Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie

Een kanarie uit de Gierstraat

Aan de Gierstraat 35 in Haarlem hebben archeologen een laatmiddeleeuwse kelder en beerput gevonden. De resten van zeventiende-eeuwse tegeltableaus en luxe serviesgoed laten zien dat de vroegere bewoners welvarend waren. Maar wat doet die keramieken kanarie daartussen?

We zouden er alles voor geven om even terug te stappen in de tijd. Om bijvoorbeeld een kijkje te nemen in een zeventiende-eeuws huishouden. Waar uit de keuken bijzondere geuren en geluiden komen. Archeologisch onderzoek brengt ons gelukkig een stukje dichterbij het dagelijks leven van toen.

Elk jaar worden bijzondere archeologische vondsten gepresenteerd in De archeologische kroniek van Noord-Holland. Vandaag is de kroniek van 2024 verschenen. Aangezien het thema van de Maand van de Geschiedenis ‘Natuurlijk’ is, belichten we in dit verhaal de kanarie uit de Gierstraat.

Kaart van Haarlem ná het beleg van 1572-1573 en de grote brand in 1576. Gierstraat 35 ligt binnen de rode cirkel. Gravure door Joannes van Doetecum naar de tekening van Thomas Thomasz , 1578. Noord-Hollands Archief / Beeldcollectie van de gemeente Haarlem, Inventarisnummer 51872.

Archeologische opgraving

In 2018 kreeg ADC ArcheoProjecten de opdracht om onderzoek te doen aan de Gierstraat 35 in Haarlem. Opdrachtgever Bouwbedrijf Steenbeek B.V. was van plan om het bestaande woon/winkelpand te slopen en op dezelfde plek een nieuw pand te bouwen.

Zoals bij alle archeologische opgravingen werd er eerst een vooronderzoek gedaan. Op deze locatie zou er nog een laatmiddeleeuwse kelder en zestiende-eeuwse bebouwing te vinden zijn. Hoe dit pand er precies heeft uitgezien is niet bekend. Ook was er geen bewijs te vinden of dit pand de stadsbrand van 1576 had overleefd.

Tijdens de opgraving bleek de oudste kelder inderdaad uit de tweede helft van de vijftiende eeuw te stammen. Dendrochronologisch onderzoek van de houten constructie toonde aan dat het gesloopte pand oorspronkelijk uit 1611 kwam. Enkele hergebruikte elementen dateerden nog wel uit de zestiende eeuw. Het is onbekend of deze van een voorganger waren of ergens anders vandaan zijn gehaald. In de eeuwen erna werd het pand meerdere malen verbouwd, waarbij onder andere het achterhuis werd versmald.

Overzicht van het opgravingsvlak. Beeld via ADC ArcheoProjecten.

De oudste kelder met tongewelf uit de vijftiende eeuw. Bron: Van Dam 2017, 6, figuur 3. Beeld via ADC ArcheoProjecten.

Bijzondere vondsten

De meeste archeologische vondsten werden gedaan in de kelder en in een beerput. De resten van een luxe serviesgoed dateert uit de periode 1611-1750. Ook een bord van Chinees kraakporselein uit de eerste helft van de zeventiende eeuw werd gevonden in de beerput. Heel bijzonder, aangezien een kraakporseleinen bord zelden (bijna) compleet wordt opgegraven. Uit dezelfde put kwamen ook drie bordjes van Hollandse faience tevoorschijn. Een aantal kleurrijke wandtegels met jachttaferelen doen vermoeden dat de bewoners kostbare tegeltableaus aan de muur hadden hangen.

Beeldje van een vogel van keramiek, waarschijnlijk een grijze kanarie. Beeld via ADC ArcheoProjecten.

Een grijze kanarie

Een klein beeldje van keramiek, van slechts 10,5 bij 4 cm, viel op. Het beeldje stelt een vogel voor en dateert uit de periode 1650-1750. Aan de onderzijde zitten twee gaatjes, waar waarschijnlijk stokjes in hebben gezeten. Zo kon men het vogeltje ergens op bevestigen of in prikken. Gezien de kleur gaat het hier waarschijnlijk om een grijze kanarie.

Een kanarie is een heldergele zangvogel uit de familie van vinkachtigen (Fringillidae). De wilde soort is geelgroen en komt voor op de Canarische Eilanden. In de zestiende eeuw werd hij door de Spanjaarden meegebracht naar het vaste land. De vogel wordt sindsdien gekweekt als huisdier, waarbij de vorm, kleur en zangkwaliteit belangrijk zijn. De gele variant was lastiger te fokken, waardoor deze vogels duurder waren dan een ‘gemeene grauwe’.

Wilde kanarie afkomstig van de Canarische eilanden en geplaatst in de volière van prins Maurits in Den Haag. Tekenaar: Pieter Holsteyn (I), 1600-1662. Collectie Rijksmuseum, objectnummer RP-T-1918-55.

Op het bord of in de kooi

In de zeventiende eeuw werd het houden van vogels populair onder alle lagen van de bevolking. Met name kleur- en zangvogels werden gevangen voor in een kooitje. Op zeventiende-eeuwse schilderijen van keukens zijn vaak vogelkooitjes afgebeeld. Omdat een gekooide vogel ook symbool stond voor verboden of onbereikbare liefde geeft het mogelijk een vertekenend beeld.

Uit historische bronnen is niet af te leiden hoeveel kleine vogels er voor in de kooi of voor het vlees werden gevangen. Leeuweriken, vinken, spreeuwen, mussen en zanglijsters waren een delicatesse voor de burgerlijke elite. De vogels vielen buiten het jachtrecht van de adel, waardoor ze ook gevangen mochten worden door de burgers. Toch werden ze door het gewone volk niet op grote schaal genuttigd, de ‘licht verteerbare kost’ vulde de maag niet.

In een keuken staat een dienstmaagd iets te snijden of schoon te maken op een tafel bij een venster. Boven het raam hangt een vogelkooi. Vervaardiger: toegeschreven aan Willem van Odekercken, 1631 – 1677. Collectie Rijksmuseum, objectnummer: SK-A-3334.

Huis Willet Holthuysen aan de Herengracht 605 in Amsterdam is gebouwd in 1687. In de keuken zijn drie tegeltableaus met vogelkooien met kanaries (?) te bewonderen. Foto: Judith van Amelsvoort, 2024.

Vinkenbanen

In de tweede helft van de zeventiende eeuw werden vinken gevangen op zogeheten vinkenbanen. De meeste banen bevonden zich in de duinen en in de polders. Met name de binnenduinranden waren geschikt, omdat die op de trekroute van de vogels lagen. Het najaar was dan ook het hoogseizoen van de vogelvangst.

Men ving de vogels met netten, knippen, lijmstokjes, vangpotten, strikken of ze werden geschoten. Het was een vermaak waar veel mensen, uit de stad of het platteland, op af kwamen. In de loop van de achttiende eeuw werden permanente vinkenbanen aangelegd bij buitenplaatsen. In Noord-Holland waren de banen in Velsen en Bloemendaal het bekendst.

‘Kanarie uit Nederlandsche vogelen; volgens hunne huishouding, aert, en eigenschappen beschreeven.’ Plaat 242 uit de Nederlandsche vogelen door Nozeman en Sepp. Ca. 1770-1829. Collectie KB Nationale Bibliotheek. Beeld via Wikimedia Commons, publiek domein.

Meer lezen over de archeologische vondsten die in Noord-Holland zijn gedaan? Alle ontdekkingen worden jaarlijks verzameld in De archeologische kroniek van Noord-Holland. In de kroniek staan foto’s en beschrijvingen van bijzondere opgravingen en spectaculaire vondsten.

Auteur: Judith van Amelsvoort, met dank aan ADC ArcheoProjecten.

Bronnen:

Publicatiedatum: 27/10/2025

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.