Wie aan Noord-Hollandse mode denkt, denkt aan streekdracht. Aan de kleurige dracht van Marken, rijkelijk versierd met borduurwerk. De Volendammer ‘hul’, die toeristen direct als typisch Hollands herkennen, of de opvallende luifelvormige mutsen uit Huizen. Aan iemands kleding en sieraden kan veel informatie worden afgelezen over geloof, rijkdom en rouw.
Daartegenover staat de haute couture uit de grote stad. Aan het eind van de negentiende eeuw verschenen er luxe waren- en modehuizen in Amsterdam. Zaken als Hirsch&Cie, Maison de Bonneterie en Metz&Co voorzagen in een nieuwe vrijetijdsbesteding: winkelen ofwel ‘shoppen’.
Oude kledingstukken vertellen boeiende verhalen over het verleden. Sommige kleren stralen welvaart en luxe uit, andere ontroeren doordat ze eindeloos zijn vermaakt. Ze zijn gedragen, gekoesterd, hersteld, vermaakt en doorgegeven. Daarmee geven ze ons een inkijkje in het dagelijks leven van onze voorouders.
In de middeleeuwen werden kleurstoffen uit planten gebruikt om gekleurd textiel te maken. Archeologische vondsten laten zien dat al vanaf de bronstijd schapenwol werd geverfd. De meest gebruikte kleuren waren blauw, rood, geel, bruin en groen.
In de collectie van de Provinciale Atlas Noord-Holland bevinden zich honderden prentbriefkaarten, tekeningen en foto’s van mensen in klederdracht. Als je goed kijkt, zie je dat de vrouw altijd druk bezig is: met het eten bereiden, de kinderen verzorgen, de dieren eten geven, het huishouden doen of met kleding maken. Opvallend is dat op veel huiselijke tafereeltjes de vrouwen en de meisjes aan het breien zijn. Helemaal stilzitten was er niet bij. Ter ere van Internationale Vrouwendag op 8 maart zoomen we in op deze hardwerkende vrouwen uit de geschiedenis.
Voor de moderne mens klinkt het absurd. Dat je een huwelijk aangaat met iemand die je nog nooit in het echt hebt gezien. Vroeger was de verloving of het huwelijk op de eerste plaats geen romantische aangelegenheid, maar een bloedserieus contract. Met als voornaamste doel dat beide partijen ervan zouden profiteren. Maar wat als er nou een zee of een land tussen jou en je toekomstige huwelijkspartner zat? Dan kon je altijd nog ‘trouwen met de handschoen’. Maar wat hield dat precies in?
Vis is glibberig, glad en nat, en zo op het eerste gezicht niet geschikt voor toepassing in mode en design. Toch wordt vissenhuid al eeuwen lang en over de hele wereld gebruikt voor kleding, schoenen en accessoires.
In de Haarlemse textielindustrie viel in de zeventiende eeuw veel geld te verdienen. Koopman IJsbrand Staats bouwde een enorm vermogen op met de handel in stoffen en garen. Hiermee kon hij in 1730 een hofje voor oudere vrouwen stichten aan de Jansweg.
De Amsterdam Rainbow Dress is een kunstwerk in de vorm van een jurk. Hij reist de wereld over om aandacht te vragen en bewustwording te stimuleren omtrent de wereldwijde anti-LHBTI+ wetgeving (LHBTI+ staat voor lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender en intersekse). De jurk heeft een diameter van meer dan 16 meter, en bestaat uit de 71 nationale vlaggen van landen waar homoseksualiteit nog steeds strafbaar is. Wanneer een land zijn wetgeving aanpast wordt de vlag vervangen door een regenboogvlag.
In Huis van Hilde is een nieuwe vaste tentoonstelling geopend over de zeventiende eeuw. Er zijn bijzondere archeologische vondsten te zien. Speciaal voor deze nieuwe expositie zijn twee mensfiguren gemaakt: een Amsterdamse koopman en vrouw. De figuren zijn gemaakt door Mieneke van Gogh en de bijbehorende historische kleding is gemaakt door Suzanne Spruijt van Het Atelier van Toen.
Wanneer er iemand overlijdt, breekt voor de nabestaanden een periode van rouw aan. Tegenwoordig neemt men vaak samen afscheid van de overledene tijdens een uitvaart, maar is het rouwproces daarna meestal een privéaangelegenheid. Vroeger was dat anders en kon je vaak in één oogopslag zien dat iemand ‘in de rouw’ was. Strenge etiquetteregels schreven tot in de 20e eeuw voor dat men na een overlijden tijdelijk speciale rouwkleding moest dragen om de overleden persoon zijn laatste eer te betuigen.
De eerste resultaten van 'Crowd Leert Computer Lezen' waren nog maar net online, toen kunsthistorica Saskia Kuus via twitter liet weten wat een goudmijn dit was voor haar onderzoek naar historische (kinder-)kleding.
Oranje was in het verleden een zeer omstreden kleur. Het is de kleur van het huis Oranje, en juist daardoor heeft het een politieke betekenis in Nederland.
Een priestergewaad waarvan de zijden stof al eerder over een dansvloer heeft gezwierd. In de achttiende eeuw kwam het voor dat galajaponnen (robes à la française) werden vermaakt tot priestergewaden. Maar hoe kon deze transformatie van wereldlijke kleding naar sacraal gewaad vorm krijgen? Of met andere woorden: hoe werd ‘aardse stof tot hemels lof’?
De liefde voor traditie en textiel is op Marken altijd groot geweest. In de kleurrijke streekdracht zijn veel onderdelen versierd met borduurwerk. Met name de rijglijfjes zijn prachtig geborduurd met bloemmotieven. In 2014 is Marker borduren opgenomen in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland.
Marianne Havermans, deskundige in historisch textiel, vond tijdens haar werk in het Westfries Museum in 1986 meerdere uitzetten in miniatuur. Zo’n kleine uitzet werd niet voor een popje gemaakt, maar was bedoeld als oefening voor een echte uitzet. De afgelopen jaren heeft Marianne de herkomst van en verhaal achter de miniatuurtjes in kaart weten te brengen, wat resulteerde in een fraai boek onder de titel 'In ’t kleijn. Een uitzet in miniatuur 1830-1850'.
Een merklap is een linnen oefenlap waarop het alfabet, cijfers en motieven zijn geborduurd. De merklap van Johanna Sikking (1799) behoort tot de oudste, bewaard gebleven gedateerde merklappen van het Burgerweeshuis in Amsterdam.
Een unieke archeologische vondst van zeventiende-eeuwse zijden kledingstukken en fragmenten uit een scheepswrak bij Texel was in 2014 wereldnieuws. Waarschijnlijk was de kist vol textiel eigendom van een zeer welgestelde dame, vermoedelijk uit de kringen van het Engelse hof. In de jaren erna werd er onderzoek gedaan door textielrestauratoren Sjoukje Telleman en Marijke de Bruijne.
Tijdens een opgraving in 2019 aan het Nieuwe Noord in Hoorn werden bijzondere voorwerpen gevonden in een zeventiende eeuws riool. Tijdens het zeven vond een vrijwilliger van Archeologie West-Friesland zelfs een paar gouden keelknopen!
In het voorjaar van 1967 werden, dankzij gunstige vondstomstandigheden in enkele graven, in de Engelmunduskerk twee wollen kledingstukken gevonden, onder andere een gebreid babyjasje en een mannenjas, twee (half)wollen koordjes en enkele zijden (naai)garens.
Het Zaans Kostuum is bekend geworden in de verschijningsvorm van rond 1780. Vooral het kostuum van de vrouw, jak en rok breed silhouet, kostbare stoffen, oorijzer, sieraden en de kaper spreekt tot de verbeelding. De mannen droegen het gangbare driedelige kostuum, lange jas, kniebroek, vest en driekante steek. Feitelijk ligt de bloeiperiode tussen ca. 1750 en 1850. Het accent ligt wel op de tijd rond 1780. Uit deze periode zijn de meeste publicaties geweest en is ook de meeste kleding bewaard gebleven. Het Zaans Museum heeft een prachtige collectie van deze kleding.
In de collectie van het Zuiderzeemuseum bevindt zich een bijzonder kostuum: het Sinterklaaskostuum van Hanicotte. Augustin Hanicotte (1870-1957) was een Franse kunstschilder die tussen circa 1895 en 1914 veel in Volendam heeft gewerkt. Hij verbleef in die jaren meestal in Hotel Spaander, zoals veel buitenlandse schilders. Op initiatief van Hanicotte werd in Volendam voor het eerst een Sinterklaasintocht georganiseerd en hij speelde daarin zelf de hoofdrol.
Er is een tijd geweest dat een heer niet zonder hoed en wandelstok de deur uitging. Nu is er nauwelijks nog een man die zich met een wandelstok op straat waagt. We hebben het hier over een wandelstok en niet over een stok met een kruk. Een wandelstok met kruk is bedoeld voor iemand die steun nodig heeft. De greep is zo gevormd dat hij de hand voldoende houvast en grip biedt.