Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie

Onderweg

De hedendaagse reiziger kan op verschillende manieren door Noord-Holland reizen. De auto, trein of bus brengt ons snel en gemakkelijk naar de gewenste bestemming. Vroeger bestonden deze keuzemogelijkheden nog niet. Reis met ons mee door de verhalen over de transportmiddelen van weleer.

Verhalen

De Gooische stoomtram

Op 17 december 1880 werd in Amsterdam de Gooische Stoomtram Maatschappij opgericht voor de exploitatie van een tramlijn van Amsterdam, over de Linnaeusstraat en de Middenweg, door het Gooi naar Diemen, Naarden en Laren. Na een succesvolle proefrit in mei 1881 werd de lijn Amsterdam-Diemen feestelijk geopend! In de jaren die volgden werd de tramlijn steeds verder uitgebreid. 66 jaar later op 4 oktober 1947 reed de Gooische stoomtram zijn laatste rit.

> Book 2 min

Op reis naar Alkmaar

‘Met prykelen en groot gevaer’, schreef de loodsman over de reis die hij maakte in de zomer van 1661. Samen met twee welgestelde heren vertrok hij dat jaar vanuit Amsterdam op een driedaagse reis naar Alkmaar. De tekeningen die hij maakte van deze reis, laten goed zien dat de wereld in de zeventiende eeuw nog heel groot was. Veel groter dan nu. Alkmaar was dus ver weg en de reis ernaar toe was spannend. Een heel avontuur. Onderweg, al varend op de binnenvaarten van Noord-Holland, kwamen de drie heren dan ook allerlei perikelen en gevaren tegen.

> Book 9 min

Opkomst en ondergang van de trekschuit in het vijfstedenveer

Pieter van Daale en Pieter Jacobsz Kat waren de laatste twee Edammer trekschuitschippers. Zij hadden andere schippers hun veer zien verlaten en zo de beroepsgroep kleiner zien worden. De tijd zat de trekschuitschippers niet mee. Door de teruglopende inkomsten konden veel schippers moeilijk het hoofd boven water houden. Er was geen droog brood meer mee te verdienen. Halverwege de 19e eeuw hadden verbeterde wegen, de stoomboot, tram en trein ervoor gezorgd dat nog maar weinig mensen gebruik maakten van de trekschuit. De schuit was vervangen door andere massavervoerssystemen. Het einde naderde voor de trekschuit en dus ook voor het vijfstedenveer – een samenwerkingsverband tussen de vijf Noord-Hollandse steden Amsterdam, Hoorn, Edam, Monnickendam en Purmerend. Met weemoed konden de schippers terugdenken aan de beginjaren van het vijfstedenveer. Het veer dat ervoor had gezorgd dat ook steden in Holland die ten noorden lagen van Amsterdam zich verder konden ontwikkelen.

> Book 8 min

Station Naarden-Bussum

Het stationscomplex ligt aan de spoorlijn de ‘Oosterspoorweg’ van Amsterdam naar Utrecht/Amersfoort. Omdat het station aan de noordgrens van Bussum ligt, wordt het station ook door Naarden gebruikt. Het complex bestaat uit het hoofdgebouw, een eilandperron met wacht- en dienstruimten, een perronoverkapping en een transformatorhuisje.

> Book 2 min

Van vodden tot vliegtuigen

‘Vodde, wie heeft er nog vodde’, een kreet die veel mensen nog wel bekend in de oren klinkt. Want tot in de jaren zestig kwamen de voddenmannen nog langs de deur met paard-en-wagen, handkar of bakfiets, om lompen en vodden op te halen. Samen met de schillenboer en de vele venters zijn ze nu uit het straatbeeld verdwenen, maar jarenlang vormden ze een belangrijke schakel in de goederenkringloop.

> Book 4 min

Perronoverkapping Station Hilversum

De historische overkapping van het tweede perron op Station Hilversum dateert uit 1892 en is bij de sloop van het stationsgebouw van architect Van Gendt intact gebleven. De kap rust op gietijzeren opengewerkte schragen en kolommen en werd vervaardigd door de firma D.A. Schretlen & Co. uit Leiden. Deze firma was gespecialiseerd in ornamentaal gietwerk voor de bouw, gietijzeren bruggen en vuurtorens.

> Book 3 min

Centraal Station te Haarlem

Tot aan de eerste decennia van de negentiende eeuw vond het vervoer in Nederland plaats via landwegen en water. Het verkeer over de weg ondervond echter grote hinder van de talloze rivieren en slecht onderhouden wegen. Het watertransport, onder andere met de trekschuit, was traag en ondervond hinder wegens ijsgang en ondiepten. De uitvinding van de spoorwegen en de stoomlocomotief zorgde daarom voor ongekende mogelijkheden. De eerste spoorlijn in Nederland werd in 1839 in gebruik genomen tussen Amsterdam en Haarlem. Het huidige station van Haarlem dateert uit 1906.

> Book 1 min

Opening Museumstoomtram Hoorn-Medemblik op koninklijke wijze

Wat in 1968 begon als een excursie met leden van de landelijke Tramweg Stichting, groeide tot 1972 langzaam uit in een toeristische dagbesteding met 18.000 reizigers per jaar. Voordat men het wist was het railtraject Hoorn-Medemblik als een museale stoomtram in functie, zonder dat het ooit officieel als zodanig was ingeluid. Vier jaar na de eerste rit in 1968 kwam het er dan eindelijk van: op zaterdag 29 april 1972 zou de Stoomtram Hoorn-Medemblik vorstelijk worden geopend.

> Book 3 min

De trekvaart tussen Amsterdam-Purmerend en Hoorn

Het huidige Tramplein in Purmerend functioneerde tot diep in de negentiende eeuw als opstapplaats voor de trekschuit naar Amsterdam of Hoorn. Omstreeks 1660 namen de besturen van de Staten van Holland en West Friesland, en de steden Amsterdam, Purmerend, Hoorn, Edam en Monnickendam het besluit tot aanleg van een stelsel van wegen en vaarten om het verkeer tussen deze vijf steden te bevorderen. Minder afhankelijk van de weersomstandigheden en een stuk comfortabeler dan paard en wagen zou de trekschuit gedurende lange tijd het belangrijkste vervoermiddel zijn voor wie in Waterland op reis wilde.

> Book 3 min

Vervoer tussen Amsterdam en Haarlem

De hedendaagse reiziger kan op verschillende manieren tussen Amsterdam en Haarlem reizen. De auto, trein of bus brengt ons snel en gemakkelijk naar de gewenste bestemming. In de 15e eeuw bestonden deze keuzemogelijkheden nog niet. De weg naar Haarlem was toen een waterweg voor scheepvaart.

> Book 3 min

Wegenbouw met stoomwals

Stel je eens voor hoe graaf Floris V in de dertiende eeuw door zijn gebied trok en zijn buitenlandse reizen maakte: van Parijs tot Medemblik en van Aken tot Schotland. De wegen waren zó slecht dat paarden en schepen uitkomst moesten brengen. Op het land waren er hoogstens karrensporen en paarden en wagens werden gebruikt om de grafelijke stoet en het huisraad te vervoeren van kasteel naar kasteel. Delen van de Westfriese Omringdijk bestonden al. Daar kon men zonder natte voeten rijden.

> Book 3 min

Een fietstocht van 24 uur

24 uur fietsen door Nederland. In navolging van de 24 uurs autorace in Le Mans fietsten Bep de Boer en zijn dertienjarige zoon Bert uit Laren op 10 april 1974 een bijzondere fietstocht. Vader Bep vertelt over een etmaal fietsen door het westen en midden van het land. Het werd een toeristische tocht die nog een bijzonder staartje kreeg.

> Book 3 min

In 1899 verscheen eerste auto in de Zaanstreek

Paard-en-wagens, rijtuigen, karossen, koetsjes en hondenkarren bepaalden in het begin van de twintigste eeuw het Zaanse straatbeeld. De pk’s werden geleverd door paarden. Daarna kwamen de eerste fietsen in beeld, spoedig gevolgd door de eerste automobielen. De busondernemingen schoten als paddenstoelen de grond uit en leverden bittere gevechten om de gunst van de passagier.

> Book 4 min

Onwennig op de fiets

“De oefening is aangenaam en het best bij schaatsenrijden te vergelijken.” Zo probeerde de firma H.H. Timmer en Co de Amsterdammers uit te leggen wat fietsen was. Toen zij op 17 maart 1869 bij de Oude Schans Nederlands eerste rijschool voor vélocipèdes openden, hadden de meeste mensen nog nooit een fiets gezien. Er was een wereld te veroveren.n

> Book 2 min

De Amsterdamse tram

Als een vreemde eend uit een Amsterdamse gracht zwemt mijn verhaal misschien wel in de bijt van alle dorpsverhalen uit de polder. Maar de hoofdstad van ditzelfde Noord-Holland is mijn ‘streekverhaal’. Daar ben ik opgegroeid op tweehoog boven een klokkenwinkel. Mijn speelterrein was de stoep in een drukke straat met de tram voor de deur. Ik mocht dan ook nooit met een bal naar buiten.

> Book 5 min

Het ongeval van de Gooische Moordenaar

Al bellend, rammelend, zuchtend en steunend en met een grote rookwolk achter zich aan, kwam tram 7a van de in 1880 opgerichte Gooische Stoomtram Maatschappij in de ochtend van zondag 7 augustus 1927 langzaam op gang. De bestuurder die dag, machinist D.J. van den Berg, begon vrolijk aan zijn dienst. Niet wetende wat hem die dag te wachten stond…

> Book 2 min

De Leidse trekvaart

Trekvaarten en trekschuiten: al in overgrootmoeders tijd waren het symbolen van stilstand en achteruitgang. Dat was de schuld van de toen nog ultramoderne spoorwegen. Vergeleken daarmee leken trekschuiten immers bijna letterlijk stil te staan, of beter: te liggen. Historisch gezien is dit een onrechtvaardig oordeel. In hun eigen tijd, de zeventiende en achttiende eeuw, waren trekschuiten efficiënte, comfortabele en betrouwbare vervoermiddelen. Hun bijdrage aan de Nederlandse welvaart valt moeilijk te onderschatten. Die bijdrage had overigens nog groter kunnen zijn, als de trekschuiten behalve personen, post en kleine pakjes ook goederen hadden mogen vervoeren. Maar dat mocht niet. Jaloers bewaakte stedelijke privileges stonden dat in de weg. Haarlem speelde daarbij een hoofdrol. Dat bleek ook toen in het midden van de zeventiende eeuw de trekvaart tussen Leiden en de Spaarnestad werd aangelegd.

> Book 4 min

Bello: De stoomtram van Alkmaar naar Bergen

Jaques Burgering, geboren en getogen aan het spoor in Bergen, was in zijn werkzame leven machinist op de tramlijn tussen Alkmaar en Bergen. Deze werd in de volksmond ‘de Bello’ genoemd en bestond van 1905 tot 1955.

> Book 2 min

Met de Blauwe Tram naar Zandvoort

Wie in de Tempeliersstraat in Haarlem omhoog kijkt, ziet daar in een nieuwbouwpand (nr. 53-70) een felgekleurde gevelsteen. Hierop staat de legendarische Blauwe Tram afgebeeld. De Blauwe Tram had daar tot 1957 een halte op het traject Zandvoort-Amsterdam.

> Book 4 min