Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Nederlandkunde en Hendrik Doeff in Japan

Tussen 1639 en 1854 was Nederland het enige westerse land dat contact mocht onderhouden met Japan. Vanaf 1641 mocht alleen de VOC ruim 200 jaar met het land handel drijven op een speciaal daarvoor opgezet eiland, Deshima. De zogenaamde Japanse 'Nederlandkunde' of 'Rangaku' stelde Japan in staat op de hoogte te blijven van wetenschappelijke ontwikkelingen in het westen via de Nederlandse handelspost. Andersom waren er ook Nederlanders die zich in de Japanse cultuur verdiepten, waaronder de Amsterdamse Hendrik Doeff (1777-1835) die tussen 1799 en 1817 in Deshima verbleef.

Japan en Nederland

In augustus 1609 kregen de Nederlanden vrije toegang tot Japanse havens. Op verzoek van Maurits verleende de Japanse ‘shogun’, toentertijd heerser van Japan, Tokugawa Ieyashu deze handelspas. In de jaren hiervoor hadden de Nederlanders al een goede verstandhouding met de Japanse regering opgebouwd. De Nederlandse kennis van scheepsbouw, navigatie, cartografie en het ontbreken van de christelijke zendingsdrang werden zeer gewaardeerd door het land. Toen Japan in 1614 de verspreiding van het christelijke geloof verbood hadden de Nederlanders daar geen probleem mee. Niet lang daarna moesten alle westerlingen in het kader van de afsluitingspolitiek het land verlaten. De Nederlanders mochten blijven, maar werden vanaf 1641 wel in hun vrijheid beperkt en kregen een enkele handelspost op Deshima.

Plattegrond Nederlandse Faktorij Deshima Plattegrond van de Nederlandse faktorij op het eiland Deshima bij Nangasaki. Bron: Isaac Titsingh, Bijzonderheden over Japan, behelzende een verslag van de huwelijks plegtigheden, begrafenissen en feesten der Japanezen, de gedenkschriften der laatste Japansche keizers, en andere merkwaardigheden nopens dat rijk, uit de Koninklijke Bibliotheek, via Wikimedia Commons.

Nederlandkunde

In de periode tussen 1641 en 1854 werd de Nederlandse handelspost op Deshima ook een bron van informatie over de wetenschappelijke ontwikkelingen in het westen. Vooral in de achttiende eeuw was hier in Japan grote belangstelling voor. Er werd veel Nederlandse literatuur over westerse wetenswaardigheden vertaald en uitgegeven. Zogenaamde ‘Rankakusha’ of ‘Hollandologen’ hielden zich bezig met deze ‘Rangaku’of ‘Nederlandkunde’ en bestudeerden ontwikkelingen in onder andere de astronomie, scheikunde, biologie, geografie en geneeskunde. Het bestuderen van de Nederlandse taal was hierbij van belang. Er waren ook Nederlandse artsen en opperhoofden van Deshima die zich in de Japanse taal, cultuur en natuur verdiepten en daarover publiceerden. De hofreizen die een klein groepje Nederlanders eens per jaar naar de shogun mocht maken bood daarvoor veel informatie.

Japans-Nederlands Woordenboek Doeff-Halma Bron: Wikimedia Commons, Babi Hijau.

Hendrik Doeff

Een van de opperhoofden van Deshima die zich in Japan verdiepte was de Amsterdamse Hendrik Doeff. Hij vertrok in 1789 richting Oost-Indië en kwam in 1799 aan in Deshima waar hij in 1803 opperhoofd van de Nederlandse handelspost werd. Naast dat Doeff Deshima tot drie keer toe verdedigde tegen de Engelsen, die het kleine eilandje graag wilden overnemen, heeft de opperman veel aantekeningen gemaakt en geschreven over Japan en zijn ervaringen in Deshima. Hij had tijdens zijn verblijf ook een uitvoerig Japans- Nederlands woordenboek opgesteld.

Portret Hendrik Doeff, olie op canvas door Charles Howard Hodges. Bron: Wikimedia Commons, Geheugen van Nederland.

Einde

In 1819 keerde Hendrik Doeff terug naar de Nederlanden. Alle merkwaardigheden en aantekeningen die Doeff negentien jaar lang had verzameld gingen onderweg echter verloren bij een schipbreuk. Een in Japan achtergebleven exemplaar van zijn woordenboek en van daarvan vervaardigde uittreksels konden wel onder andere door de bekende Philipp Franz von Siebold gebruikt worden. Doeff werd benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en publiceerde in 1833 zijn ‘Herinneringen uit Japan’. In 1835 overleed hij in Amsterdam. Aan de bijzondere positie van Nederland kwam na ruim twee eeuwen in 1856 een einde toen Japan zich onder druk van andere landen begon open te stellen.

Tekst: Liza Koppenrade

Bronnen

  • Doeff, Hendrik. Herinneringen uit Japan. Erven F. Bohn. (Haarlem 1833). In: Vaderlandsche Letteroefeningen. G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema. (Amsterdam 1833). Geraadpleegd op 20 april 2015, via: http://www.dbnl.org/tekst/_vad003183301_01/_vad003183301_01_0215.php
  • Kónya, Melinda. (14 april 2015). Leergierige Japanners. Geraadpleegd op 20 april 2015, via: http://blog.kb.nl/leergierige-japanners
  • Koninklijke Bibliotheek. (2009). Nederland en Japan – 400 jaar handel. Geraadpleegd op 20 april 2015, via: https://www.kb.nl/themas/geschiedenis-en-cultuur/koloniaal-verleden/nederland-en-japan-400-jaar-handel
  • Van der Aa, A.J. Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 4. J.J. van Brederode (Haarlem 1858). Geraadpleegd 20 april 2015, via: http://www.dbnl.org/tekst/aa__001biog05_01/aa__001biog05_01_0465.php

Publicatiedatum: 20/04/2015

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.