Buitenhuis Trompenburgh gaat een nieuwe toekomst tegemoetMet Jan Feith door het Gooi (1933)Een ontdekkingstocht langs groene zomerse toevluchtsoordenGooilust in 's-Graveland is een veelbezocht landgoed van de Vereniging Natuurmonumenten. Wandelaars komen er genieten van de fraaie landschappelijke aanleg met vele oude en bijzondere bomen, een rododendronvallei, waterpartijen">Een folly op GooilustDe Grote Kerk van EdamLandgoed GooilustLandgoed Schaep en BurghBoekesteynTrompenburghGooilustSchoonoordSchaep en BurghBuitenplaats Land en Bosch te 's-GravelandHilverbeekJagtlustHuize SperwershofSpanderswoud‘Stenen brug’ in ’s-GravelandBuitenplaats Swaenenburgh in ’s-GravelandBijzondere bodemvondsten uit 's-Graveland
Ergens in 2025 gaan de deuren van het fraaie buitenhuis Trompenburgh in ’s-Graveland weer open voor publiek, maar nu is de restauratie nog in volle gang. De redactie van Oneindig Noord-Holland nam er al vast een kijkje.
Deze zomer neemt Jan Feith je mee op reis door onze provincie. Zijn historische teksten uit het album ‘Zwerftochten door ons land: Noord-Holland’ (1933) geven een beeld van zonnige duinen, drukke pleinen en pittoreske polders. Deze week: ‘Door Gooiland op stap!’
Boekrecensie over René W. Chr. Dessing, De Amsterdamse buitenplaatsen: over het landleven van stedelijke kooplieden en regenten, Kantoor Verschoor Boekmakers (2017).
De buitenplaats Gooilust in ‘s-Graveland is een veelbezocht landgoed van de Vereniging Natuurmonumenten. Wandelaars komen er genieten van de fraaie landschappelijke aanleg met vele oude en bijzondere bomen, een rododendronvallei, waterpartijen, weiden en siertuin. De bekende tuinarchitect Jan David Zocher jr. heeft in de eerste helft van de negentiende eeuw in veel van dit moois de hand gehad. Het buitenhuis dateert uit de tweede helft van de achttiende eeuw en is een statig bouwwerk dat je niet over het hoofd kunt zien. Dat is wel het geval met een gebouwtje achterin het park dat een folly van onze tijd is.
Het is eeuwen geleden al opgetekend en hoewel het niet over heiligen gaat, zijn de verhalen die in Edam verteld worden toch legendarisch. De stier die sinds hij de plek voor de kerk koos het wapen van Edam siert, heeft de stad voorgoed op de kaart gezet. Stenen ‘tafelen’ in de Grote Kerk, muurgevelstenen ofwel talstenen houden de geschiedenis al eeuwen vast.
De oorspronkelijke naam voor het terrein is Rondombedrogen. De eerste bebouwing bestaat uit twee hofsteden. Het huidige Gooilust is gebouwd rond 1778-1786 door Gerrit Corver Hooft. Het landgoed werd in 1934 nagelaten door Louise Six aan Natuurmonumenten. Gooilust is de grootste buitenplaats van ’s-Graveland. Het heeft veel moois te bieden voor de wandelaar. Een fraaie ommuurde siertuin, een sterrenbos, een onlangs opnieuw aangelegd rondeel, en een rododendronvallei.
Schaep en Burgh dankt zijn naam aan de stichter Abel Matthijszoon Burgh en zijn neef en erfgenaam Gerard Simonszoon Schaep. Het bestaande huis dateert van 1730. Sinds 1971 is Schaep en Burgh eigendom van Natuurmonumenten en sinds 1976 is het hoofdkantoor er gehuisvest. Achter het landhuis ligt een theehuis, het capitool, de locatie voor het radioprogramma Vroege Vogels. Op het landschappelijk fraaie terrein bevinden zich verder onder meer nog een slangenmuur en een ijskelder.
Op buitenplaats Boekesteyn staat de zeventiende-eeuwse boerderij Brambergen. Dit type boerderijen – met een opkamer of herenkamer als verblijf voor landeigenaar – is het vroegste soort bebouwing op de nieuwe ’s-Gravelandse polder. De grote statige herenhuizen zouden pas later verrijzen. In de boerderij is nu het bezoekerscentrum van de Gooi- en Vechtstreek van de Vereniging Natuurmonumenten gevestigd.
Trompenburgh is een bijzonder bouwwerk uit de Gouden Eeuw, het heeft de eeuwen vrijwel onveranderd doorstaan. Als kleine broer van Paleis Huis ten Bosch behoort het tot de bijzondere gebouwen van 17de-eeuwse architectuur. Wie woonde hier?
Deze buitenplaats, inclusief het Corversbos, staat ook bekend als het Bos van Blaauw, naar de man die Gooilust rond 1900 verrijkt met exotische beplanting en er zelfs een dierentuin aanlegt. Gooilust ligt op drie zeventiende-eeuwse kavels aan de zuidzijde van ’s-Graveland en beslaat de hele diepte van de polder vanaf het Zuidereinde.
Uniek aan deze ‘s-Gravelandse buitenplaats is dat het oorspronkelijke achttiende-eeuwse landhuis niet op het perceel zelf staat, maar aan de overzijde van het Zuidereinde. Eigenlijk werd de zeventiende-eeuwse kavel daarbij ingericht als overtuin. Nu staat er een villa uit 1930. Het oostelijke deel is natuurgebied van de Vereniging Natuurmonumenten.
Het monumentale Schaep en Burgh dat teruggaat tot de zeventiende eeuw wordt aan de voorzijde geflankeerd door de voormalige oranjerie en koetshuis. Daarachter ligt een parkbos met groene velden, statige beuken- en eikenlanen, een tuinhuis met een klassiek tempelfront, een vijver en slingerwater. In de aanleg zijn zowel de achttiende als negentiende-eeuwse structuur en elementen goed herkenbaar.
Aan de Leeuwenlaan 40 staat een chaletachtig landhuis uit het begin van de twintigste eeuw, met rechts daarvan een achttiende-eeuwse tuinkoepel. In de achterliggende tuin van Land en Bosch zijn verschillende fases herkenbaar, met een formele lindenlaan, een landschappelijke aanleg en een terrassentuin uit 1920. Land en Bosch behoort tot de kleinere buitenplaatsen in ‘s-Graveland en ligt haaks op de grote buitenplaatsen aan de ‘s-Gravelandse Vaart. De buitenplaats ligt binnen het beschermd dorpsgezicht van ’s-Graveland en de achttiende-eeuwse theekoepel is een rijksmonument. Op de buitenplaats is de biologische tuinderij Land & Boschzicht gevestigd waarvan de bijbehorende landwinkel en het restaurant dinsdag t/m zaterdag zijn geopend. Het parkbos achter het huis is opengesteld voor wandelaars.
Het stijlvolle achttiende-eeuwse huis Hilverbeek lijkt ongewijzigd aan de huidige tijd te zijn overgeleverd. Een bominslag nabij het huis in de Tweede Wereldoorlog bracht het huis echter flinke schade toe en bij het herstel werd de in 1860 toegevoegde verdieping weggelaten. Hilverbeek heeft de uitstraling, grandeur en geschiedenis van een typische ’s-Gravelandse buitenplaats. Sinds kort ligt op Hilverbeek zelfs een wijngaard.
Anders dan de andere ’s-Gravelandse buitenplaatsen is Jagtlust niet gesticht in de zeventiende-eeuwse polder zelf, maar net ernaast op het zogenaamde Trompenveld in het Gerecht Hilversum. De scheiwal tussen het Trompenveld en de Hilversumse hei ten oosten ervan is deels nog in de aanleg herkenbaar. Het achttiende-eeuwse huis vormt de kern van het huidige huis van rond 1900, dat is gebouwd en bewoond door de familie Six.
Een buitenplaats is van oudsher een plek waar welgestelde families uit de stad kunnen ontsnappen aan de stank en de drukte van de grote stad. Op landgoed Sperwershof wordt die mogelijkheid nu geschapen voor een groter publiek. In de ommuurde moestuin vinden we een theetuin, bloembinderij en een natuurvoedingswinkel. Op het achterste gedeelte van de buitenplaats zijn volkstuinen gekomen en de eigenaresse van Huize Sperwershof biedt Bed and Breakfast aan.
Diep verscholen in het hout tussen boompartijen en rododendrons ligt aan het eind van een lange oprijlaan met beuken het huis van de buitenplaats Spanderswoud. Het landgoed, dat sinds 1957 het eigendom is van Natuurmonumenten, is vooral bekend vanwege het wandelbos met waterpartijen en kronkelende paden.
De ‘Stenen burg’ is een brug over de Gooische Vaart die in 1665-7 werd doorgetrokken richting Hilversum. Aan de brug zijn twee niet-originele gedenkstenen met wapen van Hilversum en vermeende stichtingsdatum 1699 aangebracht. De werkelijke stichting zal eerder geweest zijn rond 1665/1667. Toen kwam waarschijnlijk een houten brug tot stand. De boerderij (rijksmonument) schuin tegenover de brug draagt het jaartal 1673 en zal waarschijnlijk pas gesticht zijn na de verbeterde ontsluiting van het gebied waar ook de brug deel van uitmaakt. De brug lag aan een belangrijke verbindingsweg via de hogere gronden van Naarden richting Utrecht.
De verstening van de brug moet voor 1769 gebeurd zijn, aangezien op een topografische kaart uit 1769 op deze plaats “Steenen Brugg” vermeld staat. Volgens een tweede gedenksteen op de brug is de brug in 1860 gerenoveerd, uit welke tijd waarschijnlijk het gietijzeren hekwerk op hardstenen neuten dateert. Op dat moment was de leuning bovendien nog aangevuld met een houten hekwerk daar waar de stenen bruggehoofden overgingen in het talud van de ter plaatse verhoogde dijkweg.
Het buiten is elf hectare groot en omvat naast een door d.r P.J.H. Cuypers (architect van Rijksmuseum en Centraal Station in Amsterdam) gebouwde villa met koetshuis, onder meer een aantal bijgebouwen, tuinen met daarbij behorende tuinhuisjes, weide, bos en vijvers.
De hoofdstructuur van het buiten wordt gevormd door een deel van een lanenstelsel dat hoofdzakelijk dateert uit de vorige eeuw.
Op de ‘s-Gravelandse buitenplaatsen worden geregeld kralen, pijpenkoppen en andere zeventiende-eeuwse objecten opgegraven uit Amsterdam. Hoe is dit historisch ‘afval’ uit de hoofdstad in het Gooi terecht gekomen? En waarom vertonen de vondsten zoveel overeenkomsten met archeologische vondsten uit New York?