Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

De eerste bioscoop: met een panorama op reis door Europa

Fascinerende fragmenten van een rondreizend panorama uit 1853, dat de mooiste plekjes van Zuid-Europa toont, en dat de Grote Markt van Haarlem heeft aangedaan, zijn nu in het Rijksmuseum te zien.

Het panorama, dat 23 meter lang en 1.80 meter hoog is, vult één zaaltje van het Rijksmuseum in zijn geheel. Het maakt deel uit van de zomertentoonstelling XXL Papier, dat kolossale kunstwerken van papier laat zien. Vanwege hun grote formaat én vanwege hun kwetsbaarheid, zijn ze meestal tot een bestaan in het depot gedoemd. Daar komt deze zomer verandering in.

Het met de hand geschilderd panorama, ook wel ‘cyclorama’ genoemd, bestaat uit een landschap in knallende pastelkleuren dat op stroken papier van in totaal 1500 meter lengte is geschilderd. Een rol van anderhalve kilometer is niet te tillen, dus vermoedelijk was het landschap in tien rollen gewikkeld. Die rollen werden met spoelen af- en opgerold en vormden samen een bewegend panorama. Dit soort vermaak was in de negentiende eeuw erg populair en was een voorloper van de bioscoop.

Detail van het reuzencyclorama, een bewegend panorama van 1500 meter lengte en 1.80 meter hoogte, dat op rollen was gewikkeld. Het Rijksmuseum toont er deze zomer 23 meter van, wanneer de reis in Italië is aangekomen. Via het Rijksmuseum.

Zonovergoten Italië

Op de tentoonstelling zien we taferelen uit het zonovergoten Italië, maar de negentiende-eeuwse bezoekers kregen ook mooie plekjes in Zwitserland en Oostenrijk te zien. Maud van Suylen, conservator Rijksprentenkabinet, wijst op een negentiende-eeuwse flyer, die in 1853 in Haarlem werd verspreid om de show op de Grote Markt aan te kondigen. In dat drukwerkje wordt een mooie reis beloofd langs schilderachtige plekken in ‘Tyrol, Stiermarken, Zwitserland en Italiën, over berg en dal.’ En oh ja, ‘men ziet alles met vrije ogen en niet door glazen.’ Kaartjes kostten 99 cents (eerste rij), 60 cents (tweede rij), 25 cents (derde rij) en als je bereid was te blijven staan, betaalde je maar 10 cents.

“Het was een plezierige manier om verre oorden te aanschouwen, zonder alle ongemakken van het reizen in de negentiende eeuw,” legt Van Suylen uit. Niet dat de taferelen van het panorama erg gedetailleerd waren geschilderd, “maar je herkent een reizend gezelschap dat met paarden over de paden trekt.”

Pamflet waarmee de voorstelling op de Grote Markt in Haarlem werd aangekondigd, uit 1853. Via het Rijksmuseum.

Een Berlijns atelier

Bij de voorbereiding van de tentoonstelling kwamen de medewerkers van het Rijksprentenkabinet er na veel speurwerk achter dat het panorama, waarvan we nu 23 meter kunnen zien, in een Berlijns atelier is gemaakt door drie theaterdecorschilders. Opdrachtgever was de Duitser Ferdinand Reichardt, een uitgever van revolutionaire pamfletten, die daarvoor in Duitsland werd gearresteerd en vervolgens de wijk naar Nederland nam. Het was de tijd van rondreizende panorama’s. In Amerika reisde bijvoorbeeld een show rond, die de mooiste plekjes langs de Mississippi rivier liet zien.

Mogelijk heeft dat Reichardt op een idee gebracht. In ieder geval gaf hij een Berlijns atelier de opdracht een romantische reis door Zuid-Europa te schilderen, waarmee hij twee jaar door Nederland, België en Engeland trok. Hij gaf er avondvullende voorstellingen mee, in tenten, theaters en op jaarmarkten. In Londen was koningin Victoria één van de bezoekers.

De voorstellingen duurden twee uur. Soms was er een verteller, die een toelichting gaf bij de getoonde beelden, soms werd er muziek bij gespeeld. In Den Haag kroop de voormalige organist van koning Willem II achter de piano, maar bij andere voorstellingen werd het publiek in de pauze getrakteerd op het optreden van een Tiroler gezelschap, dat niet alleen zong, maar ook jodelde. In Tiroler kostuum, dat spreekt.

In het Rijksmuseum zijn 23 meter van het Reuzencyclorama te zien, die de hele zaal in beslag nemen. Foto: Rijksmuseum/Olivier Middendorp.

Een stuk behang

Het opmerkelijke is dat de medewerkers van het Rijksprentenkabinet aanvankelijk niet eens wisten dat de rollen, die ze in het depot aantroffen, onderdeel waren van een bewegend panorama. Op een inventariskaart uit 1962 stond namelijk dat het om een oud stuk ‘kamerbehangsel’ ging. Van Suylen: “Toen we de rol nauwkeuriger bekeken, viel het ons op dat we nergens uitsparingen voor deuren of ramen zagen. Later ontdekten we kleine gaatjes aan de bovenkant en zo kwamen we erachter dat het panorama over twee spoelen afgedraaid moet zijn. Kortom, dat het een reuzencyclorama is geweest.”

Omdat ze zo intensief werden gebruikt, zijn de meeste panorama’s uit die tijd verloren gegaan. “Van dit panorama hebben we 58 meter in onze collectie en daarvan laten we nu 23 meter zien. Dus mocht iemand op zolder nog een opgerold landschap aantreffen…”

Medewerkers van het restauratie-atelier maken het cyclorama klaar voor de zomertentoonstelling. Foto: Rijksmusuem/Bibi Veth.

De restauratie

Overigens moest er nog wel het een en ander worden opgeknapt aan de 23 meter geschilderd papier, die nu op de expositie hangt. Idelete van Leeuwen, hoofd van de afdeling die kunstwerken van papier en foto’s restaureert, vertelt daar het volgende over: “Het papier van dit panorama was op heel dun katoen geplakt. Op sommige plekken was het kapot. Het meest beschadigde deel hebben we los gemaakt en van een nieuwe steunlaag van Japans papier voorzien. Verder was  het papier behoorlijk vies. Waarschijnlijk werd het panorama met kaars- of gaslicht verlicht. In ieder geval leek het of er een laagje roet op zat. Dat hebben we héél voorzichtig verwijderd, waardoor de kleuren een stuk helderder werden. Hier en daar waren naden losgelaten en zaten er vlekken op. Dat hebben we gerestaureerd, zodat je weer kunt genieten van een rustig beeld met sprankelende kleuren.”

Andere grote werken van papier in de zomertentoonstelling. Foto: Rijksmuseum/Olivier Middendorp.

Ontwerpen voor Sint Bavo

In een andere zaal van de XXL-tentoonstelling hangen negen stroken papier, die zó lang zijn (12,3 meter) dat ze aan de andere kant van de wand gewoon verder gaan. De negen stroken zijn het ontwerp voor een glas-in-loodraam dat in 1541 in de westgevel van de Sint Bavokerk in Haarlem werd geplaatst. Het raam was een cadeautje van Joris van Egmond, bisschop van Utrecht, die zichzelf (en zijn familie) wilde vereeuwigen. Op dit ontwerp knielt hij heel devoot voor de Heilige Drie-eenheid: de duif, die symbool staat voor de Heilige Geest, Christus aan het kruis en God de vader.

Het ontwerp dat nu te zien is, is net zo groot als het origineel, dus dat moet een imposant raam zijn geweest. De glasschilder Gerrit Boels had dat ontwerp nodig om glas te kunnen snijden, wat je kunt vergelijken met een patroon waarmee je stof voor kleding uitknipt. Door die negen stroken kun je je goed voorstellen hoe dat raam er in de zestiende eeuw uit gezien moet hebben, want het originele raam is uiteindelijk gesneuveld.

De negen stroken van 12,3 meter lengte laten zien hoe groot het oorspronkelijke glas-in-loodraam, dat in 1541 in de westgevel van de Sint Bavokerk in Haarlem werd geplaatst, moet zijn geweest. Sporen van dit raam zijn nog steeds in de gevel te zien. Foto: Rijksmuseum/Olivier Middendorp.

Jongeheer Mozart

Bovendien heeft het raam maar kort in de Haarlemse Sint Bavo gehangen, namelijk tot aan 1578, toen Haarlem van het katholieke naar het protestantse geloof over ging. Protestanten hadden niet veel op met de Heilige Drie-eenheid en lieten het glas-in-loodraam met de devoot knielende bisschop aanpassen, totdat ook dát raam uiteindelijk in 1738 moest wijken voor het grote orgel, waar jongeheer Mozart nog op heeft gespeeld.

Eind negentiende eeuw zijn de ontwerpstroken, die officieel ‘cartons’ heten, uit de kerk gehaald en in bruikleen aan het Rijksmuseum afgestaan. “Het is dus voor het eerst in honderd jaar dat we dat ontwerp in volle glorie kunnen tonen,” zo besluit conservator Van Suylen.

Japanse aalscholver, geschilderd op een doosje. Dit is één van de bijna zeventig voorwerpen van de tentoonstelling Modern Japans lak (1890-1950), die deze zomer in het Rijksmuseum is te zien. Foto: Rijksmuseum/Olivier Middendorp.

Drie zomertentoonstellingen

XXL Papier is één van de drie zomertentoonstellingen met werk uit de eigen collectie van het Rijksmuseum. Het museum toont daarnaast bijna zeventig voorwerpen, meestal delicate doosjes, die door Japanse lakkunstenaars zijn versierd in de tentoonstelling Modern Japans lak. Ze zijn tussen 1890 en 1950 gemaakt. Het gaat om voorwerpen die zijn versierd met tientallen flinterdunne laagjes lak, bestrooid met goud- of zilverpoeder en soms aangevuld met bladgoud, parelmoer of de schaal van kwarteleieren. Het zijn voorstellingen die je een gedroomde wereld binnenvoeren.

In de fotogalerij hangen, tot slot, de vroegst bekende foto’s die ooit door een Nederlander in Japan zijn gemaakt. De vijftig foto’s geven een bijzondere inkijk in het negentiende-eeuwse Japan, op het moment dat het land zijn grenzen opende. De drie tentoonstellingen zijn van 1 juli tot en met 4 september 2022 te zien.

Vroege foto’s van Japan. Antoon Bauduin maakte in 1865 deze foto van twee samurai. De Bauduin-collectie is inmiddels aan het Rijksmuseum geschonken.

Tekst: Arnoud van Soest

Publicatiedatum: 04/07/2022

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

1 reactie

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.