Het galgenveld in Heemstede
Eeuwenlang werden de lichamen van de misdadigers die in Haarlem ter dood gebracht waren, op Heemsteeds grondgebied tentoongesteld. Eerst in de duinen en vanaf 1631 aan het Spaarne.
>Handel, kunsten en wetenschap kwamen tot bloei in de zeventiende eeuw. Vele sporen uit deze tijd zijn nog terug te zien: de koopmanswoningen, grachten, kerken, stadswallen en havens brengen de geschiedenis tot leven. Ook in musea is kunst uit deze periode te bewonderen van de Hollandse Meesters: Rembrandt, Hals en Vermeer. Sommige plekken, zoals de Amsterdamse Grachtengordel, zijn wereldberoemd en worden in één adem genoemd met de zeventiende eeuw. Maar ook de West-Friese havensteden Hoorn, Enkhuizen en Medemblik waren van onmisbaar belang: schepen voeren af en aan en de visvangst maakte een belangrijk onderdeel uit van de handel. Niet iedereen profiteerde van deze welvaart. Voor arme stadsbewoners, migranten, bedienden, wezen en plantagearbeiders was de zeventiende eeuw allesbehalve een bloeitijd. In dit thema belichten we ook de keerzijde van deze ‘gouden’ medaille.
Eeuwenlang werden de lichamen van de misdadigers die in Haarlem ter dood gebracht waren, op Heemsteeds grondgebied tentoongesteld. Eerst in de duinen en vanaf 1631 aan het Spaarne.
>Naarden was vroeger een échte textielstad. Eeuwenlang werd hier laken (wollen stof) van hoge kwaliteit gemaakt en verkocht. Van schaap tot kledingstuk was dat een intensief proces, waar veel verschillende ambachtslieden bij betrokken waren. Twee lakenloodjes in de collectie van het Nederlands Vestingmuseum herinneren aan dit rijke verleden.
>Bij tabak denken we al snel aan plantages in Amerika, terwijl de plant vanaf het begin van de zeventiende eeuw ook gewoon in Nederland geteeld werd. Op de zandgronden van het Gooi en de Utrechtse Heuvelrug wilde het ‘soete cruydt’ goed groeien. Boeren vonden een grote afzetmarkt onder de eigen bevolking, waarvan zowel de mannen als vrouwen berucht waren om het vele pijproken.
>"Even een biertje drinken in de olifant?" Dat hoorde je alleen tijdens de Wereldtentoonstelling van 1895. Op het Museumplein in Amsterdam was een 45 meter hoge olifant met een ‘Wiener Café’ op zijn rug gebouwd. Ook populair was het historische dorp Oud-Holland, waar bezoekers zich even in de 17de eeuw konden wanen.
>Het Noord-Hollands Archief heeft onlangs de laatste hand gelegd aan het toegankelijk maken van de portrettencollectie van de Provinciale Atlas: een ‘galerij der beroemdheden’. Inmiddels zijn bijna 1000 portretten uit de recente geschiedenis doorzoekbaar. Daar behoren ook drie portretten van dichteressen Anna en Maria Tesselschade Roemers Visscher toe. Alhoewel – staan de zussen er wel echt op?
>Naarden viert in september dat de stad 350 jaar geleden van de Fransen werd bevrijd. Het Nederlands Vestingmuseum komt met een tentoonstelling van speciaal voor deze gelegenheid gemaakte tekeningen, audio en soundscapes.
>Veertig jaar verzamelde Sjek Venhuis uit Santpoort-Noord schotels, kommen en vuurklokken uit de zestiende en zeventiende eeuw. Het is keramiek met een hoge museale waarde, maar omdat ook Sjek niet het eeuwige leven heeft, schonk hij een groot deel van zijn collectie aan archeologisch museum Huis van Hilde in Castricum.
>Fokke van der Meer (1936) is geboren en getogen in Amsterdam en woont sinds 1963 in Noorwegen. Toen hij in 1998 met vervroegd pensioen ging wist hij precies wat hij zou gaan doen: onderzoek naar de geschiedenis van zowel Noorwegen als Amsterdam. Van prijsboeken had hij nog nooit gehoord totdat er in 2006 één opdook in Trondheim. Deze bijzondere boeken waren de beloning voor de beste leerlingen aan de Latijnse scholen in Nederland. Meneer van der Meer vertelt ons er meer over in dit verhaal.
>Van alle Jannen die ooit te kaap’ren hebben gevaren, was zeerover Jan Janszoon van Haarlem (1570-na 1641) misschien wel de meest spraakmakende. Hoewel hij niet de Jan van Pier, Tjores en Corneel uit het bekende zeemanslied was, had zijn leven zomaar kunnen worden bezongen.
>In het Huizer Museum is de fototentoonstelling ‘Hollandse Nieuwe’ te zien. Fine art fotograaf Jackie B portretteert in deze serie Nieuwe Nederlandse vrouwen die geboren zijn in landen waar Nederland in het verleden (of heden) handelsbetrekkingen mee had. De serie bestaat uit achttien foto’s met vrouwen afkomstig uit dertien verschillende landen, waaronder Japan, Suriname, Somalië en Israël. Zij zijn gekleed in de traditionele dracht van hun (voor)ouders gecombineerd met accessoires uit de Nederlandse streekdracht. Dit levert nieuwe en verrassende beelden op. Oneindig Noord-Holland bezocht de tentoonstelling en ging in gesprek met fotograaf Jackie B.
>Reizen was vroeger niet altijd even comfortabel. De wegen waren slecht en onverhard. Koetsen met vering waren nog niet uitgevonden. Maar in het waterrijke westen van Nederland werd daar iets op bedacht: de trekschuit. De trekschuit was het meest typerende vervoermiddel in het westelijk deel van Nederland. Comfortabel bovendien én punctueel. Buitenlandse bezoekers raakten er niet over uitgepraat.
>Levensecht kijken ze voor zich uit, de in steen vereeuwigde koppen op gevels van historische huizen. Doorgaans wordt aangenomen dat het slechts decoratief bedoelde gezichten zijn. Maar een nieuw boek laat zien dat er echte mensen achter de hoofden schuilgaan. Het zijn persoonlijke portretten van de echtparen die het huis lieten bouwen. In de Jansstraat in Haarlem bijvoorbeeld.
>In elke supermarkt en slijterij kun je kiezen uit verschillende soorten wijn, afkomstig uit landen van over de hele wereld. Dit uitgebreide assortiment hebben we te danken aan onze eeuwenlange omgang met wijn. Onze liefde voor de alcoholische druivendrank is diepgeworteld en terug te leiden naar de Romeinse tijd. Om aan de grote vraag te voldoen ontstond er in de zeventiende eeuw een bloeiende handel in wijn. De maand oktober stond beter bekend als de ‘wijnmaand’. Een perfect moment dus om in dit smakelijke verleden te duiken.
>In de zeventiende eeuw werden misdadigers in Holland allesbehalve zachtzinnig aangepakt. De meeste straffen werden in het openbaar uitgevoerd als waarschuwing voor de burger. De schepenen (rechters) konden hierbij kiezen uit verschillende martel- en executiemethoden, waaronder onthoofden, ophangen, wurgen, radbraken, geselen, brandmerken en tepronkstelling.
>Tijdens het Rampjaar 1672, dit jaar precies 350 jaar geleden, werd de Republiek der Nederlanden veroverd door de Fransen. Hoewel de vesting Naarden ontworpen was voor oorlogsvoering, werd ook deze zonder slag of stoot ingenomen. Daar liet stadhouder Willem III het niet bij zitten. Hij organiseerde een grootse belegering om de vestingstad uit de klauwen van de Franse bezetter te bevrijden.
>Deze zomer presenteert de provincie Noord-Holland een nieuwe Dreef-expositie in Paviljoen Welgelegen te Haarlem. De tentoonstelling ‘Verborgen Noord-Holland: Atlantische slavernij in beeld’ is samengesteld door historicus Alex van Stipriaan en kunstenaar Frederick Calmes. De makers nemen je mee op reis en vertellen de verborgen verhalen over het slavernijverleden van de provincie. Door middel van historische objecten, informatieve teksten en moderne kunst krijgt de bezoeker een beter beeld van dit minder bekende deel van onze geschiedenis.
>In het Rampjaar 1672 vielen de Fransen ons land binnen. Een groot gedeelte van Holland werd beschermd door de Oude Hollandse Waterlinie. Een aantal regio’s, waaronder de Gooi- en Vechtstreek, vielen net buiten deze bescherming. Dorpen, steden, kastelen en buitenplaatsen werden geplunderd en verwoest door Franse soldaten. Ter gelegenheid van de ‘Dag van het Kasteel’ lichten we een aantal van deze dramatische gebeurtenissen uit.
>Marius van Nieuwkerk deed onderzoek naar zijn familiegeschiedenis in Zuid-Afrika en stuitte op een zeventiende-eeuwse Van Niekerk. In dit stuk beschrijft hij de relatie tussen deze Van Niekerk en de eveneens uit Nederland geëmigreerde Van Staden die stukken landbouwgrond naar Bloemendaal en Overveen vernoemde.
>Daar gaan we weer! De klok wordt wederom verzet. Gedoe of toch wel fijn? In de zeventiende eeuw wist men nooit hoe laat het precies was. Dat was een groot probleem met zoveel schepen die naar de Oost voeren. Tijd en plaats zijn namelijk twee begrippen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het oplossen van dit probleem werd een race tegen de klok.
>Wat geeft een beter beeld van de zeventiende en achttiende eeuw dan persoonlijke brieven? De verhalen van gewone Hollanders die de geschiedenisboeken niet hebben gehaald. Hun brieven werden door de Engelsen in beslag genomen op gekaapte Nederlandse schepen. Ze hebben hun bestemming nooit bereikt, maar worden nog steeds bewaard in het archief van de High Court of Admiralty in Londen. In het boek 'Zeepost' krijgen sommigen van hun een stem.
>