Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie

Zwarte magie in Waterland

Aan het eind van de negentiende eeuw deed de arts Cornelis Bakker (1863-1933) veldwerk in Broek in Waterland en omgeving. Hij was niet alleen arts, maar ook verzamelaar van volksverhalen. Terwijl hij zijn patiënten bezocht, luisterde hij aandachtig naar wat ze te vertellen hadden. Zo nu en dan kwamen er bijzondere anekdotes voorbij over heksen, tovenaars en magie. Zoals over Herk Ooievaar, een mysterieuze boer uit Berkhout, en de voorspellende gaven van ‘toverkol’ Grietje Holleman uit Broek in Waterland.

Herk Ooievaar: de boer met het duivelsboek

In Berkhout, een dorp in Koggenland, leefde eens een boer die bekendstond als tovenaar: Herk Ooievaar. Volgens de dorpelingen had hij zijn kennis gehaald uit een geheimzinnig duivelsboekje. Dat boek was eerder in handen geweest van een schippersknecht, die het tevergeefs had geprobeerd te verbranden. Toen ook Herk van het boek af wilde komen, bleek het onmogelijk: niemand wilde het overnemen en zelfs het vuur kon het niet verteren. Het boek dwong hem zijn kunsten te gebruiken.

En die kunsten waren indrukwekkend. Tijdens een deftige visite wist Herk de hoofden van de aanwezigen te veranderen in dierenkoppen: de ene gast kreeg de snuit van een varken, een ander de kop van een spreeuw enzovoort. Het was allemaal tijdelijk en reden tot hilariteit, maar het liet wel zien dat hij de natuurwetten naar zijn hand kon zetten. Melk die niet wilde koken, warme chocolademelk die niet uitgeschonken kon worden – niets was Herk te veel.

Het dorpje Berkhout in de 18e eeuw, Collectie Provinciale Atlas Noord-Holland, Noord-Hollands Archief.

De macht om vast te zetten

Wat Herk vooral berucht maakte, was zijn vermogen om mensen of objecten stil te zetten. Wie met hem in aanraking kwam, merkte dat hij plotseling geen vin meer kon verroeren. Zo was er eens een brutale Duitse maaier, die tijdens de kerkgang van de dorpelingen openlijk stond te plassen. Herk vond dit zo onfatsoenlijk dat hij de man in deze houding bevroren heeft, zodat hij de hele kerkdienst zo moest blijven staan. Na afloop smeekte de man hem te laten gaan, waarna Herk de spreuk ophief.

Zelfs trekschuiten en rijtuigen konden door Herk stilgezet worden. Wie hem onbeleefd aansprak, merkte dat zijn boot niet meer vooruitkwam of dat de jaaglijn brak – totdat de schipper Herk vriendelijk verzocht hem te laten gaan. Ook de dominee van Berkhout, die niet geloofde in Herks tovenarij, moest eraan geloven. Toen hij zijn pijp wilde stoppen, kon hij zijn vingers niet meer bewegen. Zelfs zijn lepel kreeg hij niet meer naar zijn mond. Pas daarna was de dominee overtuigd.

De kerk van Berkhout, waarvoor Herk de Duitse maaier vastgezet zou hebben, 1791. Collectie Provinciale Atlas Noord-Holland, Noord-Hollands Archief.

De herinnering aan Herk

Decennia later leefde de herinnering aan Herk Ooievaar nog altijd voort. In de jaren vijftig van de vorige eeuw schreef een dorpsbewoner dat Herk zelfs bedelaars bij de poort kon stilzetten, om ze pas na een half uur weer los te laten. Ook vertelde men dat hij vanuit de huiskamer alle deuren van zijn boerderij tegelijk kon laten openen. Toen hij stierf, zo ging het verhaal, verdween ook het geheim van zijn zwarte kunst – tot opluchting van velen uit de omgeving.

Zo zou een tovenaar of alchemist aan het werk kunnen zijn geweest met zijn toverboek. Collectie Universitaire Bibliotheken Leiden .

Grietje Holleman: de kol van Broek in Waterland

Waar Herk vooral als een speelse, ietwat wraakzuchtige tovenaar werd herinnerd, hing rond Grietje Holleman (1823-1894) een veel duisterder sfeer. In Waterland werden heksen destijds nog ‘kollen’ genoemd en Grietje was één van de bekendste. Anders dan de meeste vrouwen die ongewild tot kol werden verklaard, leek Grietje genoegen te scheppen in haar duivelse reputatie. Ze vertelde openlijk dat haar geest ’s nachts over het water kon zweven en dat ze de dood kon zien aankomen.

Ook in haar jonge jaren toonde Grietje al onverklaarbare gaven. Toen ze werkte als meid bij een boer in Monnickendam, wist ze telkens exact te vertellen wat er die dag in het huishouden gegeten was – terwijl ze er helemaal niet bij was geweest. Toen de boer en boerin haar een keer op de proef stelden door iets heel ongewoons te koken en daarna alle pannen zorgvuldig schoon te maken, wist Grietje het nog steeds feilloos te raden. De boer kon niet anders concluderen: ‘Maar dan ben jij een kol!’ En Grietje werd prompt ontslagen.

Dorpsgezicht te Broek in Waterland, uit de tijd van Grietje Holleman. Collectie Provinciale Atlas Noord-Holland, Noord-Hollands Archief.

De gave van het voorgezicht

De verhalen over Grietje waren vaak angstaanjagend precies. Men zei dat ze ongelukken en sterfgevallen kon voorspellen. Zo keek ze eens langdurig naar een huis, van het dak naar de grond, en de volgende dag viel daar een schilder van zijn ladder. Ook kondigde ze geregeld sterfgevallen aan. Soms beweerde ze zelfs de lijkstoet al te zien naderen en maande ze omstanders om plaats te maken voor de doden die nog moesten komen.

Een ander verhaal vertelt dat ze eens, toen ze nog dienstmeid was, iets te hartelijk afscheid nam van een vertrekkende man. Haar werkgever vond dat vreemd en merkte op: ‘Je doet alsof je hem nooit terug zult zien.’ Waarop Grietje antwoordde: ‘Daar heb je gelijk in, want morgen is hij dood.’ En inderdaad verdronk de man niet lang daarna tijdens een schaatstocht. Uiteraard werden alleen dit soort verhalen, waarin Grietje gelijk kreeg, doorverteld. Maar ze had het niet altijd bij het rechte eind, zo merkte Cornelis Bakker op.

Broek in Waterland op een prentbriefkaart van rond 1900. Collectie Provinciale Atlas Noord-Holland, Noord-Hollands Archief.

De dood van Grietje

De arts ontmoette Grietje meerdere keren. Hoewel hij haar als een labiele vrouw omschreef, heeft hij van tovenarij nooit iets gemerkt. Haar fysieke gezondheid was onverwoestbaar. Eens zei ze spottend tegen hem: ‘Jij zult ook niet veel aan mij verdienen’, toen Bakker haar plaagde dat ze altijd zo gezond was. Enkele weken later werd ze dood aangetroffen langs de Monnickendammer Jaagweg. Had ze wellicht haar eigen dood al voorzien toen ze die opmerking maakte?

Volendamse familie voor een huis. De zittende vrouw is Neeltje Sier (1835-1899), van wie gezegd werd dat ze een ‘kol’ was. Het verhaal ging dat er op zekere dag een grote kikker in de slagerij van slager Rikus sprong. Zonder aarzelen hakte Rikus het beest in tweeën en op hetzelfde ogenblik stierf Neeltje. Men vond haar met haar hoofd in de vuurpot. Collectie Fotoclub Volendams Verleden, Waterlands Archief.

Kol als zondebok

Niet alleen Grietje, maar ook andere alleenstaande vrouwen in Waterland kregen het stempel van kol: de bejaarde weduwe Mie Roele met haar rode uitpuilende ogen als gevolg van een oogkwaal, Pietertje Huisman die aan het eind van haar leven krankzinnig geworden was en Trijntje Parrekiet die kon roken en drinken als een man. Vaak ging het om kwetsbare vrouwen, zoals weduwen, die door hun eigenaardigheden gewantrouwd werden door de gemeenschap.

De verhalen over hen dienden soms als verklaring voor allerlei tegenslagen. Waar Herk Ooievaar met zijn magie vooral voor verwondering zorgde, werden kollen verantwoordelijk gehouden voor ziekte, rampspoed en dood. Er werd vooral gevreesd voor kinderen, die ze graag ziek zouden maken. Als ‘bewijs’ voor een betovering gold de heksenkrans: een kluwen veren die soms in het hoofdkussen werd aangetroffen. Dit soort verhalen laten zien hoe diep angst, bijgeloof en sociale verwachtingen geworteld zaten in de dorpsgemeenschappen van Waterland.

‘The Witches’ Ride’, door William Holbrook Beard, 1870. Publiek domein, via Wikimedia Commons.

Tekst: Sarah Remmerts de Vries

Bron: Willem de Blécourt etc. (red.), Verhalen van stad en streek. Sagen en legenden in Nederland (Amsterdam 2010).

Publicatiedatum: 30/10/2025

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.