Fort bij VelsenDamsluizen in de Liniewal Aagtendijk-ZuidwijkermeerFort aan de St. AagtendijkPaddenstoelen en besjes waren ooit ‘sluipmoordenaars’Bijzondere (bij)namen: Kennemerland en IJmondHistorisch Genootschap Midden-Kennemerland schiet weer uit de startblokkenVan oertijd in Kennemerland naar dynamiek van nuInsnijding in de St. Aagtendijk voor de spoorweg Beverwijk-UitgeestIJmondse bijnamen: aardbeien, ezels en vingerbijtersWijkermeer van nat naar droogRijkdom in BeverwijkBijenlustDuinwijkWesterhoutScheijbeekBuitenplaats AkerendamKogelpottenErebogen voor de keizer in BeverwijkEenarmige zeeheld krijgt eerherstelDe Linie van Beverwijk: militair monument uit de Franse tijdNuestra Casa Nostra (Beverwijk)
Fort bij Velsen was een van de belangrijkste forten binnen de Stelling van Amsterdam. Samen met de twee forten bij Zuidwijkermeer en IJmuiden moest Fort bij Velsen het Noordzeekanaal verdedigen, de grootste kwetsbare plek binnen de Stelling.
De Liniewal Aagtendijk-Zuidwijkermeer is een 2,5 km lange wal in de polder Wijkermeer, die het oostelijke deel van de polder drooghield. Om het water in oorlogstijd te beheersen werden in de wal vier bomvrije damsluizen gebouwd, waarvan er drie bewaard zijn gebleven.
Fort aan de St. Aagtendijk behoort tot het Noordwestfront van de Stelling van Amsterdam. Wanneer vijandelijke troepen de Stelling via de Sint Aagtendijk binnen probeerden te komen, konden zij vanuit het fort teruggedrongen worden.
Een jongetje met een baard van watten en een kartonnen kroon overhandigt een geschenk. Tegenover de Wijzen uit het Oosten staat een groepje herders, verkleed met doeken en baarden aan touwtjes. Aan de zijkant van het podium, tussen de coulissen, kijken kleine kinderen toe. Ondertussen wiegt een meisje het kindeke Jezus, een pop met een flinke bos haar. Het lijkt een kerstvoorstelling van een kerk of school, maar de beschrijving in de collectie van fotopersbureau De Boer luidt: ‘Kerstfeest woonwagenbewoners, IJmuiden, 20 december 1967’. Waar kijken we precies naar? Wie zijn deze kinderen en wie organiseerde deze avond?
Het is volop herfst en de gekleurde bladeren en parmantige paddenstoelen trekken tijdens elke boswandeling weer de aandacht. De mooiste paddenstoelen zijn vaak het giftigst. Om die, en om nog een paar andere redenen, kun je ze maar beter laten staan. Maar verder valt er elke herfst weer een hoop genieten, zo wist men ook vroeger al.
Noord-Holland kent veel plaatsen met bijzondere namen. Van sommige is de oorsprong snel vast te stellen, bij andere is het nodig om wat dieper te graven in het verleden. In deze serie verhalen onderzoeken we elke maand een andere regio van onze provincie, om achter de herkomst van de lokale plaatsnamen én bijnamen van de inwoners te komen. Deze maand: Kennemerland en IJmond.
Het in Beverwijk gevestigde Historisch Genootschap Midden-Kennemerland (HGMK) is misschien niet de grootste historische vereniging in de regio IJmond, maar waarschijnlijk wél de oudste, want het HGMK bestaat al sinds 1930. Het genootschap houdt zich bezig met de geschiedenis van Beverwijk, Heemskerk en Velsen, telt inmiddels 840 leden en zit in hetzelfde gebouw als Museum Kennemerland. Dat was ooit het gemeentehuis van Wijk aan Zee en Duin, een gemeente die nu bij Beverwijk hoort.
In Museum Kennemerland wandel je van de oertijd, via Romeinse forten, naar lome buitenplaatsen. Je ziet tapijten die Kennemer meisjes knoopten voor cruiseschepen. Tegenwoordig werkt de dynamiek van de IJmond door tot in Beverwijk.
De Sint Aagtendijk is genoemd naar de heilige Sint Agatha van Sicilië. Ook de oorspronkelijke namen van Beverwijk, Sint Aghetendorpe en Sint-Aagtenkerke, zijn afgeleid van deze heilige. Dit komt omdat hier de heilige Agatha verschenen zou zijn aan een maagd uit Velsen, die op de vlucht was voor de Noorman Rorik. Sint Agatha is de beschermheilige van de brandwonden. De aanwezigheid van een brandwondencentrum in Beverwijk is dan ook op zijn plaats. Later kreeg het de naam Beverhem. ‘Bever’ is een naam van een Germaanse man en ‘hem’ betekent woning of nederzetting. Aan de oever van het toenmalige Wijkermeer ontstond een handelswijk, die Wijck werd genoemd. In 1276 zag men voor het eerst op schrift de naam Beverwijck. Mede door de gunstige ligging aan de oever van het meer ontstond hier een grote weekmarkt met een echte overslaghaven.
‘Aardbeien’ in Beverwijk, ‘ezels’ in Heemskerker en ‘vingerbijters’ in Wijk aan Zee. Allemaal bijnamen, oude scheldwoorden of met trots gedragen geuzennamen. Maar waar komen ze eigenlijk vandaan?
De relatief jonge polder Wijkermeer (de voorbereidende werkzaamheden startten in 1856 en het land kon in 1877 bewerkt worden) is 700 ha groot. Hij strekt zich uit van Beverwijk tot Assendelft, van het Noordzeekanaal tot Nauerna. Het grootste deel van de Wijkermeer valt onder de gemeente Zaanstad.
In 2005 werden er bij een opgraving in Beverwijk bijna 3400 glasscherven gevonden. In de 17e eeuw braken voor Beverwijk betere tijden aan. Er werd goed verdiend in de lakenindustrie, en het gebied werd gebruikt voor de buitenplaatsen van rijke Amsterdamse kooplieden. Het aangetroffen glas toont aan dat er inderdaad rijke mensen woonden in Beverwijk.
Waar ooit de buitenplaats Zuiderwijk lag, staat nu een laat-negentiende eeuws witgepleisterd herenhuis, genaamd Beyerlust. De naam refereert nog aan de verdwenen buitenplaats Bijenlust in Heemskerk.
Omgeven door villa’s uit de jaren 1920 – 1930, staat op de hoek van de Zeestraat met het Harmonielaantje een laag achttiende-eeuws gepleisterd huisje. Aan de straat staat een hek tussen twee bakstenen pijlers met op de dekplaten de letters DUYN WYCK. Het huis en hek vormen samen met de naam van de Duinwijklaan de herinnering aan de buitenplaats die hier ooit lag.
In de noordoost hoek van een groot groengebied, omsloten door de Westerhoutweg, de Zeestraat en de Binnenduinrandweg, staat bij een verkeersplein een landhuis uit 1896. De geschiedenis van Westerhout gaat echter terug tot de vroege zeventiende eeuw. Achter het huidige huis ligt park Westerhout, loopt de Scheybeek en hebben tegenwoordig velen een klein lusthof in de vorm van een volkstuintje.
Aan de zuidrand van Beverwijk, in de hoek van een verkeersweg, ligt buitenplaats Scheijbeek. Het bevat een statig huis en een grote slingerende waterpartij. Het huis heeft zijn voorgevel naar het zuiden, maar wordt tegenwoordig vanaf de achterzijde benaderd. In deze omgeving vond Joost van den Vondel bijna 300 jaar geleden inspiratie voor lieflijke gedichten en wordt tegenwoordig de liefde tussen Beverwijkers bezegeld.
De buitenplaats Akerendam in Beverwijk werd in 1636 aangelegd door de Amsterdamse koopman Jan Bicker (1591-1653). Net als veel andere gefortuneerde Amsterdammers creëerde hij deze buitenplaats om in de zomer het bedompte Amsterdam te ontvluchten. De buitenplaats was door haar ligging aan het Wijckermeer vanuit Amsterdam direct per boot te bereiken. Tussen 1728 en 1756 kreeg het monumentale huis zijn huidige voorkomen en vermoedelijk stamt de achter het huis gelegen spiegelvijver ook uit die tijd. Rond 1800 bedroeg het grondoppervlak 17 hectare waarvan er in 1850 nog 2.5 resteren. In die tijd verkoopt Adriaan Teding van Berkhout de buitenplaats aan de familie Sluyterman van Loo. Een lid van deze familie bracht haar gehele bezit in 1916 onder in de Stichting Sluyterman van Loo. Deze charitatieve organisatie spant zich tot aan de dag van vandaag in voor het behoud van Akerendam en het welzijn van ouderen.
“Kogelpotten, zijn die gevaarlijk?” Het was misschien een wat naïeve vraag van de bezorgde mevrouw met kinderwagen op de rand van de opgravingput. De verzekering dat het hier uitsluitend ging om middeleeuws aardewerk stelde haar zichtbaar gerust. De naam van de vrijwel volledig ronde potten stamt, zoals gewoonlijk, niet uit de tijd waarin ze werden gebruikt, maar van veel later. Vanwege de kogelronde vorm werden de potten door sommigen ‘kogelpotten’ genoemd, maar in Friesland, misschien wat minder krijgslustig, worden ze aangeduid met ‘bolpotten’.
Tijdens het verblijf van keizer Napoleon Bonaparte in Noord-Holland in oktober 1811 maakten ook de steden en dorpen in Kennemerland kennis met hun nieuwe heerser. Al was het maar kort, want Napoleon hield van opschieten. Meestal was hij in een flits voorbij. Een echte keizer op bezoek, dat gebeurt niet elke dag.
Huize Akerendam werd in de tijd van Napoleon bewoond door schout-bij-nacht Johan Arnold Blois van Treslong. Hij had alle reden om het Franse bestuur welgezind te zijn. In 1797 was hij na een verloren zeeslag tegen de Engelsen als zondebok aangewezen en uit al zijn functies ontslagen. Tien jaar later werd hij door koning Lodewijk Napoleon van alle blaam gezuiverd en zelfs geridderd.