Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Vondst van de maand: zweep uit de Beemster

Elke maand presenteert Huis van Hilde, het archeologiecentrum van de provincie Noord-Holland, de vondst van de maand. Daar krijgen deze bijzondere bodemvondsten een eigen vitrine, op Oneindig Noord-Holland worden ze met een verhaal in het zonnetje gezet. Deze maand staat een zweep uit de Middenbeemster centraal.

>

Met Jan Feith op Texel (1933)

Deze zomer neemt Jan Feith je mee op reis door onze provincie. Zijn historische teksten uit het album ‘Zwerftochten door ons land: Noord-Holland’ (1933) geven een beeld van zonnige duinen, drukke pleinen en pittoreske polders. Deze week: ‘Tusschen het wad en de groote zee’.

>

De Reede van Texel: wekenlang wachten op de juiste wind

Vanaf de vijftiende eeuw is het een drukte van belang voor de kust van Texel. Schepen verzamelen zich daar in afwachting van de juiste wind om door te kunnen varen naar de Oostzee, één van de belangrijkste handelsroutes in die tijd.

>

Oorlogsherinneringen van een kind

Vanaf het najaar van 1944 maakten de geallieerden een snelle opmars. Om hun kant van de linie te kunnen verdedigen hadden de Duitsers steeds meer mensen nodig. Door middel van razzia’s verzamelden ze mensen die voor ze moesten vechten en werken.

>

Waterlinies in Nederland

De Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) is het grootste rijksmonument van Nederland en staat op de nominatielijst van UNESCO. De NHW (1815-1940) loopt van het IJsselmeer tot de Biesbosch. De Linie bestaat uit een prachtig snoer van twee kastelen, vijf vestingsteden, 60 forten, een ingenieus systeem van sluizen, dijken, kanalen en 550 bunkers.

>

De Waddenzee

De Waddenzee: een woest en veranderlijk getijdengebied langs de Noordzeekusten van Nederland, Duitsland en Denemarken. Het Nederlandse deel van het Wad, 2500 kilometer beschermd gebied, begint bij het Marsdiep (Den Helder) en eindigt bij de Dollard in Groningen. Geen dag is hetzelfde, het wad is al eeuwenlang constant in beweging. Zo’n groot getijdengebied in een gematigd klimaat en met een enorme variatie aan planten en dieren, vind je nergens anders in de wereld.

>

Visserij met respect voor de natuur

In honderd jaar wadvisserij is er veel veranderd. Van kleine sloepen en aken tot grote kotters. Van gemengde vangst tot specialisatie in één soort. Grootschaligheid werd de norm. Een kleine groep vissers grijpt terug op een beproefd recept: kleinschalig en flexibel vissen, met respect voor de natuur. Drie voorbeelden van vissers die het anders gingen doen.

>

Hoe het Marsdiep ontstond

Het waddengebied is uniek. Een fantastisch getijdensysteem dat zich al eeuwenlang volgens natuurwetten ontwikkelt. Het ontstaan van het zeegat Marsdiep is daar een goed voorbeeld van.

>

Wadplaat Balgzand is megatrekpleister voor vogels

Bij vloed staan duizenden scholeksters, wulpen en andere steltlopers samengepakt op droog gebleven kwelderland. Bij eb waaieren de vogels uit over kilometers slik, wadplaat en kreken, want daar is eten in overvloed. Balgzand is als een driesterrenrestaurant: bekroond en beroemd, en belangrijk voor de vogelstand wereldwijd.

>

Weergaloos wad is uniek in zijn soort

Het waddengebied, samen met zijn eilanden, geulen en wadplaten, is gevormd door de zee. Nergens anders in de wereld vind je een getijdenlandschap dat zo rijk is aan unieke natuurlijke verschijnselen als in de Waddenzee. Vanwege drie bijzondere eigenschappen staat de Waddenzee prominent op de UNESCO Werelderfgoedlijst.

>

Atlas der Neederlanden: Noord-Hollandse zeegeulen en ondiepten in kaart gebracht

Een verrassend groepje zee- en kustkaarten in handschrift van het kustgat tussen het vasteland en Texel,  gaat vooraf aan de meer algemene gedrukte kaarten van Holland boven het IJ. Bij deze kaartenset draait het om de nauwkeurige weergave van de wispelturige geulen, de ondiepten, de scheepswrakken en de bakens die aan een veilige doorvaart van de drukbevaren zeegaten moeten bijdragen. De veranderlijkheid van natuurlijke gegevenheden en de continue noodzaak van aanpassing van de betonning en andere bakens was een extra reden om de kaarten in handschrift uit te voeren. Een gedrukte kaart zou te snel aan veroudering onderhevig zijn en om de haverklap een nieuwe, gewijzigde oplage vereisen.

>

De IJsselmeerdijk opgeblazen (1945)

Op deze plek, enkele kilometers ten zuidoosten van Den Oever, herinneren twee wielen ofwel binnenmeertjes en een kronkel in de dijk aan de ramp die hier op 17 april 1945 plaatsvindt. Duizenden mensen moeten vluchten voor het water.

>

Stevinsluizen bij Den Oever

De Stevinsluizen staan aan de Noord-Hollandse kant van de Afsluitdijk, vlakbij Den Oever. Samen met de Lorentzsluizen bij Kornwerderzand, aan de Friese kant van de dijk, regelen zij het waterpeil van het IJsselmeer en daarmee ook van het achterland. Het water van het IJsselmeer wordt gespuid op de Waddenzee. De Stevinsluizen zijn vernoemd naar Hendrik Stevin (1614-1668), die al in 1667 een geniaal, maar destijds technisch onuitvoerbaar plan bedenkt om de Zuiderzee af te sluiten en in te polderen. Indirect is zijn werk een inspiratiebron voor de plannen die ingenieur Cornelis Lely in 1891 presenteert en die uiteindelijk in 1918 leiden tot de ‘Wet ter Droogmaking van de Zuiderzee’.

>

Wierdijk bij de Hoelm

De kern van de dijk bij Hippolytushoef is een oude wierdijk. Wierdijken ontstaan als rond het jaar 1400 dijkenbouwers ertoe overgaan om de dijken te versterken met wierpakketten. Tot die tijd zijn de dijken eigenlijk niet meer dan aarden wallen, gemaakt van opgestapelde plaggen die onder het geweld van de immer beukende golven steeds weer afkalven. Om deze afslag tegen te gaan worden er pakketten gedroogd wier(zeegras) aan de zeekant voor de dijk geplaatst.

>

Wester- en Oosterklief op Wieringen

Het glooiende landschap van Wieringen wordt gekenmerkt door twee stuwwallen die 150.000 jaar geleden tijdens de voorlaatste ijstijd, het Saalien, werden gevormd. Deze stuwwallen bestaan uit keileem, keien, grind, zand en leem. Westerklief ligt aan de westzijde van een stuwwal, waar door erosie van de zee in de tijd dat Wieringen nog een eiland was, een klifkust was ontstaan. Zowel Westerklief als het iets oostelijker gelegen Oosterklief danken hun naam hieraan.

>

Michaëlskerk in Oosterland

De geheel uit tufsteen opgetrokken Michaëlskerk dateert uit de vroege twaalfde eeuw en is daarmee een van de oudste kerken van Nederland. Voor die tijd stond er op dezelfde plek een houten kerkje dat, zoals op een bord in de kerk te lezen valt, ‘ontwijd werd door de heidensche Noormannen’.

>

De Bunker, Paal 20 De Koog,Texel

Mijn verhaal speelt zich af in de beginjaren vijftig van de vorige eeuw. De exploitant van een door de Duitsers in de oorlogsjaren als onderdeel van de Atlantikwall gebouwde bunker op het strand bij paal 20 De Koog en nu in gebruik genomen als zomers ’Koek en Zopie’ heette C. (Kees) van der Meulen. Hij werd door iedereen ‘Ome’ Kees genoemd, was getrouwd en woonde in de Azaleastraat in Leeuwarden. Hij had een zoon die stuurman op de grote vaart was. Deze woonde in mijn herinnering op Ameland of Schiermonnikoog, maar het kan natuurlijk ook Terschelling geweest zijn. Ome Kees was op Texel verzeild geraakt door zijn werk als kok bij de ’sneeuwklokjes’ expedities naar Frankrijk, georganiseerd door de gebroeders Piet en Nanning Kikkert van het Waalenburgerhuis en hoeve Vredestein. Nog steeds herinneren in het vroege voorjaar de witte velden in de Dennen aan deze avontuurlijke tijd. Veel later kwam ik er achter dat Nanning Kikkert de bunker van Rijkswaterstaat pachtte en Ome Kees bij hem in dienst was. Ik ontmoette hem voor het eerst in de zomervakantie van 1953. Ome Kees verbleef in een strandhuisje naast de bunker. Dit huisje huurde hij van Jan Maas, de altijd goedlachse en toen nog vrijgezelle badman van het strandverhuurbedrijf Noorderbad. Maar ook in Den Burg had hij een slaapadres, een kamer boven het bekende en in de beleving van velen beruchte Café De Karseboom van Gerard Rump aan de Vismarkt. Sinds 1948 brachten mijn moeder en ik de zomers op Texel door. Mijn moeder werkte in hotel ’Het Witte Huis’ dat sinds dat jaar door haar broer Bill Visser en zijn vrouw werd geëxploiteerd. Ik ’moest’ en ging graag mee. Een mooiere zomervakantie kon ik mij niet voorstellen. Een vakantie vol strand, zee en avontuur. In 1953 was ik elf jaar, kwam van de lagere school in mijn woonplaats Baarn en was geslaagd voor het toen nog verplichte toelatingsexamen voor de middelbare school. Tijd voor een vakantiebaantje.

>

Van Ewijcksluis

Van Ewijcksluis, sinds 2012 onderdeel van de gemeente Hollands Kroon, ligt op de rand van de Waddenzee en het Amstelmeer, in het noordelijke puntje van de Anna Paulownapolder. Het dorp, ontstaan bij de sluis tussen de Oude Veer en het toenmalige Amsteldiep, is vernoemd naar Daniel Jacob van Ewijck van Oostbroek van de Bilt. Als gouverneur van de toenmalige Koning Willem II is hij in 1846 betrokken bij de inpoldering van de Anna Paulownapolder.

>

Noordhollands Kanaal

Verzanding van de vaargeulen in de Zuiderzee bemoeilijkt aan het begin van de negentiende eeuw de scheepvaart tussen de Noordzee en de haven van Amsterdam. De aanleg van een nieuwe, snelle verbinding voor grote, diepgaande zeeschepen is noodzakelijk. In 1819 wordt begonnen met de bouw van ‘Het Groot Noord-Hollandsch Kanaal’, op kaarten uit die tijd ook wel ‘Het Groot Amsterdamsch Kanaal door Noord-Holland’ genoemd. De bedenker is Jan Blanken, een ervaren waterstaatsingenieur en technisch adviseur van de toenmalige koning Willem I.

>