De duivel op het ijs

Gerrit Jacob Boekenoogen (1868-1930) besloot in 1893 en 1894 een oproep te plaatsen in verschillende kranten. Als verzamelaar van oude volksverhalen vroeg hij of mensen hun lokale sprookjes en sagen naar hem wilde opsturen. Hij zal verrast hebben opgekeken van de honderden reacties. Vooral van arts Cornelis Bakker (1863-1933) uit Broek in Waterland ontving hij veel Noord-Hollandse volksverhalen, die op zijn beurt de verhalen verzamelde onder zijn patiënten. Een paar spannende volksverhalen spelen zich af in de ijskoude winter, waar twee schaatsers de duivel ontmoeten op het ijs. Lees en huiver…

>

Stadslegenden: de Bullebak van Amsterdam

Eeuwenlang, totdat halverwege de 19de eeuw de stadswallen werden geslecht, was er een waterspook of watermonster in Amsterdam dat de Bullebak heette. Dat wordt tenminste van generatie op generatie verteld – en dan moet het wel waar zijn.

>

Schimmige spokendans op de Oude Schans

Zonder armen of benen zweven ze langs de pakhuizen en boven het water van de Oudeschans. De spoken – want dat zijn het! – verschijnen voor het eerst op 8 oktober 1833. Een dikke week houden ze Amsterdam in de ban. Elke avond stromen de kijkers massaal toe.

>

Spookachtig Alkmaar: de hand uit het graf

Menig driftig kind kreeg vroeger de onheilspellende waarschuwing: ‘Pas maar op! Als je je moeder slaat, dan groeien je handen boven je graf!’ In Alkmaar wisten ze wel raad met dit dreigement. Stoute kinderen werden meegenomen naar een zeventiende-eeuwse grafzerk in de Grote- of Sint-Laurenskerk, waar naar verluid een kinderhand uit het graf groeide.

>

De hoofdenbakker van Muiden

In het Muiderslot hangt een bijzonder schilderij, waarop een aantal mensen met groene kolen als hoofd in een bakkerswinkel zit, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. De eigenaardige voorstelling toont de sage van de Bakker van Eeklo, een plastisch chirurg avant la lettre.

>

De goudschat van stolpboerderij De Strooppot

Stolpboerderij De Strooppot op Texel dankt haar naam aan een zoet en rijk verleden. Volgens de legende zou de indrukwekkende boerderij namelijk gebouwd zijn door een arme jutter, die dankzij geluk en bluf tot grote rijkdom kwam. In het verhaal van De Strooppot ligt de wensdroom van elke arme Texelaar verborgen.

>

De Groene man

De Groene man is een ornament in de vorm van een gezicht dat -deels- gemaakt is van bladeren, of een gezicht waar bladeren uit de mond (of soms oren, neus en ogen) stromen. Dit zeer intrigerende ornament is te vinden in middeleeuwse kerken, maar ook op gevels van oude huizen. Haarlem heeft maar liefst 69 Groene mannen in zijn binnenstad. Dit maakt Haarlem de stad met de – op Amsterdam na – meeste Groene mannen van Nederland! De Groene man wordt tegenwoordig onder andere gezien als het symbool voor de verbinding van de mens met de natuur. Maar werd hij altijd zo gezien? Lees verder over de speurtocht naar de betekenis van de Groene man.

>

De Sommeltjes: kabouters van Texel

Oostelijk van het dorp De Waal op Texel lag eeuwenlang een heuvel die in de volksmond Sommeltjesberg werd genoemd. De plaatselijke bevolking was ervan overtuigd dat er in de heuvel Sommeltjes woonden, een soort geesten of aardmannetjes. Deze Sommeltjes dansten in het maanlicht op de berg. Daar maakte men elkaar graag bang mee. De Sommeltjes stalen ook metalen voorwerpen en verstopten die in de berg.

>

Het spook van de Zeedijk

In juli 1753 klonk er een ijselijk gekerm, geklaag en geschreeuw over de Zeedijk in Amsterdam. De buurtbewoners lagen bibberend in hun bed. Huiszoekingen door de schout en zijn rakkers liepen op niets uit. Precies een eeuw later, in 1853, klonk op dezelfde plek opnieuw geluid. “Alsof een smartelijke stem door een scheeproeper schreeuwde”. Opnieuw was er geen bron van het geluid te vinden. Wat is de oorsprong van het enge geluid, dat tot twee keer toe over de Zeedijk klonk?

>

Trijntje Keever: lang en gelukkig?

‘Hé daar, koud boven?’ Dat moet de Edamse Trijntje toch wel vaak hebben gehoord; met haar lichaamslengte van 254 cm torende ze immers boven alles en iedereen uit. De ziekte waaraan zij leed, was waarschijnlijk acromegalie. In haar tijd, de zeventiende eeuw, een bezienswaardigheid, die op de kermis moest worden tentoongesteld.

>

De Dood en het meisje

Een schokkend bericht in Schuitemakers Purmerender Courant van 28 december 1887:

n

‘Woensdagmiddag [21 December] liet de vrouw van C. Hoek, wonende in een watermolen bij RUSTENBURG hare beide kinderen eenigen tijd alleen te huis, daar zij boodschappen moest doen. Toen zij terug kwam, vond zij het oudste, een meisje van 4 jaar, verkoold in haar stoeltje zitten. Het arme kind was levend verbrand.’

>

Het spookt op het kerkhof

1915 – Aardedonker was het op de Vuurlijn. Het grind knarste onder de laarzen van soldaat V. Hij was van Fort De Kwakel op weg naar het Fort aan de Drecht. Bij de opstelplaats voor het geschut boog hij af en vervolgde zijn weg over het Zijdelveld. Halverwege kwam hij een angstige bewoner tegen. “Het spookt op het kerkhof”, zei deze, “een dwaallicht danst over de zerken”.

>

De barre tocht van Lambert Melisz

Winter 1573. De Spaanse troepen gaven hun pogingen Holland terug te winnen niet op. In die pogingen kregen Waterland en de Zaanstreek het zwaar te verduren. Een Westzaner besluit met zijn oude slechtlopende moeder te vluchten…

>

De verdwenen boerendochter

De Tafelberg is het hoogste punt van het Gooi. Vanuit de Tafelberg kon je tot ver in de omgeving kijken. Op de arme zandgronden rond de Tafelberg groeide niet veel. ’s Avonds vertelden de erfgooiers rond  het vuur elkaar spannende vehalen. Een van die verhalen ging over de verdwenen boerendocher Machteld.

>

Mevrouw Jut in ‘De Liefde’

Wel eens op de kermis op de ‘Kop van Jut’ geslagen? Wie was die Jut eigenlijk? Waarom fungeert hij als zondebok? In de Haarlemse Ridderstraat is in de gevel van nummer 22 de gevelsteen ‘De Liefde’ aangebracht. In een huis met zo’n steen mag je ervan uitgaan, dat er in dit pand veel liefde heerst. Maar dat is niet altijd zo geweest.

>
NL | EN