Een merklap is een linnen oefenlap waarop het alfabet, cijfers en motieven zijn geborduurd. De merklap van Johanna Sikking (1799) behoort tot de oudste, bewaard gebleven gedateerde merklappen van het Burgerweeshuis in Amsterdam.
Een unieke archeologische vondst van zeventiende-eeuwse zijden kledingstukken en fragmenten uit een scheepswrak bij Texel was in 2014 wereldnieuws. Waarschijnlijk was de kist vol textiel eigendom van een zeer welgestelde dame, vermoedelijk uit de kringen van het Engelse hof. In de jaren erna werd er onderzoek gedaan door textielrestauratoren Sjoukje Telleman en Marijke de Bruijne.
‘Community Dressing’ is een reeks documentaire video’s over de Nederlandse streekdrachten. Theodorus Johannes kijkt via de streekdrachten naar de stand van zaken in de hedendaagse mode-consumptie. De tweede aflevering staat geheel in het teken van de dracht uit Marken.
Het Zaans Kostuum is bekend geworden in de verschijningsvorm van rond 1780. Vooral het kostuum van de vrouw, jak en rok breed silhouet, kostbare stoffen, oorijzer, sieraden en de kaper spreekt tot de verbeelding. De mannen droegen het gangbare driedelige kostuum, lange jas, kniebroek, vest en driekante steek. Feitelijk ligt de bloeiperiode tussen ca. 1750 en 1850. Het accent ligt wel op de tijd rond 1780. Uit deze periode zijn de meeste publicaties geweest en is ook de meeste kleding bewaard gebleven. Het Zaans Museum heeft een prachtige collectie van deze kleding.
Leonie Sterenborg is conservator bij het Zaans Museum dat beschikt over een fraaie collectie streekdracht uit de regio. Ze geeft op 30 oktober een online presentatie over de ontwikkeling van het Zaanse jak in de achttiende en negentiende eeuw als onderdeel van de Zaanse dracht.
Meestal is de eerste vraag als iemand zwanger is: is het een jongen of een meisje? Want hier hangt veel vanaf. Buiten de naam, bepaalt het geslacht van de baby ook de kleur van veel dingen. Tegenwoordig lijkt het aanbod vooral te bestaan uit roze of blauwe kleertjes, met hier en daar een verdwaald ecrukleurig boxpakje. Maar hoe ging dat in vroegere tijden?
In het kader van 75 jaar bevrijding geeft Oneindig Noord-Holland dit voorjaar een overzicht van de meest spraakmakende oorlogsobjecten uit Noord-Hollandse collecties. De voorwerpen hebben elke maand een ander thema. Van papieren kleding tot hergebruikte legerhelmen, deze maand staat het dagelijks leven centraal.
Wie loopt er nog in klederdracht? Elk dorp eigen kledingvoorschriften? Ondenkbaar. Dat was vroeger in veel plaatsen anders. Daar liep je twee jaar in de rouw na de dood van een ouder.
Bij klederdracht denk je eerder aan vissersplaatsen rond het IJsselmeer, en niet aan de Amsterdamse grachten. Toch is daar sinds 2016 Het Klederdrachtmuseum gevestigd.
In het voorjaar van 2012 heropende het Tesselse Kaap Skil (voormalig Maritiem en Juttersmuseum) haar deuren. Aan het plafond van het nieuwe gebouw hangt een heel bijzonder kunstwerk. Kunstenares Erna van Sambeek heeft samen met zo’n dertig Tesselaars een kleed van de kaart van Texel gemaakt. Deze kaart is negen bij vier meter en is volledig van Texelse producten gemaakt.
Bij de viering van de eerste bevrijdingsdag in 1946 droegen veel vrouwen zo’n bevrijdingsrok, gemaakt uit resten van oude kleding en geborduurd met belangrijke nationale en persoonlijke data.
Maki Zeeman (1940) woont met haar man in een huisje op Marken, dat al een eeuw in de familie is. Vroeger stelde haar moeder het huisje open voor toeristen, gewoon om wat bij te verdienen.