‘Dat Palinkje zal een staartje hebben!’
Rond 1885 beleefde de Amsterdamse Jordaan een aantal roerige jaren. Tussen 1885 en 1887 moest de politie maar liefst 15 keer de hulp van het leger inschakelen.
>Rond 1885 beleefde de Amsterdamse Jordaan een aantal roerige jaren. Tussen 1885 en 1887 moest de politie maar liefst 15 keer de hulp van het leger inschakelen.
>Zou het Amsterdam Noord net zo vergaan als de Jordaan? De Amsterdamse Jordaan stond lang bekend als arbeidersbuurt met uiterst verpauperde toestanden. Toch heeft het in de twintigste eeuw relatief snel een enorme transformatie ondergaan. Tegenwoordig is het een zeer gewilde plek om te wonen. Toen de Jordaan opknapte werden de armste en ‘a-sociaalste’ Jordanezen overgebracht naar de andere kant van het IJ, waar ze in zogenaamde woonscholen moesten leven. Hier werden zij opgevoed om zelf een net huishouden te leiden. De mensen die hier woonden hadden vaak een levenslang stigma. Amsterdam Noord stond om hen bekend.
Tegenwoordig is Noord echter aan een opkomst bezig en worden er steeds meer creatieve initiatieven gestart. Sinds mei 2014 is Amsterdam Noord weer zo’n cultureel initiatief rijker: de net heropende Tolhuistuin. Deze plek, waar ooit de Amsterdamse ter dood veroordeelden werden opgehangen, is een mooi voorbeeld van de ontwikkeling die Noord in de afgelopen eeuwen heeft meegemaakt.
De Stelling van Amsterdam is een historisch monument voor Nederland en staat sinds 1996 op de lijst van UNESCO Werelderfgoed. De 135 km lange kringlinie was destijds het neusje van de zalm op het gebied van militair-waterstaatkundige techniek in Europa. Andere steden, zoals Antwerpen en Parijs kenden ook kringstellingen, maar in geen enkel ander land werden steden beschermd door waterlinies.
>“Ik weet zeker dat wie dit niet gezien heeft, niet zou kunnen geloven van welk een pracht en schoonheid zowel de architectuur van huizen en bruggen is als de aanleg van de grachten”, aldus Willem Lodewijk van Nassau, Stadhouder van Friesland, na een boottochtje door de grachten in 1617.
>Herengracht 500 werd in 1667 in de Strakke Stijl gebouwd voor de regent Joan Reynst, heer van Drakenstein en de Vuursche. Rond het midden van de 18de eeuw volgde een verbouwing in opdracht van Gerrit Hooft die in de periode 1752–1767 zeven maal burgemeester was.
>Herengracht 572 werd oorspronkelijk gebouwd in 1666, oorspronkelijke bebouwing in de Vierde Uitleg van 1663. Het had toen een halsgevel met klauwstukken met honden. De sobere gevel verklapt niet wat er binnen allemaal te zien is.
>Dit vrij smalle Amsterdamse grachtenhuis is slechts twee raamassen breed, maar de tuin loopt achter het tuinloze buurpand op nummer 112 door. De 17de-eeuwse bouwheer was Jan Gerritsz Verlorenarbeyt. In de 18de eeuw werd het 17de-eeuwse grachtenhuis ingrijpend verbouwd en verhoogd, in opdracht van de toenmalige eigenaar en bewoner Floris Kroll.
>De bouwheer van Herengracht 619 was Jan Six, de burgemeester en beschermheer van verschillende kunstenaars, onder wie Rembrandt en Joost van den Vondel. Het huis werd ontwerpen door Adriaan Dortsman.
>Oorspronkelijk vormden 150 en 152 samen met Herengracht 154 een trapgevel-drieling uit 1617, de oorspronkelijke bebouwing op deze plaats na de stadsuitleg van 1613. Herengracht 152 is nog het meest intact: de voorgevel doet ondanks de latere verbouwingen nog steeds denken aan de renaissance-trapgevel uit 1617. De gevelsteen met de stralende zon laat de huisnaam zien: ‘De Son’.
>Herengracht 361 en 363 zijn twee 17de-eeuwse huisjes. Dit is al te zien aan de geringe hoogte van de panden en aan de houten onderpuien met puibalk. Het huis van Jan Gerritsz Sonnenbergh heeft boven de puibalk de gevelsteen Sonnenberg met een zon boven een berg.
>In 1665 werden vijf woonhuizen naast elkaar gebouwd met dezelfde halsgevels in de stijl van het Hollands classicisme, van links naar rechts de nummers 408, 406, 404, 402 en 400. Het ontwerp wordt toegeschreven aan Justus Vingboons, de broer van de bekendere Philips Vingboons.
>In dit huis woonde ooit de omstreden Mr. Gillis van den Bempden (1697–1748), burgemeester in 1738, 1741 en 1747. Het plafond verwijst misschien nog altijd naar de politiek!
>Prinsengracht 562 is herbouwd door ‘de monumentenredder van de jaren zestig en zeventig’, Geurt Brinkgreve. Ondanks zijn lovende bijnaam was niet iedereen het eens met de restauratie.
>Dit dubbelhuis is met zijn 16,25 m breedte één van de breedste dubbele huizen aan de Amsterdamse grachten. Het is het enige dubbele huis met een breedte van zeven raamassen. Het werd in 1669/72 gebouwd in opdracht van Andries de Graeff (1611–1678) die zeven maal burgemeester van Amsterdam is geweest.
>Dit grachtenhuis is onderdeel van de fraaie, goed bewaard gebleven gevelrij Prinsengracht 299 t/m 307.
>Het huis De Dolphijn is in ±1600 gebouwd (in ieder geval tussen 1599 en 1602) voor de dichter Hendrick Laurensz. Spiegel (1549–1612). In 1609 werd het huis verkocht aan Volckert Overlander (1571–1630) die het in 1630 naliet aan zijn schoonzoon Frans Banninck Cocq, heer van Purmerend en Ilpendam (1605–1655), bekend van Rembrandts Nachtwacht (1642). Hij woonde in dit huis toen Rembrandt de Nachtwacht schilderde.
>Deze ‘tweeling’ in een late Lodewijk XIV-stijl heeft misschien wel de hoogste klokgevels van Amsterdam. Vergelijkbaar met Keizersgracht 606–608, de grootste halsgevel-tweeling van Amsterdam.
>Deze fraaie laat–17de-eeuwse halsgevel-tweeling uit 1688 is gebouwd in de periode van de “strakke stijl” van het Hollands classicisme: de eenvoudige bakstenen gevels zijn vlak en de enige zandstenen versieringen zijn in de top te vinden.
>Herengracht 474 werd gebouwd in 1669, op een kavel dat in 1665 voor Fl. 7400 gulden was gekocht (in de stadsuitleg van 1663). Het is dus oorspronkelijke bebouwing. Het huis staat afgebeeld op drie schilderijen van Gerrit Adriaensz Berckheyde (één uit 1685 en twee uit 1672) en in het grachtenboekje van Cornelis Danckerts (1680). Het is dus heel goed bekend hoe het huis er in de 17de eeuw uit zag. Tegenwoordig is het een Erfgoedhuis.
>Singel 60 is gebouwd omstreeks 1745 en behoort met zijn 5,6 m brede gevel tot het standaardtype grachtenhuis, bestaande uit voorhuis, tussenlid en binnenplaats en achterhuis, met daarachter nog een tuin. Dat laatste is zeldzaam op het Singel: in de stadsuitleg van 1585 is weinig ruimte voor grachtentuinen. Meestal zijn de kavels tussen Singel en Langestraat en tussen Singel en Herengracht verderop helemaal volgebouwd. Veel huizen hebben aan deze zijde van het Singel een koetshuis in de Langestraat, immers een typisch koetshuizen-straatje. Alleen Singel 58 t/m 64 hebben tuinen, afgesloten door een blinde muur in de Langestraat.
>