Meelmolen De Herder
Onze wandeling begint op de Westerdijk, net buiten de stad, bij de statige meelmolen De Herder. De molen is een zogenaamde bovenkruier, wat wil zeggen dat alleen de kap met de wieken in de wind wordt gezet. Een deel van de molenromp stamt uit 1695 en is in 1986 naar Medemblik gehaald, om geplaatst te worden op de plek waar ooit de Westermeelmolen stond. Sinds 1990 kunnen bezoekers bij meelmolen De Herder terecht om alles te leren over het molenaarsvak.
De welvaart van de zeventiende eeuw zorgde voor allerhande molens in en rondom Medemblik. Eeuwenlang vormden de windmolens de skyline van de stad. Langs de Oosterdijk stonden watermolens, voor de beheersing van het waterpeil, en aan de zuidkant van de stad waren een aantal houtzaagmolens te vinden. Meelmolens, zoals De Herder, verwerkten tegen een vergoeding graan tot meel, of zelfs tot bloem, dat door bakkers uit de omgeving gebruikt kon worden. Lees hier het volledige verhaal van meelmolen De Herder.
De Bonifaciuskerk
We lopen over de Overtoom verder richting de oude binnenstad. In de verte zien we de kerktoren van de monumentale Bonifaciuskerk al boven de daken opdoemen. Aan het Kerkplein treffen we dan de laatgotische kerk in vol ornaat, met een hoge toren waarin drie historische klokken hangen. De kerk en de toren zijn in de vijftiende eeuw voltooid, maar het kerkgebouw moest na meerdere branden in de zestiende eeuw herbouwd worden. Dit lot bleef de toren bespaard.
In 1991-’93 is de kerk voor de laatste keer gerestaureerd. Zo komen in de Medemblikse Bonifaciuskerk heel wat eeuwen geschiedenis samen: een toren uit 1404, schilderingen uit 1602 en gebrandschilderde ramen uit 1671. Er worden tegenwoordig nog steeds diensten in de kerk gehouden, ook is de kerk af te huren voor uiteenlopende activiteiten. Zo blijft het gebouw een spil in de Medemblikse gemeenschap. Lees hier het volledige verhaal van de Bonifaciuskerk.
Het Gereformeerd Weeshuis
We duiken onder de poort van de kerktoren door richting de Torenstraat. Daar treffen we al snel aan onze rechterhand de markante gevel van het oude weeshuis. Het Weeshuis van Medemblik was van oudsher ondergebracht in het voormalige Sint-Catharijneklooster. Na de Reformatie werden de kerkelijke eigendommen overgenomen door de Staat en werd het klooster omgebouwd tot Gereformeerd Weeshuis.
Op de gevel is een beschilderd reliëf te zien van vier levensgrote weeskinderen, waarvan er twee uit Medemblik komen. Dit is te zien aan gouden details in hun kleding, die verwijzen naar het stadswapen van Medemblik. Ook kent het weeshuis aan de achterzijde een binnentuin en een prachtige regentenkamer, die nog geheel intact is. Lees hier het volledige verhaal van het weeshuis van Medemblik.
Het Koggehuis
We slaan linksaf het Bagijnhof in en genieten onderweg van de historische panden aan deze straat. Het Bagijnhof komt uit in de Nieuwstraat, vroeger de ware grachtengordel van Medemblik en tegenwoordig een brede weg met winkels en restaurants. Op nummer 26 staat een zeventiende-eeuws huis met een bijzondere naam: het Koggehuis.
Een ‘kogge’ is een type schip, dat vooral gebruikt werd voor de handel in het Oostzeegebied. Het Medemblikse Koggehuis is echter niet genoemd naar dit scheepstype, maar naar kleine bestuurlijke regio’s, ‘koggen’ genaamd. De vroegere bewoner van het Koggehuis was namelijk een welgestelde dijkgraaf: Albert Pietersz Hauwert. De wapengevelsteen met het wapen van het ambacht ‘De Vier Noorder Koggen’ verwijst nog naar Hauwerts hoogwaardige functie. Lees hier het volledige verhaal van het Koggehuis.
Het Stadhuis van Medemblik
In de verte zien we het Stadhuis van Medemblik al liggen: een imposant gebouw op de Dam, aan het einde van de Nieuwstraat. Het Stadhuis van Medemblik is klassiek en modern tegelijk. Gebouwd in 1940, maar met de uitstraling van een zeventiende-eeuws grachtenpand. Daar is bewust voor gekozen. Het Stadhuis staat namelijk precies op de plek van het oude Raadhuis, dat stamde uit 1548. In het Stadhuis is tegenwoordig het Stadsmuseum van de Oudheidkundige Vereniging Medenblick gevestigd.
In de voorgevel is groot het wapen van Medemblik te zien en op de topgevel is een drie meter hoge leeuw afgebeeld. Deze elementen, evenals de schepen op de bordestrap, zijn gemaakt door J. Raedecker, die ook het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam ontwierp. Lees hier het volledige verhaal van het Stadhuis van Medemblik.
Kasteel Radboud
We duiken het korte straatje aan de linkerzijde van het Stadhuis in en klimmen met een korte trap op de dijk, die uitkijkt over het IJsselmeer. Met dit prachtige uitzicht volgen we de dijk richting het oosten, langs ’t Hoofd van Medemblik naar de Oosterhaven. Aan de overkant van de haven worden we direct getroffen door de grootse aanblik van Kasteel Radboud, met zijn strategische positie aan het water van de voormalige Zuiderzee.
Met een verleden als dwangburcht, kerk en ruïne vormt het kasteel een romantisch plaatje. Kasteel Radboud is de enige overgeleverde burcht van graaf Floris V in Noord-Holland, die Medemblik in 1289 stadsrechten gaf. Het kasteel vormde een belangrijke schakel in het Beleg van Medemblik (1588) en is tegenwoordig te bezoeken als museum. Lees hier het volledige verhaal van Kasteel Radboud.
De Oosterhaven
We lopen verder langs de Oosterhaven richting het hart van Medemblik. Onderweg passeren we een aantal fraaie zeventiende-eeuwse panden, zoals het pakhuis van de West-Indische Compagnie op nummer 44. Ook kunnen we ons vergapen aan allerlei soorten boten in de haven. Er liggen vandaag de dag heel wat schepen in de Oosterhaven en dat was vroeger niet anders. De welvaart van Medemblik is door de eeuwen heen altijd gekoppeld geweest aan het water, handel en de zeevaart.
De Oosterhaven, die omstreeks 1589-1599 uitgegraven werd, was tijdenlang de economische spil van Medemblik. Pas met de afronding van het Noord-Hollandsch Kanaal in 1824 verloor Medemblik haar belang als havenstad. Tegenwoordig is de haven in gebruik als jachthaven en watersportcentrum en vormt zo nog steeds een onmisbaar stadsgezicht. Lees hier het volledige verhaal van de Oosterhaven.
Stadsbrouwerij Radboud
Vóór de bocht in de Oosterhaven slaan we rechtsaf het Waaigat in en vervolgens meteen linksaf naar het Gedempt Achterom. Op nummer 4, aan onze linkerhand, bevindt zich Stadsbrouwerij Radboud. In de zeventiende eeuw telde Medemblik maar liefst vijf stadsbrouwerijen. Bier bleef lang goed en werd veelal gedronken in plaats van water. Om te zorgen dat de bevolking nog rechtop kon lopen, lag het alcoholgehalte van dit bier veel lager dan van het hedendaagse Nederlandse pilsje.
Sinds 2017 bouwt Stadsbrouwerij Radboud op deze traditie voort met het brouwen van écht Medembliks bier. Net als het kasteel van Medemblik ontleent Stadsbrouwerij Radboud zijn naam aan de mythische Friese koning Radboud, die heerste aan het begin van de achtste eeuw. Lees hier het volledige verhaal van Stadsbrouwerij Radboud.
Het Wapen van Medemblik
Vanaf brouwerij Radboud is het slechts een paar passen lopen naar de Kaasmarkt. Net voor de brug, die de scheiding vormt tussen de Ooster- en de Westerhaven, treffen we het historische hotel-restaurant Het Wapen van Medemblik. De naam van het restaurant is een verwijzing naar het eeuwenoude stadswapen van de West-Friese plaats, bestaande uit een bekroond schild met aan weerszijden twee gouden leeuwen.
Tijdens de zeventiende eeuw stond op de plaats van het restaurant stadsbrouwerij Het Anker, dat sinds 1590 Medemblik voorzag van bier. Helaas verdween de brouwerij rond 1810, maar op 1 mei 1854 opende hier de stadsherberg die tot op heden de plek is om te genieten van het uitzicht over de stad en het water. Lees hier het volledige verhaal van Het Wapen van Medemblik.
Het Scheve Huis
Als we de brug over de havens dan vervolgens oversteken, komen we terecht op een eiland. Na het witte gebouw van Eetcafé De Kwikkel slaan we linksaf naar het Vooreiland, de weg die langs de zuidkant van het eiland loopt. Zo wandelen we langs het water van de Pekelharinghaven naar de drie panden op nummer 10, 11 en 12. Deze drie panden vormen samen ‘Het Scheve Huis’ van Medemblik.
De gevels in renaissancestijl zijn doelbewust iets naar voren hellend gebouwd, net als veel grachtenpanden in Amsterdam. Er bestaan verschillende theorieën over de reden hiervoor. Zou zouden hellende gevels handig zijn voor pakhuizen, omdat goederen makkelijk opgetakeld konden worden zonder de gevel te beschadigen. En nummer 10 is inderdaad tot 1977 als opslagplaats voor een zoutziederij in gebruik geweest. Lees hier het volledige verhaal van Het Scheve Huis.
De Landswerf
We verlaten het eiland en vervolgen onze weg richting het zuiden door de Hoogesteeg, een naam die niet doet vermoeden dat dit een grote doorgaande weg betreft. Al snel slaan we rechtsaf naar het Westereiland en lopen we plots door een modern stuk van Medemblik, met aan weerszijden woningen en garages. Zó dichtbij de oude binnenstad en toch een hele andere sfeer. Pittoresk detail is het blauwwitte bruggetje, waar we onderdoor wandelen.
Dan ineens doemt tussen de moderne huizen de zijgevel van het enorme gebouw van de Landswerf voor onze ogen op. De Landswerf stamt uit 1798 en heeft in de afgelopen eeuwen vele verschillende functies gehad. Het is een langgerekt drielaags pand, gebouwd in sobere neoclassisistische stijl naar een plan van Pieter Glavimans. Het gebouw is in 1811 persoonlijk door keizer Napoleon bezocht, tijdens zijn inspectieronde door Noord-Holland. Lees hier het volledige verhaal van de Landswerf.
De Landswerf is het eindpunt van onze wandeling door Medemblik. Via de Keern en de Meerlaan lopen we op ons gemak terug naar de Westerdijk met meelmolen De Herder, onderweg genietend van de aanblik van allerhande woonhuizen uit verschillende decennia van de twintigste eeuw. Het hart van Medemblik gaf ons een kijkje in de zeventiende eeuw, maar hier zijn we getuigen van de groei en uitbreiding die op deze bloeiperiode volgde. En met die gedachte nemen we afscheid van de kleinste en oudste stad van West-Friesland.
Samenstelling: Sarah Remmerts de Vries, 2019.
Publicatiedatum: 08/03/2021
Vul deze informatie aan of geef een reactie.