Wie aan Noord-Hollandse mode denkt, denkt aan streekdracht. Aan de kleurige dracht van Marken, rijkelijk versierd met borduurwerk. De Volendammer ‘hul’, die toeristen direct als typisch Hollands herkennen, of de opvallende luifelvormige mutsen uit Huizen. Aan iemands kleding en sieraden kan veel informatie worden afgelezen over geloof, rijkdom en rouw.
Daartegenover staat de haute couture uit de grote stad. Aan het eind van de negentiende eeuw verschenen er luxe waren- en modehuizen in Amsterdam. Zaken als Hirsch&Cie, Maison de Bonneterie en Metz&Co voorzagen in een nieuwe vrijetijdsbesteding: winkelen ofwel ‘shoppen’.
Oude kledingstukken vertellen boeiende verhalen over het verleden. Sommige kleren stralen welvaart en luxe uit, andere ontroeren doordat ze eindeloos zijn vermaakt. Ze zijn gedragen, gekoesterd, hersteld, vermaakt en doorgegeven. Daarmee geven ze ons een inkijkje in het dagelijks leven van onze voorouders.
De welvaart van een streek is meestal goed af te lezen aan de kleding van haar inwoners. Hoe rijker de lokale bevolking, hoe meer mensen zich de laatste mode kunnen veroorloven. Niet voor niets zien we vrouwenkleding in Noord-Holland vanaf de zestiende eeuw steeds modieuzer worden. Spaanse opstaande kraagjes werden tot in Graft gedragen en Franse rijglijfjes waren van Landsmeer tot Schagen gemeengoed. Duik met ons in de garderobe van de zestiende eeuw, die toch vooral warm, stijf en zedig moest zijn.
Na drie jaar onderzoek en schrijven is het project Textiel uit Hollandse bodem nu afgerond en is de publicatie 'Textiel uit Hollandse bodem. Archeologische vondsten uit de 17e en 18e eeuw' te koop. Tijdens dit project zijn vele archeologische vondsten bekeken, waaronder vondsten uit het depot in Amsterdam. In dit artikel komen enkele damast vondsten voorbij, gekoppeld aan beschrijvingen van het gebruik van damast in historische bronnen én enkele overgebleven museumstukken.
Bijna niemand kent nog de klopjes van Haarlem. De zestiende-eeuwse kloppengemeenschap en hun schuilkerk Sint-Bernardus bestaat al lang niet meer. Toch waren deze ongehuwde katholieke vrouwen in heel Nederland bekend vanwege hun prachtige borduurwerk op kerkelijke gewaden en ander kerkelijk textiel. Stille getuigen van de vele geduldige handen, die bidden door te borduren.
Naarden was vroeger een échte textielstad. Eeuwenlang werd hier laken (wollen stof) van hoge kwaliteit gemaakt en verkocht. Van schaap tot kledingstuk was dat een intensief proces, waar veel verschillende ambachtslieden bij betrokken waren. Twee lakenloodjes in de collectie van het Nederlands Vestingmuseum herinneren aan dit rijke verleden.
De Zaanstreek is niet alleen vermaard om zijn cacao, er stonden ook papiermolens die papier van onovertroffen kwaliteit maakten. De Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring is er op gedrukt en Beethoven schreef er zijn composities op. Een pas verschenen boek zet de Zaanse papiergeschiedenis op … papier.
Wat gebeurt er als je de historische kamers van een grachtenhuis laat aankleden met mode, sieraden, fotografie en beeldende kunst? Het Amsterdamse Huis Willet-Holthuysen laat het zien.
Drama! Op dit schilderij uit de collectie van het Muiderslot is de slotscène van Lucelle te zien - een toneelstuk geschreven door Gerbrand Adriaenszoon Bredero. Net zoals Romeo en Julia zijn de hoofdrolspelers Lucelle en Ascagnes ‘star-crossed lovers’. Naast de afgebeelde scène, valt de kleur van de kleding op. De rode broek, het goud-gele jak, de roze cape…
In het depot van het Nederlands Openluchtmuseum staat dit poppenwinkeltje. Lange tijd leek het een alledaags voorbeeld van 19e-eeuws kinderspeelgoed. Tot bleek dat het een miniatuurversie was van een winkel die echt bestaan heeft: M.J.C. de Meijere was een bekende modezaak in Amsterdam. Maar voor wie kan het winkeltje gemaakt zijn?
Als je aan mode denkt, denk je waarschijnlijk niet meteen aan een 700 jaar oud kasteel. Maar wanneer je de schilderijen in de zalen van het Muiderslot bekijkt, kun je eigenlijk niet om al die “pompeuze kledij” heen. Wat zien we nu eigenlijk? En hoe keken ze er vroeger naar?
De driedelige documentaire over de zeventiende eeuwse jurk die Texelse sportduikers in 2014 uit het Palmhoutwrak haalden (en de andere vondsten), zorgen waarschijnlijk voor het drukste jaar in de geschiedenis van het Texelse museum Kaap Skil. Reden voor een terugblik met conservator geschiedenis Alec Ewing.
De expositie ´Made in...´ in het Zaans Museum gaat over de kleding die tussen 1760-1850 in de Zaanstreek werd gedragen. Wat is zo kenmerkend voor de streekdracht in deze periode? Modeconservator Leonie Sterenborg vertelt ons er meer over.
Stel, je bent een jonge vrouw en gaat aan de slag als verkoopster bij het chique modehuis Gerzon. Voor je in de winkel mocht staan, kreeg je in de jaren 1920 eerst een spoedcursus verkopen. Het boekje ‘Lessen voor de verkoopster’ geeft een kleurrijke indruk van het leven achter de toonbank, honderd jaar geleden.
Tijdens een onderzoek naar textiele archeologische vondsten, die in de jaren 1980 zijn opgegraven bij het Waterlooplein (Vlooienburg) in Amsterdam, bleek dat er veel materiaal nog niet geïnventariseerd was. Archeologe Marijn Stolk en kostuumhistorica Martine Teunissen zagen de ontelbare verborgen schatten in het depot. Bijzondere vondsten die (nog) niet online te vinden zijn via de websites van de erfgoedinstellingen. Daarom besloten zij om een project op te zetten: Textiel uit Hollandse bodem, om archeologisch textiel uit de zeventiende en achttiende eeuw te ontsluiten en te onderzoeken. Martine Teunissen vertelt ons meer over het onderzoek, de bijzondere archeologische vondsten en de voortgang van het project.
Weet u nog hoe een 17e-eeuwse japon zeven jaar geleden het wereldnieuws haalde? Duikers vonden in een scheepswrak bij de kust van Texel een kist vol kostbare kledingstukken. Het pronkstuk uit deze bodemschat was een roodbruine zijden japon. Vorig jaar werd onthuld, dat nóg een bijzondere japon de schipbreuk overleefd heeft.
Op oude foto’s zijn jonge kinderen vaak gekleed in een matrozenpakje. Zij staan geposeerd voor een geschilderde achtergrond in een fotostudio. De meesten kijken serieus, verveeld, dromerig en een enkele keer vrolijk in de camera. Zou de fotograaf zo zijn best hebben gedaan voor dit mooie plaatje of is het dankzij de trotse moeder die erachter staat? Het matrozenpakje was namelijk hét ensemble bij uitstek dat moeders graag voor hun kroost aanschaften en behoort tot de populairste kindermode aller tijden.
Marie Curie was één van die vrouwen waarvan je je afvraagt, hoe kreeg ze het toch allemaal voor elkaar? Twee Nobelprijzen op zak, twee dochters gebaard (waarvan er ééntje ook weer een Nobelprijs won), en zelfs op latere leeftijd liep ze er nog altijd stralend bij.
In het Huizer Museum is de fototentoonstelling ‘Hollandse Nieuwe’ te zien. Fine art fotograaf Jackie B portretteert in deze serie Nieuwe Nederlandse vrouwen die geboren zijn in landen waar Nederland in het verleden (of heden) handelsbetrekkingen mee had. De serie bestaat uit achttien foto’s met vrouwen afkomstig uit dertien verschillende landen, waaronder Japan, Suriname, Somalië en Israël. Zij zijn gekleed in de traditionele dracht van hun (voor)ouders gecombineerd met accessoires uit de Nederlandse streekdracht. Dit levert nieuwe en verrassende beelden op. Oneindig Noord-Holland bezocht de tentoonstelling en ging in gesprek met fotograaf Jackie B.
In de negentiende eeuw droegen vrouwen in West-Friesland op zondag een kappenstel: een set accessoires dat bestond uit kostbare sieraden en rijkelijk versierde spelden, kappen en mutsen. Deze kostbaarheden moesten goed bewaard worden en dan kwam een kappendoos goed van pas.
Wat we tegenwoordig door de wc spoelen, was vroeger goud waard. Menselijke urine werd gebruikt voor het wassen en vilten van kleding en was daarmee eeuwenlang een onmisbaar onderdeel van de textielindustrie. Het zogenaamde ‘piskruikenwrak’ voor de kust van Texel, dat ooit honderden kruiken vol met urine bevatte, vormt het levende bewijs voor deze geurige geschiedenis.