
Textiel is kwetsbaar en er zijn dan ook maar weinig West-Europese middeleeuwse wandtapijten bewaard gebleven. De bekendste en een van de oudste is het Tapijt van Bayeux. Kasteel Radboud wilde met het Graventapijt het ambacht van deze wandkleden in ere herstellen, zodat de traditie en werkwijze bewaard blijven voor toekomstige generaties.
In 2020 begon het cultureel participatieproject op het kasteel: een groep vrijwilligers die verbonden waren aan kasteel Radboud zou een reeks van vijf wandkleden gaan borduren op middeleeuwse wijze. Speciaal voor dit project werden ze opgeleid in deze traditionele manier van borduren, gecoördineerd door Zwaantje van der Heide. Het borduren ging met gebruik van historische borduurtechnieken en er werd ook o.a. draad gebruikt dat was gesponnen van lokale Westfriese schapenwol.
Tijdens speciale graventapijt dagen waren de borduursters in de Ridderzaal te vinden met één of meer van de wandkleden. Zij vertelden de bezoekers meer over het project, zoals welke specifieke middeleeuwse technieken er gebruikt zijn. Ook demonstreerden zij hoe ze de borduursteken zetten.
Het ontwerp voor de gravenreeks
Erfgoedspecialist Marius Bruijn maakte hiervoor een ontwerp. Verdeeld over vijf wandkleden zien we 17 graven en gravinnen van Holland. Alle graven tot en met Graaf Floris V, die kasteel Radboud liet bouwen. De serie kleden is geen replica, want het is niet naar een exact voorbeeld gemaakt. Toch is het in dezelfde stijl, vorm en inhoud van rond 1300 vormgegeven.
Op deze manier doet het zich voor als een gravenreeks die kan zijn gemaakt ter gelegenheid van de dood van Floris V, de bouwheer van het kasteel. Floris V is dus de laatste afgebeelde graaf. Ook van andere gravenreeksen is bekend dat graven pas werden ‘bijgezet’ na hun dood.
Er bestaan geen eigentijdse portretten van de Graven van Holland. De oudste overgebleven historische gravenreeksen zijn uit de vijftiende eeuw. Voor het afbeelden van de figuren op de Radboud-reeks putten we dus uit andere vroeg veertiende-eeuwse bronnen. Om eenheid in het ontwerp te bewaren is gekozen voor één stijlvoorbeeld voor de hele reeks. Dit is het beroemde Duitse boek Codex Manesse van ca. 1300. Er is gekozen voor dit voorbeeld omdat in dit liederenhandschrift zeer veel koningen, hertogen, graven, gravinnen en andere edelen staan afgebeeld in een stijl die ook in Holland gebruikelijk was.
Graven en regentessen
De Radboud-reeks begint bij graaf Gerulf, omdat moderne historici hem tegenwoordig als eerste graaf van Holland beschouwen. De bekende middeleeuwse gravenreeksen baseren zich echter op de Rijmkroniek van Holland van Melis Stoke van ca. 1300 waarin Dirk I als eerste graaf naar voren komt. De keuze voor Gerulf kan dus als ‘modern’ worden beschouwd. Verder laten we enkele onechte graven weg, zoals Robrecht de Fries, die als Graaf van Vlaanderen een tijdje regent was namens zijn stiefzoon Dirk V, of Floris de Zwarte die de graventitel van zijn broer Dirk VI bevocht.
De regentessen Geertruida en Pertonilla staan wel afgebeeld, zij het niet in een eigen venster maar samen met hun zoon, de graaf. De graven werden in verschillende perioden anders genoemd. Ze hadden meerdere namen en titels die men zowel in het Latijn als in de volkstaal schreef. Voor de naamgeving en spelling van de namen onder de vensters op onze Radboud-reeks is gebruikgemaakt van de Rijmkroniek van Melis Stoke, van ca. 1300. In de omschrijvingen gebruiken we echter de gangbare namen.
Muurschilderingen van het Karmelietenklooster
In Holland zijn er diverse gravenreeksen in verschillende vormen bekend. Deze zijn een belangrijke inspiratiebron voor de Graventapijten van Kasteel Radboud. De belangrijkste Hollandse reeksen waren de beelden van de Hofkapel in Den Haag, de beelden van het doksaal van de Abdij van Egmond en de muurschilderingen van het Karmelietenklooster in Haarlem. Deze reeksen zijn alle drie verdwenen. Gelukkig kennen we deze reeksen van betrouwbare kopieën.
De muurschilderingen van het Karmelietenklooster in Haarlem werden rond 1420 gemaakt en rond 1480 waren ze blijkbaar in slechte staat, want toen werden er kopieën gemaakt met olieverf op houten panelen. Deze levensgrote panelen werden vervolgens tegen de muur geplaatst. Tijdens de beeldenstorm in de zestiende eeuw zijn deze panelen van de muur gehaald en ter bescherming verborgen in het stadhuis. Later werden ze opgehangen in het stadhuis waar ze nog altijd hangen. Daarmee is dit de meest belangrijke en meest bijzondere Hollandse Gravenreeks die nu nog bestaat.
De reeks bestaat uit 19 houten panelen met 32 graven. Het zijn geen portretten want de afbeeldingen zijn gemaakt toen de graven al lang dood waren, dus niemand wist hoe ze eruit zagen. Alleen de portretten van de laatste drie graven zijn wel portretten. Van hen waren afbeeldingen bekend.
Zoals gebruikelijk dragen de graven allemaal kleding volgens vijftiende-eeuwse mode. Alle graven zijn afgebeeld alsof ze in de kloostergang staan, met een kloostergewelf boven hun hoofd en een wandtapijt achter zich. De lijst vormt steeds een architectonisch venster. De houdingen van de afgebeelde graven zijn vrij stijfjes en uniform. Graven die in de strijd zouden zijn gestorven, houden hun zwaard omhoog. De anderen dragen het zwaard rustend op de grond. De gravinnen in de reeks dragen geen zwaard. Alle graven dragen een wapenschild in vijftiende-eeuws model; ook de graven die dat historisch gezien helemaal niet deden.
Onder de afbeeldingen staan korte verhaaltjes met de belangrijkste kenmerken of wapenfeiten van de desbetreffende graaf. Helemaal onderaan staat duidelijk de naam.
Nu te zien
Eind 2024 waren de vijf kleden gereed. In januari 2025 werden ze gepresenteerd. De kleden zijn onderdeel van de vaste tentoonstelling van Kasteel Radboud en zijn daar de komende jaren te zien. Kijk voor meer informatie over openingstijden en toegangsprijzen op de website van Kasteel Radboud.
Tekst en afbeeldingen: Kasteel Radboud / Marius Bruijn, geredigeerd door de redactie van Oneindig Noord-Holland.
Publicatiedatum: 06/02/2025
Vul deze informatie aan of geef een reactie.