Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Buitenplaats Swaenenburgh in ’s-Graveland

Het buiten is elf hectare groot en omvat naast een door d.r P.J.H. Cuypers (architect van Rijksmuseum en Centraal Station in Amsterdam) gebouwde villa met koetshuis, onder meer een aantal bijgebouwen, tuinen met daarbij behorende tuinhuisjes, weide, bos en vijvers.  

De hoofdstructuur van het buiten wordt gevormd door een deel van een lanenstelsel dat hoofdzakelijk dateert uit de vorige eeuw.

Geschiedenis

Toen in 1634 de kavels van de nieuwe intginning ’s-Graveland werden verloot, vielen aan Cornelis Davelaar een aantal kavels toe. Deze Davelaar was een van de zes hoofdingelanden van de nieuwe polder. In 1641, een jaar na zijn dood, verkochten zijn weduwe en zoon de perselen aan Maarten Codde. Na zijn overlijden in 1650 kwamen zijn bezittingen toe aan zijn tweede zoon Hendrik die in 1658 overleed, waarna Anna Codde, een ongetrouwde zuster van Hendrik, op ‘Coddes Plaats’ haar intrek nam. Na haar overlijden in 1672 wordt ‘Coddes Plaats’ bewoond door haar oudere zus Maria met haar man Jan de Swaen. Na hun dood in 1678 kwam het bezit in handen van de vier kinderen van Pieter Codde, de oudste broer van Anna Codde. Tussen 1678 en 1710 is er op het landgoed een tweede huis gebouwd. Deze plek draagt de naam Swaen en is vermoedelijk door Jan de Swaen, een zoon van het echtpaar De Swaen-Codde, gebouwd. De naam ‘Swaenenplaats’ bleef voortleven tot 1797.
In 1788 werd het goed verkocht aan Gerard van Blijenburg uit Amsterdam. Deze verkocht kort daarna het westelijke gedeelte, toen voor het eerst aangeduid als Swaenenburgh, aan Gregorius ’t Hoen.

‘Coddes plaats’, het oostelijke gedeelte van het bezit, werd twee jaar later verkocht aan Christiaan Blom uit Weesp. Bij deze verkoping duikt de naam ’s-Gravenhoek voor het eerst op.

In 1804 kwam ‘s-Gravehoek in het bezit van Isaac Hudshon, die reeds het naburige ‘Schaep en Burgh’ bezat. Twee jaar later kocht Hudshon ook Swaenenburgh. Sinds 1818 mocht Jhr. Willem van Loon, getrouwd met Anna Louisa Agatha de Winter, zich de eigenaar van de drie buitens noemen. Deze familie behield de buitenplaatsen tot 1877. Het staat vast dat in deze periode het park van ‘Schaep en Burgh’ door Zocher onder handen is genomen.

Toen mevrouw Van Loon in 1877 overleed werd het bezit verdeeld. Swaenenburgh kam toe aan jonkvrouw Agnes Henriëtte van Loon, die gehuwd was met Leonard Beels van Heemstede. ’s-Gravenhoek kwam in het bezit van jonkvrouw Caroline Wilhelmina van Loon, echtgenote van mr. Maurits J. van Lennep. Op beide buitens werd een nieuw huis gebouwd. ‘Schaep en Burgh’ werd gekocht door jonkheer mr. Cornelis Dedel waarna dit buiten lange tijd in de familie bleef.

Het nieuwe huis op ‘Swaenburgh’ werd gebouwd door dr. P.J.H. Cuypers. Oosrpronkelijk was het gebouw nogal sober.

Rond 1900 kwam ‘Swaenenburgh’ in handen van de familie Tindal, in 1910 werd het gekocht door de heer Wreesman waarna het in 1915 overging in handen van Hendrik Willem van Marle. In 1922 kocht de architect professor F.A. Eschauzier Swaenenburgh. Hij en zijn vrouw hebben een aantal van de tuinen aangelegd.

In 1939 kocht de familie Dooyes drievierde deel van ‘Swaenenburgh’, terwijl de familie Eschauzier in het huis ‘Het Swaentje’ bleef wonen en eigenar bleef van het overige deel in de noord-westhoek van het terrein. In de zestiger jaren kocht de familie Dooyes ook dit deel, waarna veel aan het huis veranderd is. Veel onderdelen van de tuin e het park zijn door hun aangelegd.

In 1975 ging het over in handen van de Amsterdamse projectontwikkelaar L. Meijer. Hierna is het verkocht aan de heer Doorn die het huis weer een woonbestemming heeft gegeven.

De tuinzijde van Swaenenburgh. Via RCE.

Complex

Het buiten Swaenenburgh omvat een villa met bijgebouwen, waaronder een voormalig koetshuis, een voormalige dienstwoning, een portierswoning en een voormalig kinderspeelhuisje. Daarnaast liggen er over het park verspreid een aantal tuinen met bijbehorende gebouwtjes. Onder die gebouwtjes is bijvoorbeeld een theehuisjes, een koepel van waaruit het park overzien kan worden, een tennispaviljoen en een gastenverblijf.

Onder het park verstaan we het onderling samenhangend geheel van bos, lanen, beplanting, paden, gazons, waterpartijen en tuinen met de daarbij behorende gebouwtjes.

Het Swaentje

Woonhuis ‘Het Swaentje’ is in neo-renaissancestijl gebouwd. Het is niet zeker wie dit gebouwd heeft gebouwd en wanneer. Vermoedelijk is het aan het eind van de vorige eeuw gebouwd, mogelijk op de plaats van een oude hofstede, waarbij toeschrijving aan Cuypers mogelijk is. Later is aan het oorspronkelijke huis een zijvleugel gebouwd door de architect Eschauzier en dateert waarschijnlijk uit de jaren dertig van deze eeuw.

Kavels in ‘s-Graveland, 1636. Via Wikimedia.

Waarde

De buitenplaats is van cultuurhistorische betekenis als typisch voorbeeld van een late buitenplaats in ’s-Gravelandse traditie. Het is een voorbeeld van een laat negentiende-eeuwse buitenplaats, waarbij het een representatief voorbeeld is van een ontwikkeling die in de zeventiende eeuw in ’s-Graveland een aanvang nam en die zich tot in de late negentiende eeuw voortzette. Tevens neemt het, vanwege de binnen de oorspronkelijke structuur geïncorporeerde twintigste-eeuwse tuinarchitectonische ontwikkelingen en als kenmerkend voorbeeld van een eclectische aanleg, een unieke plaats in ten opzichte van de overige buitens in het Gooi en heeft daarom zeldzaamheidswaarde.

Het buiten is van architectuurhistorische en sociaal-historische waarde als voorbeeld van een vroege villa met bijbehorend koetshuis van dr. P.J.H. Cuypers.
De buitenplaats is van landschapsarchitectonische waarde omdat de beplanting aan de randen van dit buiten een kenmerkend onderdeel zijn van het ’s-Gravelandse landgoederenlandschap en omdat de beplanting op de kavelgrenzen de noordelijke begrenzing van dit landschapstype vormt (het weidse open gebied aan de noordzijde van de Franse Kampweg contrasteert met de gesloten bosranden van Swaenenburgh).

Alle onderdelen tezamen, daterende uit verschillende periodes in de ontstaansgeschiedenis van de buitenplaats, vormen een waardevol voorbeeld van een goed bewaard gebleven buitenplaats. Bovendien zijn de onderdelen op zichzelf van cultuurhistorische, architectonische en tuinarchitectonische waarde.

Adres: Franse Kampweg, ‘s-Graveland

Publicatiedatum: 09/03/2012

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

1 reactie

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.