Mondriaan in ’t Gooi
In een houten hutje aan de Noolseweg in het Gooise Blaricum had schilder Piet Mondriaan tussen 1915 en 1919 zijn atelier. Het was in dat hutje dat hij zijn eerste abstracte werk schilderde.
>De geschiedenis van onze provincie is gevormd door vele bekende en minder bekende mannen en vrouwen. Op Oneindig Noord-Holland zetten wij hun levens en verhalen in de spotlight.
In een houten hutje aan de Noolseweg in het Gooise Blaricum had schilder Piet Mondriaan tussen 1915 en 1919 zijn atelier. Het was in dat hutje dat hij zijn eerste abstracte werk schilderde.
>‘Groeten uit de Zaanstreek’ is de titel van deze serie die voert langs schilderijen van typisch Zaanse landschappen met weiden, molens, fabrieken, sloten en vaarten en Zaanse houtbouw. De productie van Willem Jansen (1892-1969) was gigantisch. Vele duizenden schilderijen heeft hij gemaakt over alle mogelijke onderwerpen en thema’s. De Westzaner was dan ook een echte broodschilder.
>Willem Aten (1894-1973) hanteerde een grijs palet en schilderde bij voorkeur lege landschappen, gestoffeerd met enkele huizen, bootjes en grillige waterpartijen. ,,Van al die mooie frisse kleurtjes op mijn palet maak ik in een uur één grauwe massa”, zei hij eens met de nodige ironie over de grijsheid van zijn schilderstijl. Dat was andere koek dan de kleurrijke uitbundigheid en speelsheid van de expressionisten. Aten koos voor een sober realisme zonder tierlantijnen en volgde daarmee een trend in de Zaanse schilderkunst die in de jaren twintig en dertig in zwang was.
>De Zaandijker Klaas Landsman (1914-1998) was een echte autodidact. Samen met zijn broer Floor exposeerde hij in de jaren tachtig diverse keren in het Molenmuseum in Koog aan de Zaan.
>Dat de in Koog aan de Zaan geboren Jan Kruijver (1869-1950) een grote voorliefde aan de dag legde voor het afbeelden van molens, is niet verwonderlijk. Kruijver kreeg het met de paplepel ingegoten als zoon van een molenaar.
>De Zaandammer Jan Kees Vergouw (1948) trad maar zelden met zijn werk naar buiten. Had-ie geen behoefte aan. Hij was liever in zijn atelier bezig met onderzoek naar diepte, scherpte en vlakverdeling.
>Anton Heyboer (1924-2005) woonde vanaf begin jaren zestig in een oude loods in Den Ilp, midden in Waterland. Hier bouwde hij aan een indrukwekkend oeuvre dat geschat wordt op enkele tienduizenden kunstwerken. Verzamelaars en museumconservatoren waarderen voornamelijk zijn vroege werk uit de jaren vijftig en zestig, bestaande uit sobere etsen en gouaches. Bij het grote publiek stond Heyboer vooral bekend om zijn excentrieke levensstijl. Hoewel hij zelden zijn stek in Den Ilp verliet, vergaarde Heyboer door een aantal opmerkelijke tv-optredens de reputatie van knotsgekke kunstenaar, levend in een rovershol temidden van zijn ‘vijf bruiden’.
>“Word maar geen schilder. Leer maar een vak.” Dat kreeg Jan de Boer als jongeling te horen van leermeester Willem Jansen. De Boer volgde die raad op. Hij werd huisschilder.
>Hendrik Willebrord Jansen (Nijmegen 1855 – Zeist 1908), de schilder van dit Zaanse landschap, werd wel omschreven als een ‘schilder van stand’ omdat hij niet om den brode het penseel en palet hoefde te hanteren. Dankzij zijn huwelijk met een rijke en voorname dame werd hij een bemiddeld man.
>Gerrit de Jong (1905-1978) waagde in de crisisjaren de riskante stap om van de kunst te gaan leven. Dat was geen vetpot. In de oorlogsjaren ruilde hij zelfs zijn schilderijen voor etenswaren.
>‘Groeten uit de Zaanstreek’ is de titel van deze serie die voert langs schilderijen van typisch Zaanse landschappen met weiden, molens, fabrieken, sloten en vaarten en Zaanse houtbouw. De schilderijen bevinden zich in het depot van het Zaans Museum te Zaandam. Frisse landschappen met koeien. Daar staat de schilder Freek Engel (1872-1958) om bekend. Maar de in Koog aan de Zaan geboren ‘koeienschilder’ week zo nu en dan af van zijn favoriete onderwerp. Dat illustreert het bij dit artikel afgebeelde schilderij.
>Impressionistische taferelen, overgoten met een vleug romantische nostalgie. Dat was het handelsmerk van autodidact Frans Mars (1903-1975), geboren en getogen Zaankanter.
>Jonkvrouw was de uit Hoorn afkomstige Agatha van Foreest (1733-1801) en als weduwe was ze in 1775 hertrouwd met haar huisknecht Jan Schenk. Daar werd schande van gesproken, want Jan Schenk was als boerenzoon ver beneden haar stand. Waar nog bij kwam dat Jan gelovig katholiek was en Agatha gereformeerd. Maar Agatha trotseerde alle afwijzende kritiek, de verwijten van haar eigen kinderen inbegrepen. Om niet al te veel aanstoot te geven, had ze haar huwelijk overigens niet in haar woonplaats Hoorn, maar op haar buiten in de Beemster laten voltrekken. Dat buiten stond aan de zuidzijde van de Volgerweg.
>De bekendste aanslag van het Haarlemse verzet op een landverrader vond plaats op 25 oktober 1944. Even na half negen ’s morgens vuurde de verzetsman Gommert Krijger de kogels af die een einde maakten aan het leven van Fake Krist. Deze keer was het gelukt.
>De winkel op de hoek van de Barteljorisstraat en de Schoutensteeg is op het eerste oog geen opmerkelijk pand, maar op geen andere plaats in Haarlem is de herinnering aan onderduiken en verzet zo goed bewaard gebleven. Amsterdam heeft het Anne Frankhuis, Haarlem het Corrie ten Boomhuis. In dit hoekpand woonde haar familie. De hoogbejaarde Casper ten Boom, een man met een prachtige volle baard, was de pater familias. Tezamen met zijn dochters Corrie en Betsie bood hij in zijn huis een verblijfplaats aan onderduikers. De familie stond ook in contact met een ruim netwerk van verzetsstrijders en -groepen. Te ruim waarschijnlijk, want steeds meer mensen wisten van huize Ten Booms, liefdevol de BéJé genoemd, af. Het maakte de kans op verraad almaar groter. Achteraf gezien is het wellicht opmerkelijk dat de welhaast onvermijdelijke inval ‘pas’ op 28 februari 1944 plaatsvond.
>Haarlemmer Jan Kievit (1923-1943) stak na een woordenwisseling in 1942 de vrouw van een NSB’er dood in Haarlem. Hierop besloot het Duitse Obergericht (de hoogste Duitse rechtbank in Nederland) hem tot de doodstraf te veroordelen en hem in 1943 te fusilleren. Nadat er twijfel was ontstaan over de status van de Haarlemmer die op de erelijst van Gevallenen uit de Tweede Wereldoorlog staat, heeft het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) hier onderzoek naar gedaan. Wie was Jan Kievit en wat was er exact gebeurd?
>Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de jodenvervolging in Haarlem hevig. De stad had vanaf 1941 een overtuigd NSB’er als burgemeester.
>Op de tentoonstelling Dutch Utopia in het Singer Museum in Laren viel me het schilderij van de Larense omroeper Jan de Leeuw en zijn gezin uit 1905 op. Het bijna twee meter (!) hoge schilderij vertelt een hoofdstuk uit het verhaal over het Gooise kunstenaarsdorp. Wie was Jan de Leeuw en waarom koos juist de Amerikaanse kunstenaar Joseph Raphael hem en zijn gezin voor het grote groepsportret?
>Aan de Amsteloever ter hoogte van de Kalfjeslaan staat een standbeeld van Rembrandt. De beroemdste schilder van de Gouden Eeuw wandelde graag langs de rivier. Hij vereeuwigde het Amstelland in allerlei tekeningen en etsen.
>De biografie van schrijver, beeldhouwer en schilder Jan Wolkers verscheen in 2012. Texel neemt daarin een belangrijke plaats in. De eigenzinnige Wolkers (1925-2007) was zijn leven lang verliefd op het eiland.
>