Kustbatterij bij Diemerdam
Vanaf de Kustbatterij bij Diemerdam moest de kust van de toenmalige Zuiderzee verdedigd worden. De batterij bestond al in de achttiende eeuw, en werd in 1883 onderdeel van de Stelling van Amsterdam.
>Vanaf de Kustbatterij bij Diemerdam moest de kust van de toenmalige Zuiderzee verdedigd worden. De batterij bestond al in de achttiende eeuw, en werd in 1883 onderdeel van de Stelling van Amsterdam.
>‘Rammeldebammeldebammeldebam, Daar komt de Gooische stoomtram!’ klonk het in 1902. Deze tram kreeg al gauw de bijnaam ‘Gooische Moordenaar’. We volgen zijn spoor van Amsterdam via Diemen, Muiden en Naarden naar Laren.
>Noord-Holland kent veel plaatsen met bijzondere namen. Van sommige is de oorsprong snel vast te stellen, bij andere is het nodig om wat dieper te graven in het verleden. In deze serie verhalen onderzoeken we elke maand een andere regio van onze provincie, om achter de herkomst van de lokale plaatsnamen én bijnamen van de inwoners te komen. Deze maand: Amstelland en Meerlanden.
>Zo’n 150 mannen van het elektriciteitsbedrijf in Amsterdam moesten plots naar Diemen. Voor ‘werkzaamheden’. Wat dat inhield hoorden ze pas bij aankomst: een (anti-)tankgracht graven. In hun kantoorplunje. “Wij zagen ambtenaren met lage schoenen door de modder plassen, met geblesseerde handen een schop vasthouden”, schreef een verzetsblad in januari 1944.
>De oorlog was maar net uitgebroken of een vliegtuigbom sloeg al een gat in de Stammerdijk. Halverwege de Vinkenbrug en Driemond. In allerijl probeerde men een zandschip in het gat te laten zinken. Maar helaas, de hele Gemeenschapspolder liep onder water. Vee moest snel naar elders gebracht. Wie op de boerderij bleef, bivakkeerde op zolder. Maandenlang. Je kon er alleen per roeiboot komen.
>Op een strategisch punt liet een verzetsgroep op 5 januari 1945 een bom ontploffen. Bij het viaduct van de spoorlijn Amsterdam – Amersfoort over de Muiderstraatweg (toen Rijksweg 1). De Duitsers schoten als represaille hier een dag later vijf gevangenen dood. Op 4 mei 2014 is hier het opgeknapte monument voor de gevallenen onthuld door burgemeester Amy Koopmanschap samen met haar voorganger Bob de Hon. De Hon wist te achterhalen wie hier zijn geëxecuteerd.
>“Ik zie zijn gezicht nog zo voor me. Hij was iemand van het ‘Doodskoppenregiment’, in zo’n zwart uniform. We waren in het zwembad De Diemerplas en ik zal elf jaar geweest zijn. Ik kon niet zwemmen. Hij pakte me beet, tilde me op en gooide me zo in het diepe. Doodsbang was ik.” Het is ongeveer zeventig jaar geleden, maar Henk Teiwes weet het als de dag van gisteren. “Dat grote witte hoofd met rode pukkels vergeet ik nooit.”
>Het spoor lag in de oorlogsjaren onder vuur. Geallieerde vliegtuigen beschoten treinen. Verzetslieden verstoorden spoorverbindingen waar ze konden. Bijvoorbeeld door het treinverkeer op de spoorbrug bij de Diemerplas te ontregelen. Dat was al eerder geprobeerd, maar op vrijdag 15 december 1944 lukte het. Als represaille schoten de Duitsers hier vijf mannen dood. Hun namen staan op het monument aan de Overdiemerweg.
>Ver buiten Diemen staat een kustbatterij aan de Diemerzeedijk. Iedereen noemt het Fort Diemerdam, al is het geen echt fort. Deze kustbatterij uit de negentiende eeuw kwam in 1939 goed van pas. De Nederlandse legerleiding stuurde er een afdeling heen met zoeklichten. Daarmee zette je vijandelijke vliegtuigen in de schijnwerpers, zodat de kanonniers hun luchtdoelgeschut goed konden richten.
>Anton Krenn had een oproep gekregen om in de Duitse Wehrmacht te dienen. Hij dook onder op boerderij Zeldenrust aan de Ouddiemerlaan. Anton was niet de enige die hier een veilig onderkomen had gezocht.
>In de laatste oorlogsjaren was veel vraag naar noodkacheltjes. Smid Van Dijk aan de Ouddiemerlaan maakte ze. Het kleinste exemplaar was een ‘rus’. Je zette zo’n van plaatijzer gemaakte ‘rus’ op een gewone kachel waarvan de bovenklep was afgehaald. Stukjes hout en steenkool dienden als brandstof. Zo kon je koken.
>Het raadhuis had tijdens de oorlog twee gezichten. Een bovengronds en een ondergronds. Je ging erheen voor officiële papieren of om de burgemeester te spreken. Maar in de stookkelder lag het archief van de verboden Ordedienst. Sommige ambtenaren zaten in het verzet.
>Saultje Rotenberg ging naar de kleuterschool aan de Ouderkerkerlaan. Samen met zijn moeder drentelde hij van hun woning aan de Jan Bertsstraat langs de Hartveldseweg, de Diemerbrug over en ze waren er. Pa en ma Rotenberg waren uit Polen gekomen. In 1942 woonden ze in Diemen in de Jan Bertsstraat 14. Op één hoog. De vader van Saultje was marktkoopman, hij stond op Vlooienburg (het huidige Waterlooplein) in Amsterdam. Een vriendelijke man vond zijn buurman hem. In het dorp woonden ongeveer 90 joden.
>Woningen, winkels, alles moest weg. De hele buurt tussen de Diemerkade, Hartveldseweg, Jan Bertsstraat tot en met de Coussetstraat moest tegen de vlakte. Meer dan 400 huizen, winkels, cafés, huisartsenpraktijken, bedrijven. Duitse militairen wilden vanaf de bunkermuur bij de Hartveldsebrug een vrij schootsveld hebben. Begin december 1943 viel het besluit, enkele maanden later stond er geen huis meer.
>Metersdik was de betonnen muur die de Duitsers midden 1943 lieten bouwen. Op de Hartveldsebrug, de grens met Amsterdam. De muur reikte zeker twee meter hoog. Een wachtpost kon de beide doorgangen afsluiten met stalen palen en prikkeldraad. Bij de Weesper Trekvaart eindigde de muur in een grote bunker met zwaar geschut. Bij de Ringvaart stond een kleinere bunker.
>Hoe langer de oorlog duurde, des te minder er te koop was. Bij kruidenier en groenteman kon je alleen terecht met distributiebonnen. En dan moest je afwachten wat er te krijgen was. Het bonnensysteem was nodig om de beschikbare levensmiddelen onder de bij de gemeente ingeschreven bewoners te verdelen. Voor de oorlog had de Nederlandse regering al voorbereidingen voor zo’n systeem getroffen. Terecht bleek nu. In een school aan de Ouderkerkerlaan opende het distributiekantoor.
>Aan de Ouderkerkerlaan, vlakbij de Diemerbrug, had weduwe De Wild haar boekhandel-drukkerij. In een onopvallend buurtje met een sigarenzaak en een winkel waar je duimdrop kocht. Hier rolde het verzetsblad Vrij Nederland van de pers.
>Bruggen praten niet. Jammer, want anders had de Diemerbrug kunnen vertellen over de oorlogsjaren. Bijvoorbeeld over de wagens van Saan die toen ze ’s nachts over de brug reden nog rood waren en de volgende ochtend ineens fris groen en oranje oogden.
>Er staat een monument van Diemen in Holwerd (Friesland). Als dank voor het opvangen en laten aansterken van ondervoede jongeren. Eind 1944 was er vrijwel niets meer te eten. Suikerbieten en tulpenbollen kwamen op het menu. Een predikant in Diemen zocht contact met een kennis in Holwerd. Of er aan aardappelen was te komen en konden op de heenweg ondervoede kinderen mee?
>Op de brug van de ringspoorbaan waren ze geklommen. Dolblije inwoners van Diemen die op de stralende ochtend van 8 mei 1945 hun bevrijders begroetten. De Seafort Highlanders, Canadezen, kwamen over de Muiderstraatweg aanrijden. Een machtige colonne van honderden trucks, motorfietsen, pantserwagens en jeeps. Op weg naar Amsterdam.
>