Rundervreugd – de naam spreekt boekdelen. In de Groot- en Klein-Duivendrechtse polders lagen uitgestrekte weilanden. Hier kwam onder meer melk vandaan die dagelijks naar de hoofdstad ging. In de tijd dat de dijkwegen slecht begaanbaar waren, had transport per schip de voorkeur.
Het water is de ‘snelweg’ van weleer. Reizen over land kostte tijd en vroeg uithoudingsvermogen. De wegen waren slecht onderhouden en zaten vol gaten. Na een fikse regenbui was het ploeteren door de modder. En als je dacht even op te kunnen schieten, moest je weer halt houden en geld afdragen voor een tol.
Rolpaal
Het was daarom dat trekschuiten populair waren. Ook hier langs de Amstel voeren ze. Vanuit Rundervreugd kon je zien hoe de treklijn langs de rolpaal gleed. Het jaagpaard liep over een pad dat tussen de rivier en een hoge paal was uitgesleten. Bij een bocht zou, als die paal er niet gestaan had, de treklijn tientallen meters over de weg steken. Grote kans dat de trekschuit dan op de wal liep.
Om slijtage aan de treklijn te beperken zat op de paal een geribbeld deel dat met het touw meedraaide. In bochten van de Amstel, zoals aan de overzijde van Rundervreugd, stond zo’n rolpaal. Tussen Amsterdam en Ouderkerk telde je er meer dan 40. Na het beëindigen van de trekvaart zijn alle rolpalen langs de Amstel gesloopt.
Publicatiedatum: 03/04/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.