Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Simone van der Vlugt brengt Willem II en Floris V tot leven

Schrijfster Simone van der Vlugt schrijft wel vaker boeken die zich in het Alkmaar van de zestiende en zeventiende eeuw afspelen, maar voor haar nieuwste roman ‘Bloedlijn’ dook ze in de dertiende eeuw van ‘roomskoning’ Willem II en zijn zoon graaf Floris V. Oneindig Noord-Holland sprak met haar.

In de roman ‘Bloedlijn’ volgen we vier dertiende eeuwers, waarvan drie van adel: Willem II, zijn zuster Aleid en zijn zoon Floris V. Maar we volgen ook Katelijne, die in Alkmaar de brouwerij overnam van haar man, die in de strijd tegen de West-Friezen sneuvelde. Van der Vlugt heeft een prettige schrijfstijl en door haar hoofdpersonen menselijke trekjes mee te geven (een koning met kiespijn èn een bastaardzoon, een kranige onderneemster met een echtgenoot die losse handjes heeft) zorgt ze er niet alleen voor dat je met de karakters mee leeft, maar krijg je tegelijk een aardig beeld van een tijdvak waarover we niet zo veel weten.

Van der Vlugt ging zich in de dertiende eeuw verdiepen, toen ze wat meer kwam te weten over de burchten die Willem II en Floris V aan de Munnikenweg in Alkmaar hebben gebouwd. Bij haar research viel het haar op dat er weinig over Floris V is geschreven, “terwijl het toch een erg bekende graaf was die voor een roerig stukje uit onze geschiedenis model staat.”

Kroning van Willem van Holland tot Rooms-Duits koning op 1 november 1248. Illuminatie in een vroeg-15e-eeuws handschrift uit het 4e boek van de Brabantsche Yeesten door Jan van Boendale (ca. 1280–ca. 1351). Beeld via Wikimedia Commons.

West-Friezen

‘Bloedlijn’ begint met de aanval van de West-Friezen op Alkmaar in april 1254. Alkmaar is dan nog een dorp met huizen van hout en daken van riet, waar de West-Friezen hun brandende pijlen op af schieten. Als de aanval is afgeslagen, kijken de bewoners van Alkmaar reikhalzend uit naar de komst van Willem II. Ze hopen dat hij hen stadsrechten geeft, want dan mogen ze een omwalling maken, die hen beter tegen aanvallen beschermt.

“Stadsrechten gaven niet alleen het recht om een omwalling te maken,” legt Simone van der Vlugt uit, “maar ze gaven je ook het recht om jaarmarkten  te houden en zelf recht te spreken.” Voorheen was de graaf daarvoor verantwoordelijk. “Kortom, je mocht jezelf besturen.”

Haar boek geeft een aardig beeld van hoe het leven in middeleeuws Alkmaar er uit zag. Mensen slapen op strozakken, ze drinken bier en geitenmelk, ze eten uit een kom en als de bakker vers brood heeft, blaast hij op zijn hoorn. Kom daar nu maar eens om.

Simone van der Vlugt. Foto: Wim van der Vlugt, 2023.

Potsenmakers

Drie maal per jaar hield Alkmaar een jaarmarkt, met jongleurs, potsenmakers en vuurspuwers. Zo’n jaarmarkt, die wel drie weken kon duren, moet een belevenis zijn geweest. Van der Vlugt: “Op de gewone markten verkochten boeren uit de omgeving hun dagelijkse producten, zoals wij nu naar de supermarkt gaan, maar zo’n jaarmarkt trok handelaren uit andere provincies, en zelfs uit het buitenland aan. Vergelijk het maar met een kermis. De producten waren wat luxer en het moet in ieder geval een gezellige boel zijn geweest, want de kroegen zaten vol.”

In ‘Bloedlijn’ komen niet alleen mannen aan bod, maar wordt ook het leven van de vrouwen en hun kinderen uitgebreid beschreven. Dat is opvallend, want in menig geschiedenisboek zijn het vooral mannen die de hoofdrol spelen.

Van der Vlugt vindt het niet zo gek om het verhaal ook vanuit vrouwelijk perspectief te vertellen. “Als je stad wordt aangevallen, kun je wel trillend onder een mand gaan zitten, maar dan rolt de vijand over je heen. Vrouwen verdedigden dus ook mee, terwijl de mannen buiten de stad op de vijand aan het schieten waren. In mijn vorig jaar verschenen boek ‘De stormachtige zestiende eeuw van Alkmaar’ heb ik ook nadrukkelijk beschreven hoe vrouwen bij het verdedigen van de stadsmuur hun mannetje stonden.”

“Nou is die periode weliswaar wat bekender, maar ook in de eeuwen daarvoor is dat niet anders geweest,” vervolgt ze. “Het was logisch dat je je levenswerk verdedigde, zeker als je dorp een paar keer was afgebrand, zodat je alles kwijt was en je de boel weer opnieuw moest opbouwen. Maar inderdaad, veel geschiedenisboeken worden door en voor mannen geschreven, dus ik vind het wel belangrijk om ook de rol van vrouwen te belichten. Daar hoef  je overigens niet je best voor te doen, want in elke periode vindt je wel verhalen van vrouwen die hun mannetje stonden.”

Holland, penning of ‘kopje’ van Floris V, Graaf van Holland (1256-1296), geslagen tijdens zijn minderjarigheid onder voogdij van zijn oom Floris de Voogd (1256-1258). Beeld via WIkimedia Commons, CC BY-SA 3.0

Graaf met twaalf jaar

Wie enigszins op de hoogte is van het reilen en zeilen in de middeleeuwen, zal zich er niet over verwonderen, maar toch blijft het verbazend om te lezen dat Floris V al op twaalfjarige leeftijd als graaf van Holland en Zeeland aan de bak moest. De vrouw met wie hij drie jaar later zou trouwen was toen ook al bekend. Twee samenwerkende vorstenhuizen hadden dat bedisseld. De jonge graaf werd weliswaar door raadgevers omringd, maar krankzinnig jong blijft het natuurlijk wel. Van der Vlugt: “Floris hoefde het graafschap niet in zijn eentje te besturen, maar vanaf je twaalfde werd je geacht volwassen te zijn en mocht je ook trouwen. Mensen leefden in die tijd een stuk korter dan nu, dus ze waren minder lang kind.”

De strijd tegen de West-Friezen speelt ook een belangrijke rol in haar boek. Regelmatig vielen ze Alkmaar aan. “Voor een deel was dat uit wraak voor de invallen van Willem II in West-Friesland, waarbij hele dorpen werden platgebrand. Ze wilden dus iets terug doen, maar Alkmaar met de grond gelijk maken, daar is het eigenlijk nooit van gekomen. Zo ver hebben de bewoners van Alkmaar het niet laten komen. Het bleef vooral bij plunderen en de boel vernielen.”

Portret van Floris V, graaf van Holland en Zeeland, Cornelis Visscher (II), 1650. Collectie Rijksmuseum, objectnummer: RP-P-OB-62.183.

Een wezenlijk andere tijd

De dertiende eeuw die Van der Vlugt in haar boek beschrijft, was een ‘wezenlijk andere tijd’ dan waarover ze gewend is te schrijven, zo schrijft ze in de verantwoording van haar boek. “De meeste van mijn boeken spelen zich af in de zestiende en zeventiende eeuw, waarover we veel meer bronnen hebben. Het is veel gemakkelijker om daarover research te doen. Voor ‘Bloedlijn’ heb ik hulp gekregen van een historicus, Henk ’t Jong. Hij wees me er bijvoorbeeld op dat het spinnewiel in de dertiende eeuw nog niet was uitgevonden. Voor het spinnen gebruikten ze een soort stok waar je wol omheen wond. Het was dus geen apparaat waar je achter zat. Harnassen bestonden ook nog niet. Soldaten beschermden zich met leren kappen en ijzeren stukken om de wangen mee af te dekken. Kortom, het was in alle opzichten een hele andere tijd, waardoor ik alles wat ik dacht te weten los moest laten.”

“Torenburg in welstant”. Het kasteel met slotgracht. Tekening uit 1730 naar de middeleeuwse situatie. Collectie Regionaal Archief Alkmaar, Catalogusnummer PR 1000792.

De Torenburg

Uiteraard schrijft Van der Vlugt ook over de drie kastelen uit de dertiende eeuw die Alkmaar moesten beschermen, ook al is daar niet veel meer van over. Van de Nieuwburg en de Middelburg liggen alleen nog de funderingen in een weiland. De Alkmaarse stadsarcheologen Nancy de Jong-Lambregts en Rob Grubben hebben de grond van de Ouddorperpolder bij Alkmaar met radar onderzocht. Simone van der Vlugt mocht daar wel eens bij aanwezig zijn.

Niet dat er nog veel te zien was. Er werd niet gegraven, maar met een radar werd de bodem afgespeurd, wat gegevens opleverde die later werd geïnterpreteerd. “Er is dus weinig meer van die burchten te zien, maar als je met een drone over het terrein vliegt, wat ik wel eens gedaan heb met mijn man, want die heeft zo’n drone, dan kun je de contouren van het kasteel heel goed in het weiland zien.”

Het derde kasteel dat een rol speelt in ‘Bloedlijn’ is de Torenburg. Dat kasteel komt wel op oude kaarten voor, maar niemand weet waar het precies heeft gestaan, ook al heeft de schrijfster wel een vermoeden. “Aan de hand van oude gegevens heeft Nancy de Jong uitgedokterd waar Torenburg gestaan moet hebben. Dan kom je uit bij de plek waar het Victoriepark aan het Noordhollandsch Kanaal grenst. Het is zelfs heel logisch. Het buurtje daar vlakbij kent allemaal straten die naar de Torenburg verwijzen. En de Kooltuin, dat nu een leuk lief grachtje is, heet zo omdat het destijds de moestuin van het kasteel was.“

Graaf Floris V wordt op zijn paard vermoord bij Muiden op 27 juni 1296. Links op de achtergrond het Muiderslot. Noord-Hollands Archief / Collectie van historieprenten van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 14.

Standbeeld

Floris V, wiens vader de Torenburg heeft laten verbouwen, werd uiteindelijk door een groep samenzwerende edelen vermoord, vlak bij zijn Muiderslot, op 27 juni 1296. Een grote kei met een bordje en een tegel bij een fietspad in Muiderberg herinneren daaraan, maar eigenlijk vindt Van der Vlugt dat Floris V een standbeeld verdient. “Floris was zo’n beroemde graaf, die een belangrijke rol in de geschiedenis speelde, maar in deze omgeving staat er geen enkel beeld van hem. Het enige wat je in Muiderberg ziet is een kei en een tegel. Dat is alles wat we er voor over hebben. Vind ik toch een beetje slordig omgaan met je geschiedenis.”

Bloedlijn, Simone van der Vlugt, Ambo Anthos Uitgevers.

Auteur: Arnoud van Soest

Publicatiedatum: 18/04/2024

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

2 reacties

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.