Het verhaal van de Bloothoofden op poldermolen K begint met Dirk Cornelisz. Hij is er molenaar tot zijn overlijden in 1665. Zijn bijnaam was Houten Dirk. Zijn vrouw Maartje Arents neemt de molen over en laat zich daarbij, zoals gebruikelijk, assisteren. Dat is mogelijk haar kleinzoon geweest, Dirk Klaasz Bloothooft (1636?-1711), die de molen van zijn grootmoeder overneemt als zij in 1672 overlijdt. Diens vader, Klaas Dirks maalde op de tweede middenmolen en werd met de bijnaam Bloothooft onderscheiden van timmerbaas Klaas Dirks die werkte op de nabijgelegen timmerwerf en Basen wordt genoemd. Beide bijnamen zijn familienamen geworden.
Molenaar van vader (of moeder) op zoon
De oudste zoon Sijmen Dirks Bloothooft (1671-1743) wordt vanaf 1700 samen met zijn vader als molenaar van poldermolen K genoemd. Ook Sijmen wordt weer opgevolgd door zijn oudste zoon Cornelis (1702-1756). Cornelis is dan al getrouwd en heeft drie kinderen. Waarschijnlijk neemt hij al jaren de molen waar voor zijn oude vader.
Deze Cornelis overlijdt relatief jong en zijn vrouw Trijntje neemt de molen over, ongetwijfeld bijgestaan door haar zoons Sijmen en Dirk die bij het overlijden van hun vader nog maar achttien en veertien jaar oud zijn. Het is armoede op een watermolen, en in haar laatste levensjaren ontvangt Trijntje als molenaarsweduwe 16 gulden en 11 stuivers per jaar. Van de roomse kerk krijgt ze elke week nog eens 15 stuivers. Daarnaast komen er uit de armenkas wekelijks 11, en later 26, stuivers, plus zes broden en jaarlijks tien ton turf, tot haar dood in 1780.
Brutaal tegen de molenmeester
Sijmen wordt molenaar op een nabijgelegen middenmolen en Dirk (1742-1806) blijft op poldermolen K. Van Dirk is bekend dat hij wel eens brutaal is tegen de molenmeester en soms ook achter is met zijn krooswerk, zoals blijkt uit de notities van de dijkgraaf en heemraden. Ook dit gezin krijgt jarenlang ondersteuning van de armenvoogden. Van zijn negen kinderen blijven er twee in leven.
De Bloothoofdsweg
De jongste zoon Jan (1784-1862) is zesenvijftig jaar lang molenaar geweest. In zijn tijd is de familie Bloothooft al sinds mensenheugenis molenaar op de poldermolen. De weg naar de molen wordt in de negentiende eeuw dan ook Bloothoofdsweg genoemd. Dat blijft zo tot het in 1993 in Blokkerweg wordt omgedoopt.
Einde aan 200 jaar molenaars Bloothooft
Jan Bloothooft en zijn vrouw blijven kinderloos en dat brengt de molenaar op zijn oude dag in moeilijkheden. Vanaf zijn 71ste komen er klachten. Er moet een knecht bij komen. De boeren uit de omgeving en ook de dijkgraaf en heemraden dragen daar aan bij uit eigen zak. De problemen blijven en de polder en de gemeente Akersloot ruziën over wie de kosten van een assistent moet betalen. Ten slotte moet het echtpaar in 1862 de molen verlaten. Jan overleeft dat maar twaalf dagen. Het is het einde van een tijdperk Bloothooft dat ruim tweehonderd jaar heeft geduurd.
Tekst: Gerrit Bloothooft (6-2-2012), tekstbewerking Tanja Schermerhorn
Publicatiedatum: 25/02/2014
Vul deze informatie aan of geef een reactie.