
De stad Alkmaar is bang voor het verlies van deze vaarverbinding zodra de plannen tot droogmaking van de Schermeer ter sprake komen. Daarom dringt de stad erop aan dat er een vaart gegraven wordt, die het Zeglis in Alkmaar rechtstreeks verbindt met Schermerhorn. Aan het begin en het einde van de vaart moeten schutsluizen komen met daarnaast overtoompjes om kleine schuiten over de dijk te halen.

Molens van de groep Schermerhorn aan de Noordervaart met op de achtergrond rechts de in 1936 gesloopte bovenmolen F. Foto: Fred Oudejans.
Alkmaarse bemoeienis
Aan de wens van Alkmaar wordt deels voldaan door het graven van de negentien meter brede Alkmaarse vaart (tegenwoordig Noordervaart). Met de grond, die bij het graven vrijkomt, wordt aan beide zijden van de vaart een brede wal aangelegd. Op deze wal komt de weg te liggen.
De vaart wordt minder gebruikt dan Alkmaar heeft voorzien. Zodra de Schermer is drooggemaakt slaan de boeren hun producten niet meer over in bootjes, maar rijden zij – aangekomen in Schermerhorn – liever meteen door langs de Noordervaart. In Alkmaar leveren ze hun producten rechtstreeks af op de markt. De wegen zijn nog onverhard en pas in 1855 wordt de Noordervaart bestraat.
Alkmaar bemoeit zich ook geregeld met de straatweg door Schermerhorn en de bruggen over de Beemster- en Schermerringvaart. De handelsbelangen zijn zo groot dat Alkmaar geregeld bijspringt met subsidies, om verzekerd te zijn van een ongehinderde doorvoer.

De Noordervaart met de grindweg links en de verharde weg rechts ervan. Op het spoor de stoomtram die tussen 1895 en 1931 Alkmaar met Purmerend verbond. Bovenmolen E, waar een tramkaartje gekocht kon worden, valt net buiten beeld bij deze foto. Foto: De Hollandsche Molen.
Een tramkaartje koop je bij de molen
Nieuwe vormen van vervoer dienen zich aan. Op 15 juli 1895 rijdt de eerste stoomtram van Purmerend naar Alkmaar. De aanleg wordt betaald door de Tweede Noord-Hollandsche Tramweg Maatschappij. Er komt een heus station even buiten Schermerhorn. Op de zolder van het stationsgebouwtje is een waterreservoir, waaruit de stoomlocomotieven worden bijgetankt.

Op de voorgrond bovenmolen E, daarachter ondermolen D en C. Foto: Vereniging De Hollandsche Molen.
De inwoners van Grootschermer en Ursem kunnen instappen bij de Molendijk. De halte daar is aanzienlijk minder luxe: een uit golfplaat opgetrokken keet. Een kaartje is te koop bij deze bovenmolen. Vervolgens rijdt het trammetje aan de stille kant van de Noordervaart richting Alkmaar.
De opkomst van de auto mist ook zijn uitwerking niet op de tramverbinding. Op 6 september 1931 wordt de tramlijn Purmerend-Alkmaar opgeheven. Over het spoorwegtracé bij Schermerhorn wordt later de Schermerhornerweg aangelegd.
© Schermer Molens Stichting. Nummer 8. Bovenmolen E.
Tekst: Schermer Molens Stichting, tekstbewerking: Tanja Schermerhorn
Publicatiedatum: 26/02/2014
Vul deze informatie aan of geef een reactie.