Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

De HH. Petrus en Pauluskerk in Den Helder

Een katholieke jeugd in Den Helder in de jaren vijftig en zestig. Het klinkt weinig buitenissig, maar in de terugblik van oud-Heldenaar Hans van Rossum lijkt het toenmalige katholicisme van een andere wereld. Aantekeningen bij een geleidelijk afscheid van de kerk.

Mijn vader had in 1955 een kruidenierszaak in de Keizerstraat overgenomen en daarom verhuisde ons gezin naar Den Helder. De VIVO-winkel werd niet echt een succes en is uiteindelijk in 1967 van de hand gedaan. Ik heb mij later wel eens afgevraagd of ons geloof niet een van de oorzaken van de teloorgang was. Als katholieke nieuwkomer in Den Helder zonder familie zocht je steun bij geloofsgenoten. De winkel was echter vanaf 1924 in handen van de gereformeerde grutter Van der Plaat geweest. Het is bij een dergelijke winkelovername niet zo dat je met de plantage ook de slaafgemaakten overneemt.

De overwegend gereformeerde klantenkring van Van der Plaat stond het na zijn vertrek natuurlijk vrij om kruideniers van eigen gereformeerde richting te kiezen, zoals bijvoorbeeld Simon de Wit. De katholieke klandizie in de buurt was toen al verdeeld. De verzuiling werkte dus niet voor maar tegen ons. Wij moesten het juist hebben van klanten die buitenkerkelijk waren. Slechts enkele katholieke middenstanders uit de straat kozen er uit solidariteit voor om boodschappen bij ons te doen. Zoals de familie Zwagerman voorbij de bocht in de Keizerstraat. Hun viswinkel was vlak naast de VIVO-winkel van Beije met hetzelfde assortiment en dezelfde prijzen als bij ons, alleen was kruidenier Beije niet katholiek.

De Keizerstraat in Den Helder met de VIVO-winkel in het tweede pand van rechts. Beeld: familiearchief Van Rossum.

Waterstaatskerk

Onze kerk was de HH. Petrus en Pauluskerk aan de Kerkgracht, een zogeheten Waterstaatskerk uit de eerste helft van de negentiende eeuw. In die tijd hoorde, merkwaardig genoeg, de kerkenbouw in ons land tot de eindverantwoordelijkheid van het Ministerie van Waterstaat. De Waterstaatsingenieur Hendrik Dansdorp heeft de kerk ontworpen in de bij het departement gangbare neoclassicistische stijl.

Die leverde vaak de wonderlijke combinatie op van een klassieke Griekse tempelgevel met zware zuilen die een fronton dragen en daarboven een houten klokkentorentje. De zuilen en het fronton zijn bij de bouw van onze kerk uiteindelijk wegbezuinigd maar een torentje was natuurlijk onmisbaar. Binnen zijn de zware zuilen wel te vinden. Het bouwwerk is in 1840 in zeven maanden uit de grond gestampt. De inwijding op 6 oktober ging in een bedachtzamer tempo en moet uren geduurd hebben: tijdens de plechtigheid, begonnen om zeven uur ’s ochtends, werd de prille Petrus en Paulus op vele plekken gezalfd. Twaalf wijdingskruisjes op de binnenmuren herinneren daar nog aan.

De HH. Petrus en Pauluskerk in Den Helder, voorgevel. Beeld: familiearchief Van Rossum..

Misdienaar

Ik was geen kind aan huis in de Petrus en Paulus maar was er wel regelmatig als misdienaar te vinden om pastoor Bakker te assisteren. De communie heb ik dan ook heel wat keren in gezegende vorm tot mij genomen. De verorbering van het ‘lichaam van Christus’ was met veel taboes omgeven. In de eerste plaats moest je nuchter zijn om de communie te mogen ontvangen. Als je wel had gegeten liep je een groter risico om over te geven en dan zou je zomaar het lichaam van Christus hebben uitgekotst. Een ander belangrijk verbod was om te kauwen op de hostie. Je moest zuigen tot de hostie verdwenen was. Misschien was dat wel om te vermijden dat er resten van Corpus Christi tussen je tanden bleven zitten.

Pastoor Bakker was binnen en buiten de kerk altijd makkelijk te herkennen aan zijn tonsuur, een kaalgeschoren rondje op de kruin. Je had vroeger bij de rooms-katholieke geestelijkheid het onderscheid tussen de kleine en de grote tonsuur, toepasselijk de Petrustonsuur en de Paulustonsuur geheten. Laatstgenoemde was kenmerkend voor leden van kloosterordes. Eigenlijk was de Petrustonsuur van pastoor Bakker toen al in onbruik aan het raken.

De HH. Petrus en Pauluskerk in Den Helder, altaar. Beeld: familiearchief Van Rossum.

Biecht

Katholieken kunnen hun gang maar gaan omdat hun zonden door te biechten toch wel worden vergeven. De rest van de mensheid heeft die escape niet en zal in het hiernamaals moeten boeten voor al haar openstaande zonden. Maandelijks liepen we met de hele klas van de Sint Jozefschool langs de Polderweg naar de Petrus en Paulus om te gaan biechten. Wie gaat biechten moet ook iets te biechten hebben. Je kon niet aankomen met ‘Vader, ik heb geen enkele zonde begaan’. We waren ook wel zo verstandig om niet door te slaan naar de andere kant en schunnigheden en moordneigingen als zonden op te noemen.

De gulden middenweg was wat zonden te kiezen die nog wel door de beugel konden. In mijn geval was dat altijd: zonde 1, snoep pikken uit de winkel en zonde 2, mijn moeder uitschelden. Dan sprak de biechtvader de verlossende woorden “Ik ontsla u van uw zonden in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, Amen” en kreeg ik een boete opgelegd van een aantal Onze Vaders en Weesgegroeten. Het was een rituele dans van twee kanten. De biechtvader vroeg ook nooit: ‘Zeg, heb je dat de vorige keer niet ook al gebiecht?’ of ‘Wanneer houd je nou eens op met dat pikken en schelden?’

De HH. Petrus en Pauluskerk in Den Helder, ingang. Beeld: familiearchief Van Rossum.

Verwijdering

Later toen ik geen misdienaar meer was gingen we met de hele familie, vader, moeder en zeven kinderen, naar de kerk en zaten we een paar rijen van het altaar verwijderd. Toen hoorde ik pas goed dat veel kerkgangers, mijn vader incluis, de Latijnse gezangen vroom meezongen zonder de tekst te kennen. Tot aan het langgerekte en verlossende “Amen”.

Veel roddels in de winkel gingen ook over de katholieke schijnheiligheid: “Ze zitten wel vooraan in de kerk maar ze hebben maar drie kinderen.” Ik herinner me dat mijn vader met enige bewondering sprak over de man die nooit meer een voet in de kerk zette nadat de koster hem daar had gesommeerd zijn sigaar te doven. Toen ik eenmaal als tiener zelfstandig naar de mis ging bleef ik uit het zicht op het balkon van de Petrus en Paulus of helemaal achterin of ik spijbelde. Daarna was het kerkbezoek voorgoed voorbij tot het requiem van eerst mijn moeder en toen mijn vader. Bekijk je als gelovige de kerk van binnen naar buiten, dan zie je door de gebrandschilderde ramen de mooiste kleuren. Maar kijk je van buiten naar binnen dan is alles grauw en grijs.

De HH. Petrus en Pauluskerk in Den Helder, interieur. Beeld: familiearchief Van Rossum.

Rooms en gereformeerd

De grootste fout die ik in mijn leven heb gemaakt was om me te verloven met een gereformeerd meisje. Er is geen grotere tegenstelling mogelijk dan tussen rooms en gereformeerd. Daar slaapt een heel legioen duivels tussen. Maar gedienstig als ik van huis uit ben, ging ik ook mee naar de gereformeerde eredienst. Je steekt er ook wel wat van op. Als iemand dood is zeggen ze daar bijvoorbeeld: “opgenomen in de heerlijkheid Gods en wachtend op de nieuwe morgen.” Er waren ook momenten van herkenning. De gereformeerde geloofsgemeenschap gaat niet ter communie maar geeft wel pepermunt door. En toen ik daar in de verkeerde kerk op een pepermuntje zoog moest ik terugdenken aan mijn assistentie van pastoor Bakker. De hostie was het lichaam en de miswijn was het bloed van Christus. Wijn kreeg het kerkvolk niet te drinken maar de priester wel. Het was voor ons als misdienaars altijd maar raden hoeveel wijn je in de miskelk van de priester moest schenken. Behalve bij pastoor Bakker, die siste altijd “meer, meer” tot alle wijn was ingeschonken en hij de kelk, na deze enkele keren ten hemel te hebben geheven, met een tevreden gezicht aan zijn lippen zette. Ja, je gaat wel makkelijk de kerk uit maar de kerk gaat niet zo makkelijk uit de mensen.

Auteur: Hans van Rossum.

Bron

Gedeelten van dit verhaal zijn eerder in ruwe vorm geplaatst op de site ‘Je bent Jutter als …’, een besloten groep op Facebook. Jutter is de bijnaam voor een (oud-)inwoner van Den Helder. In het najaar van 2016 verschijnt de verhalenbundel ‘Rentree Den Helder’ van Hans van Rossum als derde deel van een trilogie over zijn jeugd in die stad. Eerder verschenen ‘Retour Den Helder’ (2014) en ‘Rendez-vous Den Helder’ (2015), verkrijgbaar in de plaatselijke boekwinkels.

Publicatiedatum: 02/05/2016

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.