Gooilust: landhuis en grote weide.
Beeld: Henk Bouma.
Een folly is een bouwwerkje dat met opzet nutteloos of bizar is. Het diende als excentrieke stoffering van landgoederen die vooral eind achttiende en begin negentiende eeuw werden aangelegd of heringericht in de romantische landschapsstijl die uit Engeland afkomstig is. Voorbeelden uit die tijd zijn het tuinmanshuisje in de vorm van een kapelletje op het landgoed Beeckestijn bij Velsen en de zogenaamde kluizenarij op een eilandje in het park van Frankendael in Amsterdam-Watergraafsmeer. Dat laatste bouwsel is vervallen tot een ruïne en daardoor nog romantischer, al is de kluizenaarspop helaas lang geleden verdwenen. Veel minder bekend is de hedendaagse folly van Gooilust. Er wijzen geen bordjes naar het enigszins verborgen gebouwtje, het ligt evenmin aan de paaltjesroute over het landgoed en de website van Natuurmonumenten zwijgt erover.
Uitheems beestenspul
Het landhuis Gooilust is een blokvormig bouwwerk dat omstreeks 1779 ter vervanging van een ouder huis is gebouwd door Gerrit Corver Hooft, een bewindhebber van de West-Indische Compagnie. Hoewel de bouwheer uit een vermogende Amsterdamse regentenfamilie stamde munt Gooilust uit door soberheid en daarin verschilt het sterk van zijn buurman, het beeldenrijke huis Trompenburgh dat een eeuw eerder door de vlootvoogd Cornelis Tromp is gesticht. Misschien als tegenwicht tegen de strakke bouwstijl bevolkte een latere bewoner, de natuurliefhebber Frans Ernst Blaauw, de grote weide achter het huis begin twintigste eeuw met allerlei exotische dieren zoals bizons, gnoes en struisvogels – zeer tegen de zin van zijn echtgenote jonkvrouwe Louise Six met wie hij in onmin leefde, maar wel op haar kosten. Zij liet Gooilust dan ook niet aan hem na maar schonk het in 1934 aan de Vereniging Natuurmonumenten. De menagerie heeft toen begrijpelijk het veld moeten ruimen maar de opvallende stallen staan er nog.
Folly op Gooilust, 1998.
Beeld: Historische Kring Kortenhoef.
Schuurtje als kijkdoos
Op 11 november 1995 kreeg Gooilust een ingetogener aanwinst. Tussen hoge rododendronstruiken langs een wat achteraf gelegen kleine weide genaamd de Paardenkamp staat een bescheiden stenen optrekje met enkele toegangstreden maar zonder ramen. De dakrand was oorspronkelijk getooid met zes pijnappels, symbool van het eeuwige leven, waarvan de tand des tijds najaar 2016 geen enkele overgelaten blijkt te hebben. Het gebouwtje oogt wel wat als een portaal tot de grafkelder die Blaauw wilde aanleggen in de heuvel erachter. Maar daarvan is het nooit gekomen: de burgemeester van ‘s-Graveland gaf geen toestemming omdat Blaauw niet de eigenaar van het landgoed was. En het bouwwerkje schijnt dan ook niet ouder te zijn dan genoemd jaar. Naast de dichte deur zit een koperen bordje waaruit blijkt dat je staat voor het kunstwerk ‘Lapin Botanique’ van de beeldhouwer-hovenier B.I. Witlox, tot stand gekomen met bijdragen van enkele bedrijven en instellingen. De aanleiding was een stimuleringsproject of prijsvraag voor jonge kunstenaars. In de deur zit een nogal beduimeld rond venstertje en wie erdoorheen tuurt ontdekt dat de schemerige ruimte een naar binnen gekeerde folly is. Dan wordt ook duidelijk waarom een van de sponsors de firma Märklin van de modeltreinen is. Drie muren zijn behangen met talloze bloempotten waarin Zwitserse miniatuurhuisjes groeien tot ze groot genoeg zijn om het landschap van een modelspoorbaan mee aan te kleden.
Auteur: Henk Bouma
Folly op Gooilust: interieur.
Beeld: Wikimedia Commons / Wouter Hagens.
Bronnen
Wim Meulenkamp, Follies: bizarre bouwwerken in Nederland en België, Amsterdam 1995.
T. Coops, Het Bos van Blaauw. Gooilust en het Corversbos: Biografie van een ‘s-Gravelandse Buitenplaats, Warnsveld 2003.
Mededeling van Sandra van Lochem, senior adviseur Cultuurhistorie en Landschap van Natuurmonumenten, 01-03-2016.
Publicatiedatum: 12/02/2016
Vul deze informatie aan of geef een reactie.