Fort aan den Ham is één van de forten van de Stelling van Amsterdam. Tussen 1881-1919 werd rondom Amsterdam een bijzonder verdedigingswerk van forten, batterijen, dijken en sluizen aangelegd. Militairen konden de toegang tot de hoofdstad blokkeren door de omliggende gebieden onder water te zetten. Tot de uitvinding van nieuwe militaire technieken en de komst van het vliegtuig bleef Amsterdam zo beschermd tegen invallen van vijanden. Ondanks dat de Stelling van Amsterdam als geheel nooit in werking is getreden, is het een belangrijk militair monument. Sinds 1996 staat de Stelling op de Werelderfgoedlijst van UNESCO en vanaf juli 2021 maakt het samen met de Nieuwe Hollandse Waterlinie onderdeel uit van het werelderfgoed Hollandse Waterlinies .
Precies tussen het Fort bij Veldhuis en het Fort bij Krommeniedijk loopt het spoorlijntracé Krommenie-Uitgeest. Fort aan den Ham werd aangelegd om dit kwetsbare punt in de Stelling van Amsterdam te verdedigen. Een klein ‘tussenfort’ met beperkte bezetting en bewapening volstond hiervoor.
Een bescheiden tussenfort
In 1869 werd de spoorlijn tussen Uitgeest en Zaandam opgeleverd. Het traject tussen Krommenie en Uitgeest was verhoogd aangelegd, waardoor het een mogelijke toegangsweg voor vijandelijke legers vormde wanneer de Stelling in werking trad. In militaire termen heet dit een ‘acces ’. Ter verdediging werd in 1896 pal naast de spoorlijn een fort met aanvankelijk alleen aarden wallen aangelegd. Het fort werd in 1903 voltooid met bomvrije gebouwen. In de gebouwen konden 161 militairen gelegerd worden, een relatief klein aantal.
Ook de bewapening op het fort bleef beperkt. Die bestond slechts uit twee 6cm-kanonnen, relatief klein geschut waarmee het spoor onder vuur genomen kon worden. De kanonnen werden geplaatst onder hefkoepels : twee nauwelijks zichtbare pantserkoepels die omhoog en naar beneden konden. Omhoog als de vijand aanviel en veilig naar beneden als het fort beschoten werd. Beschermd door de aarden wallen konden militairen vanuit het fortgebouw naar de hefkoepels komen.
In tegenstelling tot de grotere forten van de Stelling had het Fort aan den Ham geen kanonnen in de keelkazematten , de betonnen constructies aan de achterzijde waar wapens stonden opgesteld. Dit was ook niet nodig, omdat het zwaardere geschut in de kazematten van het Fort bij Veldhuis en het Fort bij Krommeniedijk het omliggende gebied goed konden verdedigen. Wel waren de kazematten van het Fort aan den Ham voorzien van machinegeweren, waarmee de toegangsbrug en de omgeving onder vuur konden worden genomen bij een eventuele aanval.
De originele houten bergloods is bewaard gebleven. Deze loods werd gebruikt voor artillerie en materialen van militaire ingenieurs. Ook werd hier bijna alle huisraad opgeslagen wanneer het fort niet bemand werd, zoals meestal het geval was. Oorspronkelijk stond er ook een fortwachterswoning op het terrein, deze is in 1985 gesloopt.
Artillerie op afstand
Net als andere forten in de omgeving kreeg ook het Fort aan den Ham een nevenbatterij en een munitiemagazijn in zijn omgeving, waar buskruit bewaard werd. De in 1901 voltooide, betonnen batterij bevindt zich ten zuiden van het fort, in de hoofdverdedigingslijn die langs de verhoogde kade van de Nauersche Vaart tot de Dam loopt. Met de zware artillerie die hier opgesteld werd, kon de vijand op langere afstand onder vuur worden genomen.
Vrijwilligers redden het fort
Na de Tweede Wereldoorlog werd het fort door het ministerie van Defensie als opslagplaats voor luchtafweergeschut gebruikt. Tot eind 1984 woonde er een fortwachter in de fortwachterswoning. Deze woning werd een jaar na zijn vertrek gesloopt. Hierna stond het fort tien jaar leeg. In 1995 werd besloten om het fort open te stellen voor publiek. De Stichting Fort aan den Ham werd opgericht om het fort te renoveren en beheren. Met een enthousiaste groep vrijwilligers werd een aantal ruimten in de oorspronkelijk staat van rond 1910 hersteld, zoals het officiersverblijf, de keuken en de ziekenzaal.
Het fort huisvest tegenwoordig een militair-historisch museum, dat in het zomerseizoen op woensdagen en op de laatste zondag van de maand geopend is. Hier zijn exposities over de Stelling van Amsterdam, de Tweede Wereldoorlog en het ‘vergeten leger’ in Nederlands-Indië te bezoeken. Ook worden er regelmatig evenementen georganiseerd. Samen met Stadsherstel werkt Stichting Fort aan den Ham aan het verdere onderhoud van het fort. Zo is de bergloods in 2019 volledig gerestaureerd en in gebruik genomen als kunstenaarswerkplaats.
Hoog bezoek
Verschillende verenigingen zijn in de loop der jaren betrokken geraakt bij het Fort aan den Ham. Zo heeft de Alkmaarse scoutinggroep De Geuzen zich jarenlang voor het fort en de omliggende natuur ingezet. Als dank mocht zij een ruimte binnen het museum inrichten als scoutingtentoonstelling. De Amsterdamse tak van de Royal Air Force Association (RAFA) gebruikte een deel van het fort tussen 1996-2008 als ‘clubhuis’. Dankzij deze vereniging van oud-militairen van de Engelse Luchtmacht mocht het Fort aan den Ham op 8 april 1998 hoog bezoek verwelkomen. Prins Bernard landde die dag met een helikopter op de toegangsweg om de officiële opening van de RAFA bij te wonen. Op 23 mei 2003 werd het honderdjarig bestaan van het Fort aan den Ham gevierd met een daverend kanonschot in de aanwezigheid van de Generaal-majoor der Cavalerie.
Tekst: Jephta Dullaart (2012). In 2024 herzien door Oneindig Noord-Holland.
Meer informatie
Meer informatie over Fort aan den Ham is te vinden op de volgende websites:
- Stichting Fort aan den Ham
- UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies
- Stelling van Amsterdam, een stadsmuur van water
Publicatiedatum: 24/01/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.