Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

‘Anna Maria Tesselschade’: twee dichteressen, één portret

Het Noord-Hollands Archief heeft onlangs de laatste hand gelegd aan het toegankelijk maken van de portrettencollectie van de Provinciale Atlas: een ‘galerij der beroemdheden’. Inmiddels zijn bijna 1000 portretten uit de recente geschiedenis doorzoekbaar. Daar behoren ook drie portretten van dichteressen Anna en Maria Tesselschade Roemers Visscher toe. Alhoewel – staan de zussen er wel echt op?

Wat zegt een naam?

Onder het linker portret staat het wat verwarrend: ‘Anna Maria Tesselschade, Dichteres’. Dat is een verhaspeling van de twee beroemde dochters van graankoopman-dichter Roemer Visscher en zijn vrouw Aefgen Onderwater. Anna (1583-1651) en Maria Tesselschade (1594-1649) waren allebei gevierde dichteressen. Zij werden in het verleden wel vaker door elkaar gehaald: ook in de 18de eeuw werden er prenten gemaakt van ‘Anna Tesselschade Roemer Visscher’, die in feite niet bestond.

Carel Jacob de Huyser (prentmaker), Portret van ‘Anna Tesselschade Roemers Visscher’, 1763-1804, Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-1909-538.

Ook tijdgenoten zullen wel eens over hun namen zijn gestruikeld. Met name Maria Tesselschade heeft een bijzondere naam. Veel vrouwen werden vernoemd naar hun grootmoeders of Bijbelse figuren, zoals Anna haar naam deelde met de grootmoeder van Jezus Christus. De naam Tesselschade was echter een dichterlijke vinding van Roemer Visscher, die dol was op woordspelingen.

Kort voor de geboorte van zijn jongste dochter had Roemer Visscher financieel te lijden gehad onder een scheepsramp. Op kerstavond 1593 woedde er een zware storm bij Texel, waarbij 44 volgeladen koopvaardijschepen vergingen. Ter herinnering aan dit verlies, gaf hij drie maanden later zijn pasgeboren dochtertje de tweede naam Tesselschade (‘schade bij Texel’) mee. Aanvankelijk werd Tesselschade ‘Marritgen’ genoemd, maar in de loop der jaren zou zij haar tweede naam gebruiken. Mede dankzij die bijzondere naam ging zij als één van de weinige vrouwen zonder achternaam de literatuurgeschiedenis in.

Drie portretten van Anna en Tesselschade Roemers Visscher, 1850-1900, Noord-Hollands Archief, Collectie Provinciale Atlas, 587-519.

Een moderne opvoeding voor de dochters Visscher

Anna, Tesselschade en hun minder bekende middelste zus Geertrui groeiden op in een huishouden met een grote voorliefde voor cultuur. Hun woning ‘De Korendrager’ (of ’t Zalig Roemer-huis) aan de Geldersekade in Amsterdam was een trefpunt voor de literaire voorhoede van hun tijd. Bredero, Vondel, Hooft en Huygens waren graag geziene gasten. Tijdens artistieke avonden die Roemer Visscher tussen 1600-1620 organiseerde, werd er gesproken over de laatste ontwikkelingen in de kunstwereld, en de rol van kunst in de jonge Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Er werden literaire spellen gespeeld, en elke bezoeker moest een lied zingen.

Roemer Visscher zorgde ervoor dat zijn dochters een veelzijdige opvoeding kregen, waarin zij hun artistieke en literaire talenten konden ontplooien. Volgens hun tijdgenoot Ernest Brick waren Anna en Tesselschade in ‘zeer fraaie exercitiën’ opgevoed: ze maakten muziek, schilderden, graveerden glas, borduurden en dichtten. Ook leerden ze Frans en Italiaans, en zelfs een beetje Latijn. In het Rijksmuseum staat glaswerk dat door Tesselschade gegraveerd zou zijn.

Roemer met opschrift: Sic Soleo Amicos, glasgravure toegeschreven aan Maria Tesselschade Roemers Visscher, circa 1625-1650, Rijksmuseum Amsterdam, BK-NM-10754-50.

Dichterlijke vriendschappen

De dichterlijke vrienden van Roemer Visscher reageerden enthousiast op het geschreven werk van Anna en Tesselschade. Sommigen waren zelfs heimelijk verliefd op hen, maar tevergeefs: Anna trouwde met herenboer Dominicus Boot van Wesel, Tesselschade met officier Allart Jansz. Crombalch. Wel bleven de twee zussen ook na hun huwelijken bevriend met verschillende literaire grootheden. Zo logeerden zij vaak bij P.C. Hooft op het Muiderslot, zoals ook op de prent (rechtsboven) van de Provinciale Atlas is afgebeeld. Tesselschade zit hier naast Anna in een armstoel en speelt luit in een vertrek van het Muiderslot. P.C. Hooft houdt haar een muziekblad voor.

De zussen dichtten ter vermaak, maar soms ook om troost te bieden. Toen Huygens’ echtgenote Susanna tijdens de bevalling van hun vijfde kind overleed, zond Tesselschade hem een gedicht vol wijze raad. Tussen de woordspelingen door adviseerde ze hem hoe hij zijn verdriet kon verwerken. Huygens was onder de indruk en vond er troost in. Jaren later herinnerde hij zich het gedicht nog: ‘De kloeke Tesselscha, die ’k nooit en kan vergeten, heeft m’ haar vertroosting eens zo geestig toegemeten’.

Titelpagina voor ‘Tesselschade. Jaarboekje voor 1838’. Prentmaker: Henricus Wilhelmus Couwenberg, naar tekening van Nicolaas Pieneman, 1837. Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-1887-A-12101.

Postume faam

Ondanks hun talent waren de zussen tijdens hun leven vooral in kunstenaarskringen bekend. Anna en Tesselschade lijken niet naar maximale roem of aandacht te hebben gestreefd, misschien mede omdat men dat niet passelijk vond voor vrouwen. Van Anna zijn tijdens haar leven enkele gedichten gepubliceerd in verzamelbundels, waaronder de Zeevsche Nagtegaal (1622). Tesselschade heeft haar gedichten nooit naar de drukker gebracht. De 32 gedichten die van haar pen bewaard zijn gebleven, circuleerden alleen in handgeschreven versie in kleine kring.

In de 19de eeuw werden de twee zussen alsnog ontdekt door het grote publiek. Het nationalisme vierde hoogtij; bijzondere Nederlanders van vroeger werden opnieuw op een voetstuk geplaatst. Zo ook Anna en Tesselschade: men was in hun nopjes dat Nederland in de 17de eeuw twee hoogstaande dichteressen had gekend. Met name Tesselschade werd opgehemeld als kunstzinnige, verstandige, mooie en deugdzame vrouw. Ook de eerste generatie feministen zag haar als inspiratiebron: de vereniging Tesselschade-Arbeid Adelt (1870) ter bevordering van de financiële zelfstandigheid van vrouwen is naar haar vernoemd. Anna kwam ietwat in de schaduw van haar zus te staan.

Parure (sieradenset) met gouden manchetknopen met de portretten van Anna en Tesselschade Roemers Visscher, J.M. van Kempen & Zoon, ca. 1854-1858, Rijksmuseum Amsterdam, BK-KOG-2654-E.

‘Portretten’

Dat de portretten in de Provinciale Atlas dateren uit de 19de eeuw, is door dit oplevende nationalisme te verklaren. De collectie omvat verschillende latere portretten van 17de-eeuwse personen, waaronder ook de heldhaftige houthandelaarster Kenau Hasselaar en Maria van Reigersberch, echtgenote van staatsman Hugo de Groot. Waarschijnlijk had de oorspronkelijke verzamelaar liever 17de-eeuwse versies van de portretten van Anna en Tesselschade gehad. Alleen: die waren er niet. Ondanks hun vele kunstzinnige connecties lijken de twee dichteressen het nooit nodig gevonden te hebben om zichzelf te laten portretteren.

De portretten in de collectie van de Provinciale Atlas zijn dan ook niet naar het leven getekend, maar kopieën van 17de-eeuwse afbeeldingen van andere vrouwen. Het portret van ‘Anna Maria Tesselschade’ is gebaseerd op een tekening van Hendrik Goltzius uit de vroege 17de eeuw. Tot in de jaren 1950 is ten onrechte gedacht dat dit een portret van Anna (en soms ook Tesselschade) was. Ook het Provinciale Atlas-portret van ‘Maria Tesselschade Visscher’ is geen kopie van een oorspronkelijk portret, al circuleerde het in de 19de eeuw wel als Tesselschades beeltenis. Tot op een kostbare gouden parure aan toe zijn deze twee portretten terug te vinden als afbeeldingen van Anna en Tesselschade.

Hendrik Goltzius, Portret van een jonge vrouw, 1605-1610, Amsterdam Museum, TA 10184.

Over de Provinciale Atlas 

De Provinciale Atlas is al 100 jaar de beeldcollectie van de provincie Noord-Holland, bestaande uit zo’n 82.000 prenten, tekeningen, kaarten en foto’s. Tezamen geven ze een prachtig beeld van hoe Noord-Holland er vroeger uitzag en in de loop van de tijd is veranderd. De Provinciale Atlas wordt beheerd door het Noord-Hollands Archief. Een groot deel van de collectie is tegenwoordig te raadplegen via de online Beeldbank.

Willem van Senus (prentmaker), Portret van een jonge vrouw (‘Maria Tesselschade Visscher’), 1783-1851, Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-1909-587.

Tekst: Marit Eisses

Bronnen:

Publicatiedatum: 19/10/2023

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.