Sloten graven naar hart Rondehoep
Tussen circa 1100 en 1300 werd de Rondehoep ontgonnen. Dat deden de pioniers door loodrecht vanaf de omringende, destijds lager gelegen veenstromen sloten te graven naar het midden van wat toen nog een dik pak laagveen was. Zo ontstond een typisch, spinnenwebvormig slotenpatroon, een bijzonder cultuurlandschap, een zgn. gerende verkaveling. Door het inklinken van het veen daalde de bodem en moest een ringdijk worden aangelegd. In de polder werd nooit turf gewonnen. Het veen zou teveel klei bevatten voor turf. Het land heeft altijd een agrarische bestemming gehad. Eerst akkerbouw (graan), maar vanaf de 17e eeuw – vanwege het inklinken van de bodem – veeteelt.
>