Heel vroeger leefde in Blaricum de rijke boer Klaas Roelfs. Samen met zijn mooie en levenslustige dochter Machteld leefde hij op zijn boerderij. Zijn vrouw was overleden. Machteld nam de taak van haar moeder op de boerderij over. Ze stuurde de meiden aan en regelde het huishouden.
Verliefd
Op een dag was er feest in Hilversum. De meiden en de knechten kregen vrij om pret te maken. Ook Machteld ging mee. Iedereen kende de mooie dochter van de rijke boer. Ze had aanbidders genoeg. Maar geen van de verliefde boerenjongens kon haar bekoren totdat ze Sjoerd de zeeman ontmoette. Hij had een breed postuur en een gebruind gezicht. Samen zwierden ze over de dansvloer en maakten plezier. Jaloerse blikken volgden het verliefde paar. De zeeman bracht haar naar huis en verklaarde zijn liefde aan Machteld.. Over een jaar kwam hij terug en wilde dan samen met haar verder leven. Machteld was tot over haar oren verliefd op de zeeman en knikte en zei dat ze op hem wilde wachten.
De volgende dag vertelde Machteld haar vader over Sjoerd. De boer reageerde woedend. “Wat…?” brulde hij. “Jij trouwen met zo’n verlopen snuiter? Jij, een dochter van het Gooi. Wil jij ons fiere bloed mengen met dat van vreemdelingen? “ Briesend keek hij zijn dochter aan en bezwoer dat die schande niet over zijn huis zou komen. Snikkend ging Machteld naar haar kamer, ze begreep haar vader niet. “Toch zal ik op hem wachten” zei ze zacht voor zich uit”.
Wanhopig
Eindelijk was het lange jaar om. Nu zou hij komen. Elke nacht, terwijl iedereen sliep sloop Machteld naar de heuvel. Vandaar kon ze de seinen zien van Sjoerds schip. Maar ze zag geen Sjoerd. Machteld werd steeds verdrietiger en begon er slecht uit te zien. De boer zag het met lede ogen aan. Een knecht fluisterde de bezorgde vader toe dat zijn dochter iedere nacht de deur uitglipte en alleen naar de berg ging. De boer besloot zijn dochter te volgen. Eenmaal op de berg slaakte zijn dochter een kreet. Zij zag in de verte een klein zwaaiend licht, dat moest Sjoerd zijn! Ze rende naar beneden over de heide naar de Zuiderzee. Haar vader holde achter haar aan.
Eindelijk kwam ze bij het water. In een stevige boot stonden twee mannen, De een had een lange rode baard en de ander slechts één oog. Waar was Sjoerd? De mannen vroegen haar in te stappen. “Sjoerd zendt ons om jou te halen. Hij wacht op je… Wil je hem verdriet doen? Wij brengen je naar Sjoerd . Dan zul je altijd gelukkig zijn.”
Een van de mannen droeg haar in de boot en ze voeren weg. Klaas Roelfs kwam te laat. Hij zag de boot in een gordel van stralend licht en leek te zweven over het water. Hij stond roerloos en verstijfd te kijken. Kleiner en kleiner werd de boot.
De wanhopige vader keerde naar huis terug. Zijn verdriet was groot en hij verwaarloosde zijn boerderij. Op een gegeven moment verkocht de verdrietige boer zijn boerderij en bouwde een herberg dicht bij de Tafelberg. Maar nauwelijks was het huis klaar of in een fel onweer werd de herberg door de bliksem verwoest. De volgende dag werd er tevergeefs naar Klaas Roelfs gezocht. Hij was en bleef spoorloos. Ook van Machteld werd ooit nog iets gezien.
Bron: Lit. Henk de Weerd WZ., Gooise legenden
Omslagfoto: Uitzicht vanaf de vernieuwde Tafelberg. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Publicatiedatum: 27/10/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.