Bob Wielaard is meubelmaker, maar daarnaast fotografeert hij al jaren. Al eerder bracht hij graansilo’s in beeld, maar vijf jaar geleden maakte hij zijn eerste foto’s van bunkers in de Kennemerduinen. “Bunkers zijn toch een soort fremdkörper in het landschap,” legt hij uit. “Ze horen daar eigenlijk niet thuis. Het gaat mij vooral om het contrast tussen het natuurschoon, want het is een prachtig landschap, en de vreselijke dingen die daar zijn gebeurd, want de oorlog heeft zijn sporen achtergelaten.”
Alleen in Kennemerland Zuid moeten al 830 bunkers hebben gelegen, waarvan de meeste inmiddels zijn weggehaald. De naar schatting honderd bunkers die je nog kunt zien, zijn vaak door gras en zand overwoekerd. “Soms worden ze gebruikt voor vleermuizen. Dan zit er een stalen opening in, met een bordje er bij: dat je ze niet mag storen, want ze zijn beschermd.”
Het stoort niet
Bob beschouwt de bunkers als een verstoring van het natuurschoon, maar dat wil niet zeggen dat ze hem storen. “Het volbouwen van de omgeving vind ik storender. Bovendien komen er ook geen bunkers meer bij.”
De foto’s van de bunkers, die uiteindelijk tot een tentoonstelling en een fotoboek hebben geleid, werden gemaakt in Heemstede, Zandvoort, IJmuiden en Haarlem. “Voor een deel komt dat omdat ik in Heemstede woon, maar het komt ook omdat in dat gebied veel bunkers liggen.”
Vergroeid
Aanvankelijk wilde hij met de camera vastleggen hoe bunkers met het duinlandschap zijn vergroeid, maar een echte symbiose is het nooit geworden. “Het blijft toch een ongemakkelijk contrast. Het stoort onze verwachting van het natuurschoon.”
Het liefst fotografeert hij bunkers, die grotendeels overwoekerd zijn; dat er nog maar een puntje boven het zand uitsteekt. “Bij IJmuiden heb je het Bunkerpad en daar liggen vijf, zes van die enorme kolossen. Dat laat weinig te raden over; dat kent iedereen. Ik vind het spannender om fragmenten van bunkers te fotograferen die boven de grond uitsteken; dat maakt je nieuwsgierig.”
Monsters
Bij voorkeur benadrukt hij de donkere en duistere kant van een bunker, en dan met name als de bunker bijna op een monster lijkt. “Bij de Driehuis-ingang van de Kennemerduinen, vlakbij crematorium Westerveld, ligt bijvoorbeeld een bunker waarvan alleen een puntje uitsteekt, met daarachter een verhoging, die je in eerste instantie voor een duin aanziet. Mensen vragen me wel eens wat ik aan het fotograferen ben. Als ik dan zeg: een bunker, reageren ze vaak met: maar ik zie helemaal niets.”
“Honderd meter verderop ligt nog een bunker, die met zand, bladeren en bramen is overgroeid, maar als je goed kijkt zie je een monsterachtige rups. Dat maakt een unheimliche indruk, en dat maakt het interessant.” Om die ietwat mysterieuze sfeer te scheppen, schiet Bob zijn foto’s in zwart-wit. “Ik maak bij voorkeur foto’s bij diffuus licht, als het bewolkt is. Ik vermijd harde slagschaduwen, want dat levert vaak een te groot contrast op.”
Land bezetten
Hoewel bunkers door de bezetter zijn gebouwd, wil hij zijn thema graag wat breder trekken. “Bunkers bouw je vanuit het idee dat je land kunt bezitten en bezetten. Natuurvolkeren hebben ook een territorium, maar die gaan toch anders met het landschap om.”
Als we tegenwerpen dat bunkers toch vooral gebouwd zijn om praktische redenen, zodat de Duitsers zich tegen een inval konden beschermen, zegt hij: “Klopt, maar op de Britse eilanden bij Frankrijk, op Jersey, zijn hele mooie bunkers gebouwd. Als je geïnteresseerd bent in betonstructuren, moet je daar maar eens kijken. Maar inderdaad, ze zijn niet gebouwd om hun architectonische schoonheid te benadrukken. Het is niet dat die Engelse piloten zeiden: goh, wat zien ze er mooi uit, laten we er maar geen bom op gooien.”
Dwangarbeiders
Over beton gesproken: je zou denken dat alle bunkers van beton zijn, maar dat is niet zo. “De meeste bunkers in de Kennemerduinen zijn niet van beton, op een paar zware bunkers bij IJmuiden na, waarvoor beton is gestort. De meeste bunkers zijn gemetseld en wel door Nederlandse dwangarbeiders.”
De 84 foto’s in het bij de tentoonstelling behorende boek, zijn met een digitale camera genomen, maar Bob maakt inmiddels ook analoge foto’s met een zelfgebouwde camera, waarvoor hij film gebruikt. Die analoge foto’s zijn ook op de tentoonstelling te zien. “Digitale foto’s leveren soms een te scherp beeld op, maar ik maak nu ook analoge foto’s omdat dat ambachtelijker is. Ik ben al tien minuten bezig om mijn statief neer te zetten, mijn camera er op te zetten en naar het juiste beeld te zoeken.”
Land en Sporen
De foto-expositie Land en Sporen van Bob Wielaard is van 8 september tot 13 oktober 2024 te zien in ABC Architectuurcentrum, Groot Heiligland 47 in Haarlem. ‘De foto’s vertellen geen oorlogsverhaal,’ zo benadrukt de fotograaf in het bij de expositie behorende persbericht. Het gaat hem vooral om ‘de verhouding tussen natuurschoon en gruweldaden uit de geschiedenis.’
Het bij de expositie behorende fotoboek is voor de prijs van 37,50 euro via deze link bij de fotograaf te bestellen.
Auteur: Arnoud van Soest
Publicatiedatum: 09/09/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.