Santpoort-Noord vernieuwde ‘buitenpoort’ naar de natuur
Vroeger bood de natuur bij Santpoort-Noord een manier om te ontsnappen aan de stad. Sinds vandaag kan men met de trein naar deze nieuwe ‘buitenpoort’.
>Vroeger bood de natuur bij Santpoort-Noord een manier om te ontsnappen aan de stad. Sinds vandaag kan men met de trein naar deze nieuwe ‘buitenpoort’.
>Buitenplaats Leeuw en Hooft in Heemstede was in de 18de eeuw in gebruik als kamferstokerij. Een slimme zet van een Amsterdams koopmansechtpaar, in een tijd dat een ‘buiten’ toch vooral een statusobject was.
>In Museum Kennemerland wandel je van de oertijd, via Romeinse forten, naar lome buitenplaatsen. Je ziet tapijten die Kennemer meisjes knoopten voor cruiseschepen. Tegenwoordig werkt de dynamiek van de IJmond door tot in Beverwijk.
>Aan de oever van de Amstel in Amstelveen vlakbij het Kalfje ligt een weiland waar tot 1822 het Huis Kostverloren stond. Dit kasteeltje zou gesticht zijn door Jan Benning, omstreeks het jaar 1500 schepen en burgemeester van Amsterdam.
>Simone Memel is sinds 2012 conservator bij Paviljoen Welgelegen. Welgelegen begon als een hofstede, werd verbouwd tot een enorme buitenplaats en is nu naast provinciehuis ook museum. Het heeft verschillende markante bewoners gekend, die allen sporen hebben nagelaten. Hoe ga je als conservator met zo’n rijksmonument om?
>De steenrijke koopman-bankier Henry Hope koopt in 1769 een buitenverblijfje aan de Dreef in Haarlem. Maar daar blijft het niet bij. Hope koopt alle omringende tuinen en huizen en hij begint aan een ongekend groot project: de bouw van Paviljoen Welgelegen.
>Alleen een straatnaambordje naast een weggetje in de weilanden tussen Nederhorst den Berg en Nigtevecht herinnert aan de buitenplaats Petersburg. Ooit tot in Siberië en Moskou bekend. Deze buitenplaats lag vlakbij de Vecht, zodat je er van Amsterdam makkelijk heen kon varen. Tsaar Peter de Grote heeft op het naar hem genoemde buiten gelogeerd.
>Ronde torens, classicistische pronktuinen of slotgrachten. In de late middeleeuwen telde Noord-Holland een groot aantal kastelen en burchten die het landschap van de provincie sterk bepaalden. Slechts een fractie van deze markante gebouwen heeft de tand des tijds doorstaan en kun je vandaag de dag nog in volle glorie aanschouwen. We hebben vijf fraaie verdedigingswerken en adellijke woningen voor je op een rijtje gezet.
>Kenmerkend voor Zuid-Kennemerland is het voorkomen van een groot aantal historische buitenplaatsen. Vanaf de 17e eeuw werd het natuurschoon van Kennemerland ontdekt door de stedelijke elite, vooral die van Amsterdam en Haarlem. Men liet in de 17e en 18e eeuw in de binnenduinrand en op de oude strandwallen landgoederen en buitenplaatsen aanleggen. Vooral aan de rand van het voormalige Wijkermeer kunnen we nog altijd een groot aantal buitenplaatsen vinden. Er ontstonden reeksen ten noorden, westen en zuiden van Haarlem.
>Na een jarenlang verblijf in Rusland kwam de koopman Christoffel (van) Brants in 1704 terug naar Nederland, waar hij zich in Amsterdam vestigde. Zoals vele rijke Amsterdamse kooplieden en regenten zocht ook hij een terrein aan de Vecht voor de aanleg van een representatieve buitenplaats. Zijn keus viel op ‘Huis ten Ham’ aan de Vecht bij Nederhorst den Berg.
>In de achttiende eeuw telde Amsterdam zo’n tachtig buitenhuizen voor de rijke burgerij. In de zomer kon men zo de stank van de grachten ontvluchten. Van al die buitenhuizen is er nog maar één over: Huize Frankendael, in de Watergraafsmeer. Een huis dat verbonden is met een lange geschiedenis en vele kleurrijke bewoners. Het huis is prachtig gerestaureerd en sinds 2008 toegankelijk voor publiek! Tegenwoordig wordt in de oude stijlkamers prachtige hedendaagse kunst tentoongesteld: een heel bijzondere combinatie. Vier keer per jaar wisselt de expositie.
>De Amsterdamse kooplieden beschouwden grondbezit in de Beemster als meer dan alleen een goede investering. Zij zagen de nieuwe droogmakerij ook als een rustoord voor in de zomermaanden. Op begaanbare afstand van de stad bouwden een reeks grotere en kleinere buitenplaatsen. Deze buitens verdwenen één voor één in de achttiende en negentiende eeuw, vrijwel zonder een spoor achter te laten…
>Het imposante Paviljoen Welgelegen kent een bijzondere geschiedenis. Nu zetelt er het provinciebestuur. Maar voordat het de functie van provinciehuis kreeg, was het een buitenverblijf, paleis en waren er meerdere musea in het gebouw gevestigd. Koning Lodewijk Napoleon en de moeder van koning Willem I, prinses Wilhelmina van Pruisen, hebben hier gewoond. Menigmaal zocht de koning zijn moeder hier op.
>Tussen 1832 en 1845 woonde Jacob van Lennep (1802-1868) op de buitenplaats Woestduin. Van Lennep is vooral bekend als schrijver, maar als politicus en advocaat heeft hij eveneens zijn sporen verdiend op maatschappelijk gebied. Als rijksadvocaat onderhield hij sterke banden met de regering en het koninklijk huis. Hij stond aan de basis van de oprichting van de Amsterdamse Waterleiding Maatschappij, het eerste systeem van waterleidingen in Nederland.
>Met hulp van het Russische en Pruisische leger kwam in 1813 een einde aan de Franse bezetting. De Nederlandse handel en nijverheid hadden zware klappen opgelopen en de schatkist was leeg. Aan de nieuwe vorst, koning Willem I, de taak om het land er weer bovenop te helpen.
>In de prachtige Vechtstreek zijn veel mooie buitenplaatsen te vinden. Kees Beelaerts van Blokland woont samen met zijn gezin op zo’n buitenplaats. Zijn Vreedenhorst is gelegen bij het dorp Vreeland, 700 meter de provincie Utrecht in. Het wonen op een buitenplaats is toch wel heel erg anders dan in een gewoon huis. Het neemt veel verantwoordelijkheid met zich mee. Verantwoordelijkheid richting de toekomst, maar vooral richting het verleden.
>Søren Ludvig Movig is vrijwel elke zaterdag te vinden op buitenplaats Wester- Amstel. Voor hem is Wester- Amstel een paradijselijk landschap dat ondanks zijn lange geschiedenis in essentie hetzelfde is gebleven.
>De oorspronkelijke naam voor het terrein is Rondombedrogen. De eerste bebouwing bestaat uit twee hofsteden. Het huidige Gooilust is gebouwd rond 1778-1786 door Gerrit Corver Hooft. Het landgoed werd in 1934 nagelaten door Louise Six aan Natuurmonumenten. Gooilust is de grootste buitenplaats van ’s-Graveland. Het heeft veel moois te bieden voor de wandelaar. Een fraaie ommuurde siertuin, een sterrenbos, een onlangs opnieuw aangelegd rondeel, en een rododendronvallei.
>Schaep en Burgh dankt zijn naam aan de stichter Abel Matthijszoon Burgh en zijn neef en erfgenaam Gerard Simonszoon Schaep. Het bestaande huis dateert van 1730. Sinds 1971 is Schaep en Burgh eigendom van Natuurmonumenten en sinds 1976 is het hoofdkantoor er gehuisvest. Achter het landhuis ligt een theehuis, het capitool, de locatie voor het radioprogramma Vroege Vogels. Op het landschappelijk fraaie terrein bevinden zich verder onder meer nog een slangenmuur en een ijskelder.
>