Vanaf 1610 verscheen het huis met z’n karakteristieke toren op prenten, tekeningen en schilderijen van bekende Amsterdamse kunstenaars als Rembrandt, Ruisdael en Hobbema. Daardoor is Kostverloren in de internationale kunstwereld bekend geworden. Op het weiland werd in 1994 een opgraving uitgevoerd, omdat de eigenaar van de grond het huis op de oude plek wilde herbouwen. Vanwege de kans dat dit schade kon toebrengen aan de archeologisch waarden in de bodem, werd het proefonderzoek verricht. De resultaten verschenen kort geleden in druk.
Kostverloren herontdekt door opgravingen
Dankzij de opgraving kon worden bepaald dat er inderdaad nog resten in de bodem waren en waar de funderingen precies lagen. Bij de opgraving zijn zowel huis als tuin onderzocht. Kostverloren bleek veel ouder dan gedacht, want al rond het jaar 1425 was er een houten toren (circa 8 bij 8,5 m) in vakwerkbouw geplaatst op een stenen voet. Hij had een dakbedekking van rode platte daktegels en was omringd door een gracht. Dergelijke houten woontorens zijn uiterst zelden teruggevonden in Nederland. De toren bleek sterk te zijn verzakt, vandaar de naam van het kasteeltje. ‘Kostverloren’ wijst namelijk op het teniet gaan van de erin gestoken moeite en geld. Tot de bijzondere vondsten uit deze tijd behoorden een onderdeel van een ‘haakbus’ en een ruiterspoor, maar ook een houten kinderklompje.
Verbouwingen
In de loop der eeuwen heeft men flink geworsteld met de slappe venige bodem onder Kostverloren. Kort na 1460 werd het vernieuwd door de bouw van hoektorens en omstreeks 1500 verscheen de karakteristieke toren op de noordoosthoek. Deze toren is eeuwenlang beeldbepalend geweest voor Kostverloren. Eind 16e eeuw was het gebouw zo slecht dat de gehele grachtmuur opnieuw moest worden opgetrokken om gefundeerd te worden op heipalen. Maar al in 1658 werd alles weer afgebroken, waarbij alleen de bekende noordoosttoren bleef staan. Van dit moment heeft Jacob van Ruisdael een prachtig schilderij gemaakt met het toen desolate gebouw, waaraan bouwvakkers bezig waren.
Buitenplaats met rijke tuinaanleg
Het na 1658 ontstane huis werd vanaf 1708 alweer ingrijpend verbouwd, waarbij ook de tuin is gemoderniseerd. De resident (zaakwaarnemer) van de Spaanse koning baron Delmonte en zijn zoon waren hiervoor verantwoordelijk. Kosten nog moeite werden gespaard om een indrukwekkend complex te creëren. Zo kwam er onder meer een ‘schelpengalerij’ met ‘grotwerk’. Hiervan zijn de exotische gesteenten, schelpen, koraal en grote brokken ‘bergkristal’ teruggevonden. Grotwerk komt in Nederland nog zelden voor en is archeologisch nauwelijks onderzocht; een dergelijke collectie is daarom een unicum.
De teloorgang van Kostverloren
Na de tijd van Delmonte ging het geleidelijk achteruit met het buiten en in 1822 werd het gesloopt. Het terrein waar ooit het Huis Kostverloren stond, bewaart sindsdien vele tastbare resten en herinneringen aan het leven dat zijn bewoners leidden. Het kasteeltje mocht overigens niet herbouwd worden vanwege de ligging in het beschermde Groengebied Amstelland. De eigenaar die de herbouw initieerde is ondertussen overleden.
Zowel deze plek als de vondsten in het Provinciaal Depot voor Archeologie Noord-Holland (Huis van Hilde) vormen een belangrijke bron voor onze kennis van dit verleden.
Auteur: Gerard Alders, AldersArcheo Noord-Holland
Bron: G.P. Alders (red.) e.a. 2018: Kostverloren te Amstelveen. Archeologisch onderzoek naar kasteel en buitenplaats aan de Amstel (ca. 1425-1822). [Noord-Hollandse Archeologische Publicaties – 7], Castricum.
Publicatiedatum: 25/06/2018
Vul deze informatie aan of geef een reactie.