Toen ik in 1998 met vervroegd pensioen ging wist ik precies wat ik zou gaan doen. Opgegroeid in Amsterdam en sinds 1963 wonende in Noorwegen heb ik me verdiept in de interessante geschiedenis waarin zowel Noorwegen als Amsterdam een belangrijke plaats innamen.
Van prijsboeken had ik nog nooit gehoord, tot ik verwikkeld werd in de geschiedenis van het verdwenen prijsboek dat werd uitgereikt aan de latijnse school in Haarlem in 1676 tot het opdook in Trondheim in 2006. Prijsboeken waren de beloning voor de beste leerlingen aan de Latijnse scholen in Nederland in een paar honderd jaar.
De prijsboeken waren uit de tijd waarin ze leefden, maar waren altijd voorzien van een passende opdracht. In mijn eigen bibliotheek heb ik geen prijsboeken, maar wel boeken met opdrachten waarop ik zeer veel prijs op stel. Die zijn me gegeven door de schrijvers die van mijn onderzoeken gebruik hebben gemaakt.
Røros, houten huisjes en bergen van slakken
Røros is een kleine stad in Noorwegen, zo’n 100 km ten Zuid Oosten van Trondheim, niet ver van de Zweedse grens. Het ligt op een hoogvlakte, ongeveer 600 meter boven zeeniveau. Het is er behoorlijk koud in de winter. Røros is bekend vanwege zijn pittoreske oude bouwstijl in hout en de resten van de mijnbouw activiteiten van meer dan 300 jaar. Het is een populaire toeristische bestemming. Kijk voor meer informatie over Røros op de website van het werelderfgoed United Nations World Heritage.
In Røros werd in de zeventiende eeuw grote hoeveelheden kopererts gevonden, die de exploitatie mogelijk maakte. Noorwegen werd in die tijd door Denemarken bestuurd. En zo ontdekte de kamerheer en geldschieter van koning Christiaan IV, de mijnbouw koning, dat hij in Røros geld kon verdienen. Zijn naam was Jochem Jurgens (1611 – 1675), later Joachim Irgens, en door zijn investering in de mijnen als grootste participant viel 75% van de koperproductie in zijn handen.Veel van zijn productie werd in Amsterdam op de markt gebracht.
De erbarmelijke toestanden in de mijnen zijn beschreven door een Nederlandse bezoeker van deze mijnen in maart 1797: Cornelis de Jong: Reizen naar de Kaap de Goede Hoop, Ierland en Noorwegen, in de jaren 1791 tot 1797. “De arbeiders hebben het slechter dan de galeislaven in Algiers”.
De Groen Helm aan de Keizersgracht
In 1651 kocht Joachim Irgens een groot herenhuis aan de Keizersgracht, het huis met de Groene Helm. Het geld van het slaven arbeid in Røros kan zeker aan de koopsom bijgedragen hebben.
En in 1656 trouwde hij met Cornelia Bickers (1629 – 1708), de dochter van de toen overleden burgemeester Andries Bickers. Van hun kinderen werden de eerste drie geboren in Amsterdam. De oudste zoon heette Andries, genoemd naar zijn grootvader Andries. In Scandinavië wordt hij Andreas genoemd. En de tweede kreeg de naam Henricus, naar de vader van Joachim, die Heinrich Jurgens heette en in Itzehoe, Holstein woonde. De derde zoon werd Johannes gedoopt, naar de overleden broer van Joachim. Een en ander is te vinden in het Stadsarchief in Amsterdam.
De beste van zijn klas
In 1672 werden alle zonen ingeschreven als leerlingen aan de Latijnse School in Haarlem. De reden waarom ze niet in Amsterdam op school gingen weten we niet, maar het kan te maken hebben met de aanval op Nederland vooral door Franse troepen in dat rampjaar.
De vorderingen van de jongens kunnen we volgen in het Schoolarchen boek van de Latijnse School dat bewaard is gebleven in het Noord-Hollands Archief in Haarlem. Andreas behoorde tot de allerbesten. Hij kreeg daarom een beloning in 1676 en wel een prijsboek, zoals dat gewoon was op de Latijnse scholen in Nederland. Het schoolarchenboek ontsluierd echter geen bijzonderheden over dit prijsboek.
Hoe weten we eigenlijk van die school?
De Irgens familie is over de wereld verspreid en er is het een en ander over deze familie geschreven. Het prijsboek wordt voor het eerst genoemd in een boek over de Familie Irgens van Røros, door Ludvig Kr. Langberg, in het Noors, uitgegeven in 1927. Overigens zonder het woord prijsboek te noemen, een woord zonder vertaling naar het Noors.
Hier vertelt Langberg onder andere dat hij bij zijn onderzoek stuitte op een document in het Rijksarchief in Oslo dat gewag maakt van een brief over een boek dat een dedicatie aan Andreas Irgens bevat. Andreas zou als beloning voor zijn prestatie op school een boek hebben gekregen van de “Skolae Batavae Harlemo”, de Latijnse school in Haarlem, op 5 april 1676. En zo begon in Noorwegen de zoektocht naar het boek met de dedicatie die 80 jaar zou duren.
Dus eerst naar Haarlem
Dat was bij een familie bezoek in de zomer van 2006. Bij het Noord-Hollands Archief kon ik zelf het schoolarchenboek inzien. Meer dan 300 jaar oud! Je zou bijna in geef acht gaan staan. Daar stond alles over de jongens, van het inschrijven in 1672 tot de topprestatie van Andres Irgens in 1676. Maar niets over het prijsboek waar Langberg naar gewezen had in zijn boek.
Maar hoe nu verder?
Met groot respect voor het Rijksarchief in Oslo wist die het juiste antwoord te geven op mijn tamelijk vage vraag over een brief van een boek, waarnaar Langberg verwijst. Het blijkt dat de bewuste brief zich bevindt in de nalatenschappen van prof. Ludvig Daae (1834 – 1910), prof. in de geschiedenis aan de Universiteit van Kristiania. De brief is gedateerd 1888 en betreft een boek in de Gunnerus Bibliotheek in Trondheim. De brief vermeldt ook bijzonderheden om het boek en is gearchiveerd in de Personaliasamlingen, pk. 64, Irgens. Zonder deze archivering zou de brief onvindbaar zijn.
Gunnerus bibliotheek
De Gunnerus Bibliotheek is de oudste bibliotheek in Trondheim. De bibliotheek is genoemd naar de stichter bisschop Johan Ernst Gunnerus (1718-1773). De zeldzaamste boeken worden bewaard in een voormalige onderzeebootbunker uit de tweede wereldoorlog met de naam DORA. Met muren zo dik dat het onmogelijk bleek deze bunker op te ruimen.
Het boek blijkt geschreven te zijn door Hugo de Groot met de titel ‘ANNALES ET HISTORIÆ DE REBUS BELGICIS’. Het boek is uitgegeven in 1657 door Joannis Blaeu in Amsterdam. Dit boek komt al voor in de oudste catalogus van het bestand in de Gunnerus Bibliotheek en het zou best kunnen zijn dat het boek al meer dan 300 jaar deel uit maakt van de verzameling (Nyerups Catalog van 1808).
Bij navraag gaf de bibliotheek een bevestigend antwoord: ja, we hebben dat boek en er staat een opdracht in aan Andreas Irgens van de Latijnse School in Haarlem. En daarmee was het boek gevonden en het raadsel opgelost.
Het is echter niet bekend hoe het boek in de Gunnerus Bibliotheek is beland. Dat kan gebeurd zijn bij een bezoek van Andreas aan Trondheim na de dood van zijn vader (1675)? Hij vocht toen voor zijn moeder Cornelia voor het eigendomsrecht van de bezittingen van zijn vader in Noorwegen. Het zou nog tot 2018 duren voordat ik zelf het boek in ogenschouw kon nemen bij een bezoek aan Trondheim.
Auteur: Fokke F van der Meer (1936). In memoriam mijn jongere broer Gerard (1945-2022) die me attent maakte op ONH.
Bronnen:
- Meer over de Groene Helm in Amsterdam kunt U lezen in Amstelodamum 94-4 (2007).
- Ook, maar dan in het Noors, in het Digitalt Museum, digitaltmuseum.no.
- Prijsboeken op de Latijnse school. Auteur: J. Spoelder.
Publicatiedatum: 16/05/2023
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
2 reactiesInteressant.
Waar stond de Latijnse school in Haarlem?
De Latijnse School in Haarlem stond op het terrein van het Cellebroedersklooster, zie
https://www.amsterdam.no/EigenWerk/Haerlema/Cellebroedersklooster.jpg
Op een oude kaart van Haarlem is dit aangegeven met het cijfer 13, onder het Stadhuis, zie
https://www.amsterdam.no/EigenWerk/Haerlema/Haerlema.jpg