Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Koninginnedag 1980 ontaardt in ongekende stadsoorlog

Koninginnedag 1980, de dag waarop prinses Beatrix ingehuldigd werd als de nieuwe koningin, staat te boek als de meest roemruchtige uit de Nederlandse geschiedenis. Wat een feestelijke dag had moeten worden, mondde uit in een niet eerder vertoonde explosie van geweld en ordeverstoringen.

>

Cluveniersdoelen

In de Gasthuisstraat is op nummer 32 de poort van de voormalige Cluveniersdoelen, het onderkomen van de Cluveniersschutterij. Frans Hals schilderde twee schuttersstukken voor de Cluveniersschutterij, één in 1627 en één in 1633. Beide schilderijen kregen een plaats in de grote zaal van het hoofdgebouw. Tegenwoordig hangen de stukken in het Frans Hals Museum. 

>

De Oude Pijp

In het oudere, noordelijke deel van De Pijp zijn de eerste huizen gebouwd in de jaren zeventig en tachtig van de negentiende eeuw, de tijd die bekend staat om haar ‘revolutiebouw’. Goedkope woningen voor arbeidersgezinnen en kleine middenstanders die door particuliere opdrachtgevers werden gebouwd. Ook toen al gold ‘tijd is geld’, en de huizen werden snel en met goedkope materialen gebouwd. Om lastige grondonteigeningen te voorkomen, volgden de straten de bestaande sloten en verkaveling van de weilanden. De lange rechte straten kregen zo de vorm van een pijp, waarschijnlijk heeft de wijk hier zijn naam aan te danken.

>

De Nieuwe Pijp

De buurt ten zuiden van de Ceintuurbaan, de Zuidelijke of Nieuwe Pijp genoemd, is in de jaren twintig gebouwd, bijna een halve eeuw later dan de eerste huizen van de Noordelijke of Oude Pijp. De overheid stelde inmiddels veel strengere eisen aan de woningbouw. Door goedkoop grond en leningen beschikbaar te stellen aan woningbouwverenigingen kon er voor het eerst op grote schaal kwalitatief goede huizenbouw voor de arbeidersklasse gerealiseerd worden. De Zuidelijke Pijp viel binnen het plan-zuid Plan Zuid van Berlage. Dit plan brak radicaal met de 19de eeuwse stedenbouw, zoals van de Oude Pijp. De huizen werden niet meer één voor één ontworpen en gebouwd in lange smalle straten, maar in grote woningblokken aan ruime boulevards, rustieke binnenhoven of rustige groene straten en pleintjes.

>

Een gepaste straf voor haar gevloek

10 januari 1525. Ael Heynricxdochter hoort het vonnis onbewogen aan. Zij zal met “een trommel en door ’s Heeren Dienaren ter stad uitgeleid” worden, een gepaste straf voor haar gevloek. Gedurende twee jaren zal zij niet mogen terugkeren naar de stad Amsterdam.

>

Biologisch dynamische boerderij De StadsHoeve

Meteen na de onderdoorgang van de ringweg A10 in Amsterdam-Noord betreedt men het weidse en groene Waterland. Op de weg naar Zunderdorp is de StadsHoeve de eerste boerderij die men passeert. De stolpboerderij stamt uit 1861, zoals valt op te maken uit het jaartal op het dak. De boer en boerin houden er een biologisch-dynamische bedrijfsvoering op na. Er wordt naar gestreefd met een gesloten produktiecirkel te werken, waardoor de boerderij min of meer zelfvoorzienend kan zijn. Het tempo van de natuur is maatgevend, geduld en ijver de vereiste werkmethoden van de boer. De StadsHoeve is meer dan alleen een boerenbedrijf. Het biedt onderdak aan een kinderdagverblijf en organiseert activiteiten voor het hele gezin.

>

De Koningssloep: de ‘gouden koets te water’

Een sierlijke sloep van ruim zeventien meter lang, rijkversierd met goud en gemaakt van eikenhout en teakhout. Deze majestueuze Koningssloep werd tussen 1816 en 1818 voor Willem I gebouwd en is daarna nog 24 keer bij verschillende gelegenheden gebruikt; exclusief voor feestelijke gebeurtenissen in gezelschap van het Koninklijk Huis. De elegante sloep was zeer representatief voor de ontvangst van buitenlandse gasten, zoals de sjah van Perzië (1889) en koning Haakon van Noorwegen (1954). Als koningin Wilhelmina een tewaterlating verrichtte, dan liet ze zich per Koningssloep naar de werf vervoeren.

>

Leren koken als een goede huisvrouw

Aan de Rapenburgerstraat in de Amsterdamse jodenbuurt staan de twee huizen waarin het Nederlands Israëlitisch Meisjes-Weeshuis (1861-1943) was gevestigd. Het Nederlands Israëlitisch Weesmeisjes Collegie bestond al vanaf 1761 en had als motto ‘tot de goede werken behoort de opvoeding van weesmeisjes’, zoals de gevelsteen op nummer 171 vermeldt. Meisjes kregen hier een orthodoxe opvoeding en les in huishoudelijke vakken opdat ze aan de slag konden als dienstmeisje of naaister.

>

Het Muiderslot en de Hollandse Waterlinies

Het Muiderslot bestond al eeuwen voordat de forten van de Stelling van Amsterdam werden aangelegd. Muiden lag op een strategisch belangrijke plek: aan de monding van de Vecht en langs de oude Zuiderzeedijk, eeuwenlang de enige weg over land tussen Amsterdam en Naarden.

>

De Bazel aan de Vijzelstraat

De Bazel aan de Vijzelstraat 32 zou het bekendste gebouw van architect Karel Petrus Cornelis de Bazel worden. Tot 2002 had de ABN AMRO hier haar hoofdkantoor en het biedt nu plaats aan het Stadsarchief van Amsterdam, het grootste stadsarchief ter wereld. Het gebouw is ontworpen in opdracht van de Nederlandse Handel Maatschappij en werd voltooid in 1926, drie jaar na het overlijden van de architect. De NHM is opgericht in een periode waarin de handel in het slop was geraakt. De doelstelling van de NHM was om hier verandering in te brengen. Men had hiervoor een ruim en imposant hoofdkantoor nodig en vond hiervoor een geschikte bouwlocatie in het centrum van Amsterdam.

>

Fort aan het Pampus

Met ruim 60.000 bezoekers per jaar is Forteiland Pampus het drukst bezochte fort van de Stelling van Amsterdam.

>

Czaar Peterhuisje in Zaandam

‘Waar is nou dat oude scheefgezakte houten huisje? Ik zie niks.’ Menig kind op schoolreisje naar Zaandam (eerst per boot en later met de bus) zal ter plekke deze vraag aan meester of juf hebben gesteld. En inderdaad, op het eerste gezicht is het zeventiende-eeuwse Czaar Peterhuisje niet te zien. Het kleine werkmanshuisje – het oudste in zijn soort in Nederland – is in 1895 stevig verpakt in een stenen omhulsel, naar een ontwerp van het Amsterdamse architectenbureau Salm. Hun schepping is inmiddels ook tot monument verklaard, net zoals het naar tsaar Peter de Grote vernoemde huisje dat zich in haar binnenste bevindt.

>

Marken en Sijtje Boes

Tot 1957, toen het eiland Marken door een kade met het vasteland werd verbonden, kwam iedere bezoeker met de bootin het haventje van het vissersdorp aan. De kleine houten huizen aan de kade waren groen geschilderd, net zoals dat nu nog het geval is. Een dergelijke aankomst zal, toen Marken nog een grote vissersvloot bezat, een spectaculaire aanblik hebben geboden.

>

Haarlemmerpoort verschuift naar het westen

Eeuwenlang vormde het Haarlemmerplein het westelijke uitvalpunt van Amsterdam. Wanneer de stad in de zeventiende eeuw uitgroeit tot een van de grootste handels- en industriesteden van Europa, moet de stad uitbreiden. Dat betekent ook dat de stadswallen verlegd moeten worden.

>

Letterlijk voor Pampus liggen

Het gezegde ‘voor Pampus liggen’ zegt je waarschijnlijk wel iets. De uitdrukking gaat terug tot de naam van een zandbank in het IJ voor Amsterdam. Deze zandbank, Pampus genaamd, bezorgde zwaarbeladen koopvaardijschepen in de VOC-tijd ooit veel last. Zo kwam het voor dat schepen voor Pampus lagen: ze moesten een tijd wachten voordat het vloed werd en zo konden passeren.

>

Wie bouwt? Wibaut!

Als er iemand geassocieerd wordt met het bouwen in Amsterdam, is dat wel Floor Wibaut. Hij heeft zich jarenlang ingezet voor sociale woningbouw voor de minder bedeelden. De Amsterdamse Wibautstraat is naar hem vernoemd.

>

Oorlog over melkprijs

Over de melkvoorziening van Amsterdam kan je wel een boek schrijven, zegt Peter van Schaik. Voor rtvAmstelveen verzorgt hij historische columns over zijn gemeente. In april 2012 vertelde hij over de melk die Amstelveense boeren leverden aan Amsterdam. De concurrentie leidde op een gegeven moment tot een melkoorlog.

>

De Dokwerker

Op het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam staat sinds 1952 een beeld en monument ter herdenking van de Februaristaking, het eerste grote protest van de Nederlandse bevolking tegen het antisemitisme en de deportatie van de joden. Het beeld stelt een staker voor: een robuuste onverschrokken havenarbeider, met opgestroopte mouwen en een trotse houding. De Dokwerker staat symbool voor het verzet van ‘de kleine man’ tegen een grote macht.

>