Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Jan Kruijver portretteerde geen mensen maar molens

Dat de in Koog aan de Zaan geboren Jan Kruijver (1869-1950) een grote voorliefde aan de dag legde voor het afbeelden van molens, is niet verwonderlijk. Kruijver kreeg het met de paplepel ingegoten als zoon van een molenaar.

Schildersbedrijf

Het tekentalent van Jan Kruijver werd al op de lagere school ontdekt door zijn onderwijzer R. Kanis die zijn pupil extra lessen gaf. Maar de vervolgopleiding aan de Amsterdamse avondtekenschool werd geen succes. Kruijver hield het na twee jaar voor gezien. Modeltekenen was niks voor hem. Hij wilde molens en schepen tekenen. Kruijver verdiende vervolgens zijn brood als huisschilder en begon later een eigen schildersbedrijf. Van de kunst heeft hij nooit kunnen leven. Het werk van Kruijver kent twee gezichten. Aan de ene kant zijn er zijn ‘portretten’ van Zaanse molens, die op zijn best zijn als hij de molens als silhouetten afzet tegen grijze wolkenluchten. Daarmee toont hij zich een trouw aanhanger van de Hollandse traditie van grootheden als Ruysdael en Van Goyen. Zijn palet mist echter de snelle toets van het impressionisme.

‘Zicht vanaf het water op de molens De Grauwe Eend, De Krab en De Koning van Pruisen’, door Jan Kruijver, ca. 1900. Beeld: Zaans Museum.

Topografisch

De uitgesproken voorkeur van Kruijver lag bij de zeventiende-eeuwse meesters. Aan de andere kant zijn daar zijn werken waarin alles draait om een zo nauwkeurig mogelijke weergave van de topografische realiteit. Zelf zag hij deze precieze werken niet als kunst maar als goedbedoelde illustraties, ingegeven door zijn grote historische interesse die zich ook uitte in bijdragen aan dagblad De Zaanlander. Ook schreef hij een boekje ‘De Pelmolens van het Oostzijderveld’, uiteraard met illustraties van zijn hand. Het afgebeelde schilderij is ongedateerd. Het is echter goed denkbaar dat Kruijver de drie molens in hun oorspronkelijke staat in het Westzijderveld op doek heeft gezet. Dat moet tegen het einde van de 19e eeuw zijn gebeurd. Balkenzager De Grauwe Eend, gebouwd in 1712, werd in 1898 gesloopt. Oliemolen De Krab ging in maart 1916 in vlammen op. Pelmolen De Koning van Pruisen werd in 1918 gesloopt. Alle drie de industriemolens stonden ten noorden van de Papenpadsloot tussen Gouw en Watering. In dat gebied verrees de wijk Westerwatering. Treffend is dat in deze wijk een straat vernoemd is naar de molenschilder.

Publicatiedatum: 06/03/2011

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.