Ontginning
In het begin van de 17e eeuw lagen ten westen van Hilversum woeste gronden die werden ontgonnen om ze in cultuur te brengen. Bij deze ontginning werd zand afgegraven en per trekschuit naar Amsterdam vervoerd via de nieuw gegraven ‘s-Gravelandse Vaart om er de grachtengordel mee te funderen en af te bouwen. De schepen kwamen terug met huisvuil, zeer geschikt om de arme ‘s-Gravelandse grond te verrijken. De gecultiveerde grond werd in 27 kavels verdeeld en in 1634 via een loterij aan rijke Amsterdamse kooplieden verkocht. De kooplieden waren verplicht op hun grond een boerderij te bouwen. Ze namen een boer in dienst, die geld verdiende aan de teelt van boekweit, aan honingproductie en met veeteelt. De kooplieden logeerden ‘s-zomers op de hofsteden en gingen gaandeweg de geneugten van het platteland ontdekken. Ze bouwden luxe opkamers aan de hofsteden. Dit groeide uit naar landhuizen. Het boerenbedrijf wijzigde langzaam naar een buitenplaats met een fraaie tuin. Aanvankelijk in de classicistische stijl, later werden delen van het park omgevormd in de Engelse landschapsstijl.
Tuinaanleg
In 1681 krijgt Schaep en Burgh een eerste bescheiden tuinaanleg rondom het huis. Het landhuis is op de hoofdas gezet met voor het huis een symmetrisch plein met bijgebouwen. Achter het huis zijn regelmatige lanen en bosvakken aangelegd. In 1725 wordt een visvijver en een ronde kom aangelegd. In 1735 komt er op het landgoed een tweede uitbreiding waarbij de parkaanleg wordt verlengd tot aan de achtergrens van het terrein. In 1770 volgt er een eerste poging de strakke vormen te verzachten naar een romantischer vorm van parkaanleg. In 1820 voltooit J.D. Zocher de tuin van het buiten in de Engelse landschapsstijl over het gehele terrein. Ook het capitool, bedoeld als theehuis, dateert van deze datum. De situatie van 1820 is nu weer het uitgangspunt geweest voor het in 2008 opgestelde herstelplan van Schaep & Burgh. Dit was het eerste herstelplan dat onderdeel uitmaakt van het omvangrijke Herstelplan voor alle 10 de ‘s-Gravelandse buitenplaatsen.
Herstelplan
Sinds 1820 werd het park deels als tuin beheerd; andere delen meer als bos en weer andere delen raakten dichtgegroeid vooral zichtassen. In de afgelopen twee eeuwen is het oorspronkelijke parkontwerp nog wel aanwezig maar versleten. Door het Herstelplan worden er nu deelprojecten uitgevoerd om de oude situatie in ere te herstellen. Oude bomen, die in slechte conditie zijn, worden vervangen door jonge exemplaren. Daar waar oorspronkelijke doorkijkjes en zichtassen zijn verdwenen zullen deze weer teruggebracht worden. Het herstelplan ‘s-Gravelandse buitenplaatsen is een ambitieus plan om de cultuurhistorische situatie terug te brengen rekening houdend met de aanwezige en de te versterken natuurwaarden. Alle tien buitenplaatsen van Natuurmonumenten in ‘s-Graveland zullen worden onderworpen aan dit duurzame plan, bedoeld om weer eeuwen verder te kunnen met deze buitenplaatsen.
Publicatiedatum: 01/06/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.