De liefde voor Welgelegen
In april 1807 bezoekt Lodewijk Napoleon (1778-1846) Haarlem en bezichtigt hij Welgelegen voor de eerste keer. Hij was toen net één jaar koning van Holland. In juni 1806 kwam hij samen met zijn echtgenote Hortense de Beauharnais (1783-1837) en hun twee zonen: Napoléon Charles en Napoléon Louis, aan in Den Haag.
De eerste eigenaar van Welgelegen, de Oranjegezinde Henry Hope (1735-1811), voelde zich door het oprukkende Franse leger niet meer veilig in Nederland en vlucht al in 1794 naar Engeland. Pas in 1807 zou hij de buitenplaats overdragen aan zijn aangenomen zoon John Williams Hope (1757-1813). Kort daarop volgde het eerste bezoek van Lodewijk Napoleon, broer van de Franse keizer. Een jaar later zou John, na lang twijfelen, de hofstede Welgelegen samen met 19 andere percelen voor fl. 300.000, – verkopen aan Lodewijk.
Op 20 augustus 1808 tekent Lodewijk Napoleon het koopcontract voor de buitenplaats in Haarlem. Twee maanden later, op 21 oktober 1808, draagt John Welgelegen mét meubilair aan hem over. Het neoclassicistische landhuis met openslaande ramen sprak Lodewijk erg aan en hij geeft het liefkozend de naam ‘pavillon’. Vanaf dat moment zou het Paviljoen Welgelegen genoemd worden.
Meubelen in Empirestijl
Tijdens zijn regeerperiode maakt Lodewijk Napoleon gebruik van een aantal paleizen. Hij stelde daarvoor een intendant aan om zaken op orde te stellen. De koning wilde namelijk al zijn woonverblijven in Holland inrichten volgens de nieuwe Empirestijl die onder Napoleon tot ontwikkeling was gekomen.
Ondanks dat hij weinig gebruik maakt van zijn pavillon bemoeit hij zich intensief met de inrichting van het huis en de aanleg van het park. Regelmatig werden meubels en kunstwerken uit andere paleizen overgebracht naar Haarlem. Zo liet hij op 17 mei 1810 de intendant van het Koninklijk Huis, J.A. Twent van Kortenbosch, weten dat het bed van de koningin uit het Huis ten Bosch naar het Paviljoen verstuurd diende te worden.’(…); Ik verlang, dat het Zelve zich morgen avond in mijne Slaapkamer aldaar bevinde.’
Van de Empire meubelen die deel uitmaakten van het interieur van Welgelegen is slechts een klein deel bewaard gebleven. Op het Paviljoen bevinden zich diverse meubelen, waaronder een trumeau, een kamerscherm, een tafel, een gemakje en stoelen uit de tijd van Lodewijk Napoleon. De parketvloer dateert uit 1996 en is een getrouwe kopie van de oorspronkelijke vloer.
Chambre à Coucher du Roi
Uit een inventarislijst van juli 1810 is op te maken dat de koning zijn vertrekken had aan de Dreef-zijde van de zijvleugel op de bel-etage. De slaapkamer ofwel Chambre à Coucher du Roi was gesitueerd in de uiterst noord-westelijke hoek van de zijvleugel. Daarnaast lagen het Cabinet de Toilette, een slaapvertrek, een garderobe, een tweetal kabinetten en een kleine bibliotheek. Dan waren er nog de Salon du Roi en de Salon de Service.
De vertrekken aan de tuinzijde waren bestemd voor leden van de hofhouding. Uit dezelfde inventarislijst blijkt dat er ook rekening was gehouden met het verblijf van koningin Hortense en hun zoon Napoléon Louis. Zo zijn de Chambre à coucher de la Reine en de Chambre à coucher du Prince Royal gesitueerd in de oostelijke hoekpaviljoen van het paviljoen.
De bewaarder van het Paviljoen
Het huidige historische vertrek dat is ingericht ter nagedachtenis aan Lodewijk Napoleon bevindt zich op de eerste etage in het hoekpaviljoen. Dit heeft te maken met Cornelis Gonnet (1842-1926) die in 1880 door de rijksoverheid werd aangesteld als ‘bewaarder van het paviljoen’. In die functie mocht Gonnet vanaf 1880 in dit deel van het huis verblijven.
Er wordt aangenomen dat ten tijde van Henry Hope hier de gastenverblijven waren. Hier was een bibliotheek ingericht en bevond zich een badkamer. Negen jaar na zijn komst liet Gonnet in zijn appartement twee historische vertrekken inrichten die voor het publiek toegankelijk waren: De slaapkamer van Lodewijk Napoleon en de kamer van prinses Wilhelmina van Pruisen (1751-1820).
Het bed van Lodewijk Napoleon
Het ledikant werd in november 1895 door Gonnet (Staat der Nederlanden) op een veiling bij Frederik Muller te Amsterdam gekocht. Als een bed dat afkomstig zou zijn van Welgelegen en waar Lodewijk Napoleon van gebruik zou hebben gemaakt.
In opdracht van de Minister van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming is het ledikant in 1942-1943 door het Rijksmuseum geïnventariseerd als BK-15481. Het ledikant, waarvan de vier stijlen een Athenakop dragen, is toen weggehaald en ondanks een brief van de Minister in april 1943 niet teruggebracht. Na uitvoerig overleg met het Rijksmuseum kon worden vastgesteld dat het ledikant in het depot van het Rijksmuseum eigendom is van de Provincie Noord-Holland. Een van de belangrijkste motieven hiervoor zijn de etiketten de op de onderzijde van het bed te vinden zijn. In 2008 is het ‘Rijksmuseum-bed’ teruggekeerd op Welgelegen en vervolgens gerestaureerd.
Het ongelukkige huwelijk van Lodewijk en Hortense
Lodewijk Napoleon had een zwak gestel en leed aan reuma. Hij zag het dan aanvankelijk ook niet zitten om naar het koude en natte Holland te gaan. Toch eiste zijn grote broer Napoleon dat hij de tot dan toe niet bestaande Hollandse troon zou bestijgen. Zijn eigen wens voor een carrière als schrijver was absoluut onbespreekbaar.
Daarnaast dwong Napoleon zijn stiefdochter Hortense en zijn broer Lodewijk Napoleon om met elkaar te trouwen. Door haar huwelijk met Lodewijk Napoleon werd zij in 1806 koningin van Holland. Het was geen gelukkig huwelijk en het paar leefde hoofdzakelijk gescheiden.
Een maand na Lodewijk Napoleons eerste bezoek aan Welgelegen slaat het noodlot toe. Hun oudste zoon Napoléon Charles (1802-1807) sterft op 4 mei aan kroep. Kroep is een ademhalingsziekte waarbij de binnenkant van de keel opzwelt en de normale ademhaling wordt belemmerd. De ziekte treft voornamelijk kinderen, tussen de leeftijd 6 maanden en 6 jaar. Hortense keert diepbedroefd terug naar Parijs. Ze neemt haar jongste zoon Napoléon Louis (1804-1831) mee en laat haar man achter in Holland. Ondanks dat het huwelijk geen succes was, werd een jaar later hun derde zoon geboren: Louis-Napoléon Bonaparte (1808-1873).
Vlucht in de nacht
Lodewijk Napoleon nam zijn taak als koning van Holland serieus. Hij nam taallessen om het Nederlands onder de knie te krijgen en na zijn hulp bij de Leidse buskruitramp op 12 januari 1807 werd overal in Holland Lodewijk de Goede geroepen.
Toch was er ook veel kritiek op de koning van Holland. Op pamfletten werd hij uitgemaakt voor tiran, onderdrukker, plunderaar en moordenaar. Zijn vrouw werd de ‘Fransche hoer’ genoemd. De kritiek op zijn koningsschap richtte zich op zijn Franse afkomst en zijn spilzucht. Nederland was in die tijd straatarm en Lodewijk gaf enorme bedragen uit aan het inrichten van zijn paleizen.
Lodewijk Napoleon koos steeds vaker voor de belangen van de bevolking en tégen die van de Franse keizer. Dat irriteerde Napoleon in hoge mate zodat hij zijn jongere broer regelmatig tot de orde riep. Uiteindelijk ontstond er een onhoudbare situatie die resulteerde in de troonafstand van Lodewijk Napoleon.
Op 1 juli 1810 tekent Lodewijk Napoleon de acte van abdicatie op Paviljoen Welgelegen. In de nacht van 2 op 3 juli verlaat hij Welgelegen via de achterdeur. Naast deze deur bevindt zich een plaquette met een citaat uit de afscheidsproclamatie van Lodewijk Napoleon: Hollanders, Nimmer zal ik een goed en deugdzaam Volk vergeten, zooals gy zyt: Myne laatste gedachte, zoowel als myne laatste zugt, zullen voor uw geluk zyn.
Hij vlucht naar Wenen, neemt de titel aan van graaf van Saint-Leu en kiest vrijwillig voor een ballingschap. Hun zesjarige zoon Napoléon Louis wordt door zijn vader tot koning van Holland benoemd. Twee weken lang, van 1 juli tot 13 juli 1810, fungeert Hortense als zijn regentes. Aangezien Napoleon niet verlangde dat Hortense zich bij haar in ongenade gevallen echtgenoot zou voegen, kon zij in Parijs haar oude leefwijze hervatten.
Begin oktober 1810 verklaart Napoleon het Paviljoen tot de domeinen van de Franse Kroon. Ondanks dat Lodewijk Napoleon maar kort op Welgelegen heeft gewoond, probeert hij er na het aftreden van zijn broer aanspraak op te maken. Na een driedaagse zitting van de rechtbank op het stadhuis van Haarlem wordt zijn eis afgewezen.
Auteur: Judith van Amelsvoort
Met dank aan: Simone Memel, conservator Paviljoen Welgelegen, Provincie Noord-Holland.
Bronnen:
- Paviljoen Welgelegen 1789-1989. Van buitenplaats van de bankier Hope tot zetel van de provincie Noord-Holland. M.H.E. Zoetmulder, Het Paviljoen Welgelegen als woonhuis: het interieur in de periode 1789-1820 p. 80, 200, 203
- Gerrit Bosch, Paviljoen Welgelegen. Buitenplaats, paleis, museum en provinciehuis, Haarlem 2011, p. 30, 65-69
- Bart Verheijen, Nederland onder Napoleon, Partijstrijd en natievorming 1801-1813, p. 134-135.
- De Fabryck – Bureau voor Gebouwhistorisch Onderzoek, Paviljoen Welgelegen : Herkomst Historische inboedel, p. 74 en 75.
- Rijksmuseum
- Wikipedia
- Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland (DVN)
Omslagfoto: Detail van het hemelbed in Paviljoen Welgelegen. Foto: Judith van Amelsvoort, 2021.
Publicatiedatum: 01/11/2021
Vul deze informatie aan of geef een reactie.