Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Binnenkijker: stolpboerderij met voorhuis

Voor de serie ‘Binnenkijker’ van Boerderijenstichting Noord-Holland gaat agrarisch erfgoed specialist Anna Groentjes op bezoek bij bijzondere stolpboerderijen. Trotse eigenaren vertellen haar alles over de geschiedenis en het interieur van de stolp. De interieurs verschillen nog meer van elkaar dan de buitenkanten. Bij woonboerderijen zien we de zoektocht naar het toepassen van nieuwe functies, op basis van de oorspronkelijke indeling. Deze keer reist Anna af naar een stolpboerderij met voorhuis in Winkel.

>

Op verkoopcursus bij modehuis Gerzon

Stel, je bent een jonge vrouw en gaat aan de slag als verkoopster bij het chique modehuis Gerzon. Voor je in de winkel mocht staan, kreeg je in de jaren 1920 eerst een spoedcursus verkopen. Het boekje ‘Lessen voor de verkoopster’ geeft een kleurrijke indruk van het leven achter de toonbank, honderd jaar geleden.

>

Nieuwe lichtbron tovert de stad om in een sprankelend spektakel

De donkere nacht is bijna verdreven. Loop op een vrijdagavond door het centrum en zie hoe de Nieuwendijk wordt verlicht door etalages, hoe cafés het Leidseplein beschijnen. Publieke straatverlichting is amper nodig. Andere lichtbronnen bepalen de sfeer. Zo kennen we de stad. Voor de negentiende-eeuwse Amsterdammers was het een ommekeer, dankzij de ‘gaz-illuminatie’.

>

Tesselschade kijkt al 150 jaar om naar de ander

Menig Haarlemmer kent Tesselschade alleen van de handwerkwinkel aan de Grote Houtstraat. De winkel, met ouderwets ijzeren uithangbord boven de onopvallende etalage, is al bijna even oud als de vereniging zelf. Sinds 1871 ondersteunt Tesselschade vrouwen bij het zelfstandig werken en studeren. De oudste vrouwenvereniging van Nederland maakt daarbij geen onderscheid, maar gunt ‘Elck syn waerom’.

>

‘Graaf Willem II’ opent droomfiliaal HEMA

Behalve met Vroom & Dreesmann en KOFA Spruyt zijn veel mensen in Alkmaar zeker bekend met het warenhuis dat de tand des tijds wél heeft doorstaan: de HEMA. Oftewel de ‘Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam’. Volgens de website van de HEMA was de winkelformule vanaf het begin bedoeld voor de ‘gewone man’. Het bedrijf werd opgericht door directieleden van de Bijenkorf met de succesvolle Woolworth-winkels in Amerika als voorbeeld. Hoewel de eerste HEMA al in 1926 in Amsterdam opende, duurde het nog tot 1959 voordat Alkmaar een vestiging kreeg. Dit had er voornamelijk mee te maken dat Alkmaar als een te kleine stad voor een vestiging werd gezien.

>

Amsterdamse winkelpuien in oude glorie hersteld

Welkom terug in de wereld van de pilasters, dorpelstenen, luifels, portieken en lichtbakken – de wereld van de historische winkelpui. Als het aan Monumenten en Archeologie van gemeente Amsterdam ligt, bezigen we bovenstaande begrippen weer alledag. Want een mooiere winkelpui zorgt voor een mooiere stad.

> Book 1 min

Of je worst lust

Pas vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw werd een slager pas een slager genoemd. Daarvoor werd ‘degene die geslachte dieren in verkoopbare stukken hakt’ een vleeshouwer genoemd. Noord-Hollandse slager Ben van den Berg vertelt over dit eeuwen oude beroep. Postma Vleeswaren is gevestigd in Haarlem en werd begin dit jaar uitgeroepen tot landskampioen ‘Worstmakerij van het jaar 2020’. De slagerij is aangesloten bij het Worstmakersgilde en de Vereniging voor Worstmakende Ambachtelijke Slagers. In de middeleeuwen waren de ambachtslieden ook verenigd in gilden, zo blijkt als we in de geschiedenis van de Noord-Hollandse slager duiken.

>

Nostalgische waren in een monumentaal pand

Op nog geen vijf minuten lopen van de Alkmaarse kaasmarkt ligt een bijzondere winkel, waar al generaties lang borstels en klompen verkocht worden. Het pand met karakteristieke houten winkelpui is een monument. Hierdoor zijn veel authentieke details nog hetzelfde als vroeger.

>

Drukte in de Kalverstraat: Historisch winkelen

Hoewel winkelen tegenwoordig niet meer weg te denken is uit onze maatschappij, was het eind negentiende eeuw een gloednieuw verschijnsel. Een historisch perspectief op het winkelen in de hoofdstad.

>

De prenten van Frans Buffa & Zonen

De kunst-voor-iedereen-gedachte bestaat al langer dan je zou denken. De kunsthandel Frans Buffa & Zonen uit Amsterdam was hier meester in. Zij behaalden grote successen met hun gegraveerde reproducties van bestaande kunstwerken.

>

De HH. Petrus en Pauluskerk in Den Helder

Een katholieke jeugd in Den Helder in de jaren vijftig en zestig. Het klinkt weinig buitenissig, maar in de terugblik van oud-Heldenaar Hans van Rossum lijkt het toenmalige katholicisme van een andere wereld. Aantekeningen bij een geleidelijk afscheid van de kerk.

>

Shoppen in het Amsterdam van de zeventiende eeuw

De Kalverstraat, de Nieuwendijk, de Negen Straatjes, de P.C. Hooftstraat en nog veel meer: Amsterdam is een echte winkelstad waar voor elk wat wils te vinden is. Ook in de zeventiende eeuw was Amsterdam al een shopping walhalla. Het leven in Amsterdam draait en draaide om handel. Uit de omgeving brachten boeren dagelijks hun dagverse producten naar de binnenstad, evenals handelsschepen, afgeladen met koopwaar van over de hele wereld. Hoe ging het winkelen er aan toe in het zeventiende-eeuwse Amsterdam?

>

Hofleverancier Otto’s in Broek op Langedijk

Piet Otto (1855-1940) begon als een marskramer met ambulante handel in schrijfwaren en papier maar ook koolmessen. Als jongeman trok hij er op de fiets en lopend vanuit Broek op Langedijk op uit naar onder andere Warmenhuizen, Schoorl, Bergen om zijn handelsproducten te verkopen.

>

Hofleverancier: Faber Schoenen

“Hofleverancier” een predicaat om trots op te zijn. Een flink aantal Noord-Hollandse bedrijven heeft dit predicaat. Het getuigt onder meer van een rijke bestaansgeschiedenis, kwaliteit en een goede reputatie in de regio. Aan het woord Faber Schoenen.

>

Spijkerbroek in Alkmaar

In de jaren zestig verruilde een nieuwe generatie jongeren de kamgaren pantalon voor een spijkerbroek. Deze spijkerbroek of ‘jeans’, zoals de Amerikanen zeggen, werd het kenmerk van een nieuwe generatie en het symbool van protest tegen de gevestigde orde. Vets kledingbedrijf aan de Langestraat te Alkmaar haakte als een van de eersten in op dit verschijnsel en werd zelfs dé promotor van de spijkerbroek in Noord-Holland boven het IJ.

>

Modepaleizen in Amsterdam

Modepaleizen in Amsterdam, wie kent ze niet: majestueuze gebouwen als dat van de Bijenkorf op de Dam, Metz & Co in de Leidsestraat en het ‘Hirschgebouw’ op het Leidseplein? Minder bekend is echter dat in die gebouwen, die veelal dateren uit het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw, modehuizen of warenhuizen met belangrijke modeafdelingen waren gevestigd die zich aanvankelijk alleen richtten op een select publiek dat het aanbod van haute couture en luxe confectie kon bekostigen.

>

De Bijenkorf: chique speciaalzaak of chaotisch koopjesparadijs

“Om me heen stormden mensen als beesten op de rekken af. Ik wilde een tasje pakken, maar voor ik er erg in had griste iemand het alweer uit mijn handen. Ellebogen porden in mijn zij, handen trokken aan mijn jas. Leuk shoppen in de Bijenkorf? Het was een gekkenhuis.” Aldus Lola, een 24- jarige studente die zich één keer aan de drie Dwaze Dagen in de Bijenkorf heeft gewaagd. Het warenhuis begon ooit als een chique speciaalzaak voor rijke en nette mensen. Anno 2015 wil het grootse warenhuis weer terug naar het luxe imago van weleer.

>

Elk dorp heeft zijn eigen tante Mar

In Noord-Holland wemelt het van de dorpen en elk dorp had vroeger ook nog eens zijn eigen nering. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde dat in rap tempo. De dorpelingen werden mobieler, de supermarkten kwamen op en in de loop van de jaren verdween de bedrijvigheid uit vele dorpen. Op oudejaarsdag 1973 sluit de allerlaatste winkel van Driehuizen de deuren: het winkeltje van tante Mar.

>

60 jaar Vrijwillige Brandweer op Marken

Voor 1950 was de brandweer van Marken een plichtbrandweer die bestond uit weerbare mannen die niet in militaire dienst waren en daarom op het eiland moesten werken. Wie geen interesse had kon zich afkopen door storting van van 25 gulden in de gemeentekas. Wanneer deze plicht werd ingesteld kon men in de stukken niet meer terug vinden. Deze brandweer kwam eenmaal per jaar bijeen en ontving daar kwartje per uur voor. Een brand kan ik mij nog wel herinneren, in 1946 tijdens het bevrijdingsfeest op het kerkplein. Een vuurpijl was terecht gekomen in een hooistolp en dat was brand. Dit alles tijdens het gemaskerd bal dat plaatsvond naast de hooistolp. Even later liepen alle deelnemers met een masker op emmertjes water door te geven om de brand te blussen.

>