Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

De Bazel aan de Vijzelstraat

De Bazel aan de Vijzelstraat 32 zou het bekendste gebouw van architect Karel Petrus Cornelis de Bazel worden. Tot 2002 had de ABN AMRO hier haar hoofdkantoor en het biedt nu plaats aan het Stadsarchief van Amsterdam, het grootste stadsarchief ter wereld. Het gebouw is ontworpen in opdracht van de Nederlandse Handel Maatschappij en werd voltooid in 1926, drie jaar na het overlijden van de architect. De NHM is opgericht in een periode waarin de handel in het slop was geraakt. De doelstelling van de NHM was om hier verandering in te brengen. Men had hiervoor een ruim en imposant hoofdkantoor nodig en vond hiervoor een geschikte bouwlocatie in het centrum van Amsterdam.

Bouwstijl

De Bazel is in de stijl van het rationalisme (1890 – 1926) gebouwd, nauw verbonden aan deze stijl is onder meer het werk van H.P. Berlage. Maar er zit veel meer achter. In 1987 liep de kunsthistorica Marty Bax voor het eerst het gebouw binnen en ontdekte dat alles eraan is terug te voeren tot het theosofisch gedachtegoed en de vrijmetselarij. Zij begon een jarenlang onderzoek naar de esoterische architectuur in Nederland, uitmondend in haar boek ‘Theosofie en Kunst’. Volgens de esoterische stroming is een gebouw de reflectie van de universele harmonie en moet de architect zijn taak in opperste bezieling uitvoeren. Bij Karel had dit tot gevolg dat hij het gebouw als een inwijdingsruimte ontwierp.

K.P.C. de Bazel was aanhanger van de theosofie, een stroming die via kunst en symbolen een hogere orde (eenwording met het goddelijke) probeerde te bereiken. Vanuit dezelfde filosofie dient een gebouw universele harmonie uit te drukken, wat kan worden bereikt door wiskundige principes en verhoudingen toe te passen. K.P.C. de Bazel paste deze principes in zijn ontwerp van De Bazel toe, door grote lichthoven toe te passen (eenwording met het goddelijke, het licht), die zorgen voor veel daglicht in de hal. De universele harmonie heeft hij trachten te bereiken door de plattegrond en gevels van het gebouw te baseren op rasters in een vaste maatverhouding.

De hoofdingang van het voormalige hoofdkantoor van de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Uitstraling en symboliek

De basis van het gebouw is een betonskelet, aan het oog onttrokken doordat deze bekleed is met baksteen en natuursteen. Het gebouw vertoont een ritmische vormgeving en heeft een boeiende opbouw door de terugspringende hoogste verdiepingen. Hierdoor oogt het gebouw minder hoog dan het in werkelijkheid is. Als gevolg van ‘gelukkig’ gekozen verhoudingen maakt de lange voorgevel een levendige indruk. De risalieten aan de voorgevel geven het lange gebouw een verticaal accent. De fraaie proporties, de zorgvuldige afwerking in materialen en het zware basement verlenen het gebouw een bijzonder voornaam en onaantastbaar karakter.

Decoratie is duidelijk aanwezig door onder meer meandermotieven in het metselwerk: de in gebroken vierhoeken gelegde stenen die zijn samengevoegd in sierlijke ornamentbanden. Tussen deze banden vindt men de vier doorlopende glas-in-loodramen van het trappenhuis. Zij tonen de toestand voor de oprichting van de NHM en wat de maatschappij na haar oprichting tot stand heeft gebracht. Het gebruik van verschillende steensoorten in de gevel zorgen voor een monumentale uitstraling, de symboliek van de ornamenten die het gebouw sieren, verwijzen naar de functie van het gebouw. Zo verbeelden de gebeeldhouwde vrouwenfiguren aan weerszijden van de oorspronkelijke hoofdingang Europa en Azië, de werelddelen waarmee de NHM handel dreef. Hoog in de gevel ziet men de beelden van de drie Gouverneurs-generaal van het voormalige Nederlands-Indië en op de hoeken van het gebouw prijken beelden met als thema “Handel en Nijverheid” en “Scheepvaart”.

De drie Gouverneurs-Generaal van Nederlands-Indië op de gevel. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Harmonisch interieur

K.P.C. de Bazel heeft ook de inrichting van het gebouw ontworpen, hij vond namelijk dat het gebouw één harmonieus geheel moest zijn, net als zijn tijdgenoot Berlage. Voor hem was het een logische redenering, gezien zijn streven naar harmonie en eenheid in uiterlijk en innerlijk. Veel elementen van het interieur zijn dan ook van Karels hand: het meeste meubilair, vloermozaïeken, luchtroosteromlijstingen, de inrichting van de werkkamers met vooral meubels en tapijten en zelfs bestek en servies alsook keramische wijzerplaten van uurwerken. Tegen de gewoonte in liet Karel het beton zichtbaar; het gebouw straalt daarmee eenheid uit. Op de parterre ligt een glasmozaïek op de vloer, die wordt belicht door de lichthoven. Onder de hal ligt het souterrain, met daarin de kluizen die nog herinneren aan de tijd dat er handel gedreven werd. Een verschijnsel dat overal in het gebouw terugkomt, is het zandlopermotief. De manshoge houten lambrizeringen langs de wanden van de parterre zijn bij de renovatie teruggebracht; die op de tweede en derde verdieping bleven altijd gehandhaafd.

De ondergrondse Schatkamer van het Stadsarchief, oorspronkelijk safe deposit. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

De vertrekken op de tweede en derde verdieping zijn zeer luxueus ingericht, hier zetelde de directie en bevonden zich de vergaderzalen. Hier vindt men onder meer eikenhouten lambriseringen, vloermozaïeken, kostbare tapijten, gebrandschilderde raampartijen, sierstucwerk en plafondbeschilderingen. Elke directeur had een eigen kamer, wachtkamer en toiletruimte. Naarmate men hoger in de hiërarchie zat, waren de muren van die kamers bespannen met steeds donkerder groene stof. In de grote vergaderzaal op de derde verdieping zijn, net als in het trappenhuis, glas-in-loodramen aangebracht. Deze zijn ontworpen en uitgevoerd door Derkinderen en na diens overlijden voltooid door J. Nicolas.

In het hele gebouw zijn elementen te vinden die verwijzen naar de band van de NHM met de VOC en met het koningshuis. Zo hangen er 26 portretten van de Gouverneurs-Generaal van Nederlands-Indië van 1610 tot 1750 in de Gouverneurskamer en staat er een bronzen borstbeeld van koning Willem I, die de NHM opgericht heeft, in het trappenhuis. Ook hangen er geschilderde portretten van de meeste Oranjevorsten in de grote zaal. De Oude Vergaderzaal op de tweede verdieping ademt de sfeer van een achttiende-eeuws grachtenhuis. Hier wordt met name koninklijk bezoek ontvangen.

De Grote Vergaderzaal op de derde verdieping. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Een statig bankgebouw

De persoonlijke stijl van Karel bleek uitstekend te combineren met de traditie van bankgebouwen: de traditie van autoriteit en macht, van soliditeit, duurzaamheid en veiligheid. Dit maakte het gebouw niet direct toegankelijk voor de gewone man. Er bestond ook een duidelijke scheiding tussen publieksruimten en kantoor- en directieruimten. Ook tussen bankmedewerkers was sprake van een strikte scheiding. Zo bevindt zich naast het hoofdtrappenhuis een publiekslift en een speciale directielift die oorspronkelijk op straatniveau begon zodat de directie niet het ‘gewone’ personeel hoefde tegen te komen. Het personeel maakte gebruik van aparte dienstingangen met liften en trappenhuizen aan de Keizers- en Herengrachtzijde van het gebouw.

Karel heeft de voltooiing van het NHM gebouw niet meer mee mogen maken. Hij overleed op 28 november 1923, toen het betonskelet nog maar net af was. Na zijn overlijden werd zijn taak overgenomen door zijn bureauchef Cornelis van de Linde. Deze maakte het werk af samen met A.D.N. van Gendt en De Bruijn. Van de Linde bleef de stijl van Karel trouw tijdens de voltooiing en zette Karels bureau voort onder de naam ‘Architectenbureau wijlen K.P.C. de Bazel’. In 1927 werd het ‘Architectenbureau Van de Linde en Smits’ opgericht, dat tot 1938 heeft bestaan. Smits was een oud leerling van Karel aan de School voor bouwkunde, versierende kunsten en kunstambachten te Haarlem. Hij werd later bekend als villabouwer.

Concluderend kan men stellen dat K.P.C. de Bazel er in geslaagd is om een gebouw van kolossale afmetingen in harmonie met zichzelf en de omgeving neer te zetten waarbij aan elk detail van zowel exterieur als interieur veel aandacht is geschonken.

Gebouw ‘De Bazel’ aan de Vijzelstraat. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Tekst: Fred van Daalen

Bronnen:

  • K. Bosboom, A. Mekking, K. Ottenheym en A. van der Woud, Bouwen in Nederland 600 – 2000 (Zwolle 2007).
  • Reinink, K.P.C. de Bazel – Architect (promotiestudie).
  • Marty Bax, Het web der schepping. Theosofie en Kunst in Nederland, van Mondriaan tot Lauweriks (2006).
  • ‘Bezielde gebouwen’, Paravisie (2006).
  • ‘Metamorfose van een bank (i.c. stadsarchief de Bazel)’, Vivant nr. 3 (2008). Een uitgave van ABN Amro.
  • Menko-Edersheimhuis en Menko-van Damhuis. Uitgaves van de Synagoge Enschede.
  • ‘Antonie Pieter Smits’, Nai/BONAS.
  • Stadsarchief Amsterdam.

Publicatiedatum: 21/01/2013

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.