kans dat de molen in brand vliegt. Dat was een ramp voor de molenaar, omdat hij dan voor langere periode zonder werk en geld zat. Er moest dan zo snel mogelijk een nieuwe molen gebouwd worden. Aangezien een molen vaak het hoogste punt in de omgeving was, kon hij ook door de bliksem getroffen worden en in brand vliegen. Tijdens windstille periodes waren er geen inkomsten en werd de tijd nuttig gevuld met bijvoorbeeld onderhoud of reparaties aan de molen of de maalstenen.

>

Verbrande molens tijdens de invasie van 1799

Op 27 augustus 1799 landde een groot Engels leger op het strand bij Callantsoog. Wat later arriveerde er ook nog een grote Russische strijdmacht. Doel van deze invasie was het herstel van het bewind van de oude bondgenoot prins Willem V.

>

Klaas Landsman koesterde het Zaanse verleden

De Zaandijker Klaas Landsman (1914-1998) was een echte autodidact. Samen met zijn broer Floor exposeerde hij in de jaren tachtig diverse keren in het Molenmuseum in Koog aan de Zaan.

>

Jan Kruijver portretteerde geen mensen maar molens

Dat de in Koog aan de Zaan geboren Jan Kruijver (1869-1950) een grote voorliefde aan de dag legde voor het afbeelden van molens, is niet verwonderlijk. Kruijver kreeg het met de paplepel ingegoten als zoon van een molenaar.

>

Schermermolens geschilderd en gesloopt

In 1931 kreeg kunstschilder Colnot uit Bergen een bijzondere opdracht. Het polderbestuur van de Schermer droeg hem op twee grote doeken van de Schermermolens te maken. Die stonden op het punt gesloopt te worden nadat de polder op elektrische gemalen was overgestapt.

>

Molenaar in Hoofddorp vlagt voor Dik Trom

De Eersteling. Zo heette de eerste windmolen in de Haarlemmermeer, gebouwd in 1856. Hij maalt na een ‘verhuizing’ in 1977 nog steeds in Hoofddorp. In de boeken van Dik Trom speelt de molenaar een belangrijke rol: wanneer Dik Trom trouwt, steekt de molenaar de vlag uit.

>